ECLI:NL:RBHAA:2010:BN9946
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.J. Kronenberg
- P.M. Wamsteker
- M.E. Fortuin
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in zaak van diefstal uit reizigersbagage op luchthaven Schiphol
In deze zaak heeft de rechtbank Haarlem op 8 oktober 2010 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van diefstal uit reizigersbagage op de luchthaven Schiphol. De tenlastelegging omvatte zowel primair als subsidiair de beschuldiging dat de verdachte, in de periode van 1 november 2009 tot en met 10 december 2009, goederen uit bagage van passagiers had weggenomen. De verdachte had verklaard dat hij op zoek was naar parfum en dat hij mogelijk één of twee keer parfum uit bagage had weggenomen, maar er was geen bewijs dat dit daadwerkelijk was gebeurd binnen de ten laste gelegde periode.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte wettig en overtuigend schuldig te verklaren. De videobeelden en de verklaringen van de verdachte gaven geen duidelijkheid over de tijdstippen waarop de vermeende diefstallen zouden hebben plaatsgevonden. De rechtbank concludeerde dat de pleegdatum van de diefstal buiten de ten laste gelegde periode viel, en dat er geen andere bewijsmiddelen waren die de betrokkenheid van de verdachte bij de diefstal konden aantonen.
Daarom heeft de rechtbank de verdachte integraal vrijgesproken van de hem ten laste gelegde feiten. De uitspraak benadrukt het belang van voldoende bewijs in strafzaken en de noodzaak om de rechtszekerheid van de verdachte te waarborgen. De beslissing werd genomen in een openbare terechtzitting, waarbij de rechtbank de zaak zorgvuldig had onderzocht en de vordering van de officier van justitie had overwogen.