ECLI:NL:RBHAA:2010:BN9948

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
8 oktober 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
15/801861-09
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Diefstal uit reizigersbagage op luchthaven Schiphol door medewerkers

In deze zaak heeft de meervoudige strafkamer van de Rechtbank Haarlem op 8 oktober 2010 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van diefstal in vereniging uit reizigersbagage op de luchthaven Schiphol. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, samen met medeverdachten, meermalen goederen heeft weggenomen uit bagage van passagiers, waarbij hij als medewerker van de bagagekelder van Schiphol misbruik maakte van het vertrouwen dat in hem gesteld werd. De rechtbank baseerde haar oordeel op videobeelden en verklaringen van medeverdachten, waaruit bleek dat de verdachte en zijn medeverdachten elkaar waarschuwden en samenwerkten bij het plegen van de diefstallen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van twaalf maanden, waarvan vijf maanden voorwaardelijk, en heeft de maatschappelijke afkeuring van de gepleegde feiten benadrukt. De rechtbank heeft ook de in beslag genomen goederen onttrokken aan het verkeer en gelast dat een parfum ten behoeve van de rechthebbende wordt bewaard. De uitspraak onderstreept de ernst van diefstal door medewerkers in een kwetsbare positie, zoals reizigers die hun bagage in goed vertrouwen afgeven.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector Strafrecht
Locatie Schiphol
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: 15/801861-09
Uitspraakdatum: 8 oktober 2010
Tegenspraak
Strafvonnis
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 13 en 27 september 2010 in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] (Tunesië),
wonende te [adres]
1. Tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
Primair:
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 01 januari 2009 tot en met 14 december 2009 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een of meer goederen uit reizigersbagage (voornamelijk van passagiers van de luchthaven Schiphol reizende met Easy Jet naar Engeland), waaronder (op 14 december 2009)
- een mp-3 speler (merk Samsung) en/of een of meer geldbedrag(en) (ter waarde van in totaal ongeveer 150 euro) en/of
- een/of meer slof(fen) sigaretten (merk Pall Mall) en/of
- een of meer flacon(s) parfum (van het merk FM en/of DKNY en/of Dolce & Gabbana en/of Jean Paul Gaultier) en/of
- een zilverkleurige ketting met hanger en/of
- een PSP spelcomputer (merk Sony) en/of
(op 17 november 2009)
- een of meer mp-3 speler(s) (Apple I-Pod) en/of
- een of meer bankbiljetten (te weten Chinese Yuan t.w.v. ongeveer 45 Britse ponden en/of Honk Kong Dollar biljetten t.w.v. ongeveer 15 Britse Ponden) en/of
(op een of meer overige tijdstip(pen) binnen voornoemde pleegperiode, waaronder onder meer op 21 oktober 2009)
- een of meer geldbedragen (in bankbiljetten van diverse valuta en/of in waardebonnen en/of muntgeld) en/of
- een of meer slof(fen) sigaretten (van diverse merken) en/of
- een of meer (overige) luxegoederen (waaronder onder meer flacon(s) parfum en/of muziekspeler(s) en/of overige audioapparatuur en/of (mobiele telefoon(s) en/of (een) fotocamera('s) en/of (een) laptop(s) en/of (een) horloge(s)) afkomstig uit bagage van passagiers van de luchthaven Schiphol, (telkens) in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan (eerste gedachtestreepje) de Koninklijke Marechaussee en/of (zesde gedachtestreepje)
[slachtoffer 1] en/of (zevende gedachtestreepje) [slachtoffer 2] en/of (overige gedachtestreepjes) een of meer (voornoemde) passagier(s) van de luchthaven Schiphol, (telkens) in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s);
Subsidiair:
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 01 januari 2009 tot en met 14 december 2009 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk, een of meer goederen uit reizigersbagage (voornamelijk van passagiers van de luchthaven Schiphol reizende met Easy Jet naar Engeland), waaronder (op 14 december 2009)
- een mp-3 speler (merk Samsung) en/of
- een of meer geldbedrag(en) (ter waarde van in totaal ongeveer 150 euro) en/of
- een/of meer slof(fen) sigaretten (merk Pall Mall) en/of
- een of meer flacon(s) parfum (van het merk FM en/of DKNY en/of Dolce & Gabbana en/of Jean Paul Gaultier) en/of
- een zilverkleurige ketting met hanger en/of
- een PSP spelcomputer (merk Sony) en/of
(op 17 november 2009)
- een of meer mp-3 speler(s) (Apple I-Pod) en/of
- een of meer bankbiljetten (te weten Chinese Yuan t.w.v. ongeveer 45 Britse ponden en/of Honk Kong Dollar biljetten t.w.v. ongeveer 15 Britse Ponden) en/of
(op een of meer overige tijdstip(pen) binnen voornoemde pleegperiode, waaronder onder meer op 21 oktober 2009)
- een of meer geldbedragen (in bankbiljetten van diverse valuta en/of in waardebonnen en/of muntgeld) en/of
- een of meer slof(fen) sigaretten (van diverse merken) en/of
- een of meer (overige) luxegoederen (waaronder onder meer flacon(s) parfum en/of muziekspeler(s) en/of overige audioapparatuur en/of (mobiele telefoon(s) en/of (een) fotocamera('s) en/of (een) laptop(s) en/of (een) horloge(s)) afkomstig uit bagage van passagiers van de luchthaven Schiphol, (telkens) in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele toebehoorde(n) aan (eerste gedachtestreepje) de Koninklijke Marechaussee en/of (zesde gedachtestreepje) [slachtoffer 1] en/of (zevende gedachtestreepje) [slachtoffer 2] en/of (overige gedachtestreepjes) een of meer voornoemde passagier(s) van de luchthaven Schiphol, in elk geval (telkens) aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), en welk(e) goed(eren) en/of reizigersbagage verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) uit hoofde van zijn/hun persoonlijke dienstbetrekking van/als medewerker van de bagagekelder te Schiphol, in elk geval anders dan door misdrijf onder zich had(den), wederrechtelijk zich heeft/hebben toegeëigend.
2. Voorvragen
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
3. Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van het onder primair ten laste gelegde feit en gevorderd dat:
- verdachte terzake zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vierentwintig (24) maanden met aftrek van de tijd die verdachte in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, waarvan zes (6) maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee (2) jaar;
- de onder verdachte in beslag genomen en niet teruggegeven parfum wordt bewaard ten behoeve van de rechthebbende;
- het onder verdachte in beslag genomen en niet teruggegeven geld wordt onttrokken aan het verkeer.
4. Bewijs
4.1 Redengevende feiten en omstandigheden
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van het ten laste gelegde feit op grond van de volgende bewijsmiddelen waarbij de rechtbank – nu verdachte met betrekking tot het wegnemen van de goederen een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering is - zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen, te weten:
• de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 13 september 2010 afgelegd;
• het proces-verbaal van verhoor van verdachte bij de rechter-commissaris, d.d. 17 december 2009;
• het proces-verbaal van tweede verhoor van verdachte, dossierpagina 329-330;
• het proces-verbaal van derde verhoor van verdachte, dossierpagina 332-335;
• het proces-verbaal van onderzoek kleding en inbeslagname, verdachte, dossierpagina 336-337;
• het proces-verbaal van bevindingen (inbeslagname en onderzoek tas en jas verdachte), dossierpagina 338-339;
• het proces-verbaal van tweede verhoor van medeverdachte [medeverdachte 1], dossierpagina 427;
• het proces-verbaal van vierde verhoor van medeverdachte [medeverdachte 2], dossierpagina 400;
• het proces-verbaal van vierde verhoor van medeverdachte [medeverdachte 3], dossierpagina 288;
• het proces-vebaal van tweede verhoor van medeverdachte [medeverdachte 3], dossierpagina 457;
• het proces-verbaal van bevindingen videobeelden van verdachte, dossierpagina 317-321.
Overweging met betrekking tot het medeplegen
De rechtbank acht op grond van vorenstaande bewijsmiddelen bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal in vereniging. De rechtbank overweegt daartoe dat verdachte blijkens het proces-verbaal van bevindingen videobeelden meermalen in de directe nabijheid van medeverdachten [medeverdachte 4], [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] bagage doorzoekt en goederen wegneemt uit deze bagage. Hierbij laat verdachte hen de weggenomen voorwerpen zien en worden deze voorwerpen aan hen doorgegeven of op de koffietafel gelegd om door een van hen meegenomen te worden. Uit het proces-verbaal dat betrekking heeft op de videobeelden van 28 november 2009, blijkt dat [verdachte] rond 18:07 en rond 18.29 uur een voorwerp uit een bagagestuk pakt en dit geeft aan de toekijkende medeverdachte Robles die het eerste voorwerp op de koffietafel neerlegt en het tweede voorwerp ontdoet van de verpakking en vervolgens in zijn zak steekt. [medeverdachte 2] geeft in zijn vierde verhoor nog aan dat [verdachte] en [medeverdachte 1] elkaar waarschuwden als het niet veilig was om goederen weg te nemen. Vorenstaande gang van zaken getuigt naar het oordeel van de rechtbank van een nauwe en bewuste samenwerking met anderen met betrekking tot de diefstal van goederen uit deze bagage. De rechtbank komt dan ook tot bewezenverklaring van medeplegen van het onder primair ten laste gelegde feit.
Overweging met betrekking tot de ten laste gelegde periode
De raadsman van verdachte heeft betoogd dat de ten laste gelegde periode slechts gedeeltelijk bewezen kan worden. Hij heeft daartoe aangevoerd dat verdachte met zijn verklaring tijdens zijn tweede verhoor bij de KMAR op 15 december 2009 (dossierpagina 329) ‘dat hij zich sinds een jaar bezig is met deze diefstallen’, bedoelt dat hij sinds september 2009, na terugkomst van zijn vakantie, diefstallen pleegt. De rechtbank verwerpt dit verweer van de raadsman. In het tweede verhoor verklaart verdachte dat hij ‘open kaart’ wil spelen en dat hij al een jaar bezig is met deze diefstallen. Tijdens het derde verhoor komt verdachte niet op deze verklaring terug, ook niet nadat hem zijn eerdere verklaring van 15 december 2009 is voorgehouden. Bovendien rept verdachte in geen van deze verklaringen over zijn vakantie en heeft verdachte beide verklaringen ondertekend. Medeverdachte [medeverdachte 6] heeft verklaard dat hij al een jaar weet dat er wordt gestolen en dat het begon toen [verdachte] hem sigaretten aanbood. Voorts heeft medeverdachte [medeverdachte 3] dienovereenkomstig verklaard : De rechtbank houdt verdachte derhalve aan zijn bij de KMAR afgelegde verklaringen en acht de gehele ten laste gelegde periode bewezen.
4.2 Bewezenverklaring
Gezien het bovenstaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het primair tenlastegelegde feit heeft begaan, in dier voege dat:
hij in de periode van 01 januari 2009 tot en met 14 december 2009 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, tezamen en in vereniging met anderen, althans alleen, telkens met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen goederen uit reizigersbagage te weten
- een mp3-speler merk Samsung,
- een geldbedrag ter waarde van in totaal ongeveer 150 euro,
- sigaretten,
- parfum,
- een PSP spelcomputer merk Sony,
- bankbiljetten,
- waardebonnen en
- overige goederen
afkomstig uit bagage van passagiers van de luchthaven Schiphol, toebehorende aan de Koninklijke Marechaussee en voornoemde passagiers van de luchthaven Schiphol.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. Blijkens het verhandelde op de terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in zijn verdediging.
Hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
5. Strafbaarheid van het feit
Het bewezenverklaarde is strafbaar en levert op:
Primair:
diefstal door twee of meer verenigde personen, meermalen gepleegd
en
diefstal, meermalen gepleegd.
6. Strafbaarheid van verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dus strafbaar.
7. Motivering van de sancties
7.1 Hoofdstraf
Bij de beslissing over de sancties die aan verdachte moeten worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede door de persoon van verdachte
zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
In het bijzonder heeft de rechtbank het navolgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich meermalen schuldig gemaakt aan diefstal en aan diefstal in vereniging. Deze diefstallen vonden plaats uit reizigersbagage die zich in de bagagekelder van de luchthaven Schiphol bevond. Verdachte was als werknemer van bagage-afhandelingsbedrijf Menzies werkzaam in de bagagekelder en belast met het afhandelen van reizigersbagage. Deze diefstallen hebben zich regelmatig voorgedaan en vormden een ware plaag voor reizigers van de luchthaven Schiphol. Deze reizigers staan bij het inchecken in goed vertrouwen hun bagage af en verliezen daarbij het zicht op, en de controle over, hun eigendommen. De reizigers zijn vanaf dat moment afhankelijk van de integriteit van de medewerkers van de afhandelaar van de bagage en bevinden zich in die zin in een kwetsbare positie. Verdachte en zijn mededaders hebben misbruik gemaakt van het vertrouwen dat in hen gesteld werd. Vele bagagestukken werden door hen doorzocht en daaruit werden vaak goederen weggenomen. Onderhavige diefstallen werden veelal op geraffineerde wijze in groepsverband gepleegd. Verdachte en zijn mededaders hebben door aldus te handelen niet alleen de reizigers gedupeerd, maar ook de goede naam van luchthaven Schiphol aangetast. In de strafoplegging in de onderhavige zaak zal dan ook de maatschappelijke afkeuring van het bewezen¬verklaarde tot uitdrukking dienen te komen. Voorts moet de bestraffing een signaal geven aan (onder andere) de thans op Schiphol werkzame bagagemedewerkers dat strafrechtelijke normen gehandhaafd zullen worden.
Bij het bepalen van de op te leggen straf heeft de rechtbank ten nadele van verdachte ten opzichte van de medeverdachten meegewogen dat bewezen is dat verdachte zich gedurende een lange periode heeft beziggehouden met voornoemde diefstallen. Daarbij is voorts op grond van de verklaringen van de medeverdachten [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] naar voren gekomen dat verdachte zich stelselmatig en vrijwel dagelijks bezig hield met de bagagediefstallen. Ook naar aanleiding van de videobeelden is gebleken dat verdachte veelvuldig en onbeschaamd bagage doorzocht en voorwerpen uit tassen haalde. De rechtbank zal dan ook ten aanzien van verdachte een aanmerkelijke hogere straf opleggen dan ten aanzien van de medeverdachten.
In de persoonlijke omstandigheden van verdachte, te weten dat hij is ontslagen bij Menzies na een lang dienstverband, ziet de rechtbank evenwel aanleiding de door de officier van justitie geëiste straf te matigen. Een eventueel gebrek aan toezicht van de zijde van Menzies dan wel het gegeven dat veel anderen zich ook schuldig maakten aan diefstallen, doet niet af aan de eigen verantwoordelijkheid van verdachte. De rechtbank houdt met deze gegevens dan ook geen rekening bij de strafoplegging.
Op grond van het vorenoverwogene is de rechtbank van oordeel dat een vrijheidsbenemende straf van na te noemen duur moet worden opgelegd. De rechtbank zal bepalen dat een gedeelte daarvan vooralsnog niet ten uitvoer zal worden gelegd en zal daaraan een proeftijd verbinden van twee (2) jaar opdat verdachte er tijdens die proeftijd van wordt weerhouden strafbare feiten te begaan.
7.2 Onttrekking aan het verkeer
De rechtbank is van oordeel dat het inbeslaggenomen geprepareerde geld, te weten:
(16) Geld, 2x 5 euro en
(17) Geld, 2x 20 euro,
dient te worden onttrokken aan het verkeer. Het ongecontroleerde bezit van geprepareerd geld is in strijd met het algemeen belang.
Het flesje parfum dient te worden bewaard ten behoeve van de rechthebbende.
8. Toepasselijke wettelijke voorschriften
De volgende wetsartikelen zijn van toepassing:
14a, 14b, 14c, 36b, 36c, 57, 310, 311 van het Wetboek van Strafrecht.
9. Beslissing
De rechtbank:
Verklaart bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan zoals hiervoor onder 4.2 weergegeven.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Bepaalt dat het bewezenverklaarde feit de hierboven onder 5. vermelde strafbare feiten oplevert.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van TWAALF (12) MAANDEN, met bevel dat van deze straf een gedeelte, groot VIJF (5) MAANDEN, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat verdachte zich voor het einde van de op twee (2) jaar bepaalde proeftijd aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Bepaalt dat de tijd die verdachte vóór de tenuitvoerlegging van dit vonnis in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de thans opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Onttrekt aan het verkeer:
(16) Geld, 2x 5 euro en
(17) Geld, 2x 20 euro.
Gelast de bewaring ten behoeve van de rechthebbende van:
(15) 1 STK Parfum, Dolce & Gabbana light blue.
Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr. M.J. Kronenberg, voorzitter,
mr. P.M. Wamsteker en mr. M.E. Fortuin, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffier mr. M.S. Kikkert,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 8 oktober 2010.
Eindnoten:
1. De door de rechtbank als proces-verbaal aangeduide bewijsmiddelen zijn in de wettelijke vorm opgemaakt door personen die daartoe bevoegd zijn en voldoen ook overigens aan de daaraan bij wet gestelde eisen en behoren alle tot het dossier van de Koninklijke Marechaussee, district Schiphol genaamd ‘Theems’ met nummer 09-006778.
2. Het proces-verbaal van tweede verhoor van verdachte, dossierpagina 329-midden en het proces-verbaal van derde verhoor van verdachte, dossierpagina 334-onder en 335-boven.
3. Het proces-verbaal van vierde verhoor van medeverdachte [medeverdachte 6], dossierpagina 367-boven en het proces-verbaal van vierde verhoor van medeverdachte [medeverdachte 3], dossierpagina 287.