ECLI:NL:RBHAA:2010:BN5574

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
2 juni 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
15/740739-09
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gewapende overval op Aldi in Beverwijk met geweld en bedreiging

In deze zaak heeft de rechtbank Haarlem op 2 juni 2010 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die samen met mededaders betrokken was bij een gewapende overval op een Aldi-filiaal in Beverwijk op 31 augustus 2009. De overval werd gekenmerkt door geweld en bedreiging, waarbij de aanwezige personeelsleden onder druk werden gezet met imitatievuurwapens. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte en zijn mededaders de medewerkers hebben geslagen en geschopt, en hen onder bedreiging van doodschieten hebben gedwongen de kluis te openen. De impact van deze gewelddadige overval op de slachtoffers was enorm, wat de rechtbank zwaar heeft meegewogen in de strafmaat. De verdachte is mede verantwoordelijk voor de gevolgen van zijn daden en heeft geen blijk gegeven van inzicht in de ernst van zijn handelen. Naast de overval had de verdachte ook imitatiewapens in zijn bezit, wat eveneens als een ernstig strafbaar feit werd aangemerkt. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 38 maanden, met aftrek van de tijd die hij al in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. De rechtbank heeft ook beslist over de in beslag genomen goederen, waarbij enkele voorwerpen aan het verkeer zijn onttrokken en een externe harde schijf is bewaard ten behoeve van de rechthebbende.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector Strafrecht
Locatie Haarlem
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: 15/740739-09
Uitspraakdatum: 2 juni 2010
Tegenspraak
Strafvonnis
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 17 en 19 mei 2010 in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
wonende te ([postcode]) [woonplaats], [adres],
thans gedetineerd in PI Noord Holland Noord - HvB Zwaag te Zwaag.
1. Tenlastelegging
Aan verdachte is, na nadere omschrijving van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
feit 1:
hij op of omstreeks 31 augustus 2009 te Beverwijk tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen (een) kassalade(s) inhoudende een geldbedrag (van in totaal ongeveer 2898,88 euro) en/of een portemonnee met inhoud, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Aldi en/of [aangever 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [aangever 1] en/of [aangever 2], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte en/of zijn mededader(s):
- een vuurwapen althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp op die [aangever 1] heeft/hebben gericht en haar daarbij de woorden heeft/hebben toegevoegd dat die [aangever 1] maar drie seconden zou hebben (teneinde de kluis te openen) anders zou zij door haar hoofd worden geschoten en/of
- met dat vuurwapen een of meermalen op/tegen het hoofd en/of het lichaam van die [aangever 1] heeft/hebben geslagen en/of
- (terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) (wederom) een vuurwapen althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp op die [aangever 1] gericht hield(en)) (dreigend) tegen die [aangever 1] heeft/hebben gezegd: "Vieze leugenaar, we moeten je door je kankerkop schieten" en/of - tegen die [aangever 1] en/of [aangever 2] heeft/hebben geroepen "Ik schiet" (waarna hij en/of zijn mededader(s) begon(nen) af te tellen vanaf 10) en/of
- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp in de rug van die [aangever 2] heeft/hebben gedrukt en/of gedrukt gehouden en/of die [aangever 2] op deze wijze richting het kantoor heeft/hebben geduwd en/of heeft/hebben gedwongen op de grond te gaan liggen;
feit 2 primair:
hij op of omstreeks 09 april 2009 te Amsterdam met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een auto (merk Peugeot 308) heeft weggenomen (onder meer) een externe harde schijf, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de
plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
feit 2 subsidiair:
hij in of omstreeks de periode van 09 april 2009 tot en met 10 december 2009 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, een externe harde schijf heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die externe harde schijf wist of in ieder geval redelijkerwijze moest vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
feit 3:
hij op of omstreeks 10 december 2009 te Amsterdam (in zijn slaapkamer) (een) wapen(s) van categorie I onder 7°, te weten een alarmpistool, zijnde (een) voorwerp(en) dat/die voor wat betreft zijn/hun vorm en afmetingen een sprekende gelijkenis vertoonde(n) met (een) vuurwapen(s) en/of met (een) voor ontploffing bestemde voorwerp(en) voorhanden heeft gehad;
feit 4:
hij in of omstreeks de periode van 31 augustus 2009 tot en met 10 december 2009 te Amsterdam en/of in Beverwijk, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, drie, althans 1 (een) wapen(s) van categorie I onder 7°, te weten:
1. een luchtdrukpistool (GAMO type p23, op 10 december 2009 aangetroffen in een loods aan de [adres] te Amsterdam) en/of
2. een veerdrukpistool (KWC made in Taiwan, op 10 december 2009 aangetroffen in een loods aan de [adres] te Amsterdam), en/of
3. een veerdrukpistool (merk Yuteng, op 17 november 2009 onder derden aangetroffen)
zijnde (een) voorwerp(en) dat/die voor wat betreft zijn/hun vorm en afmetingen een sprekende gelijkenis vertoonde(n) met (een) vuurwapen(s) en/of met (een) voor ontploffing bestemde voorwerp(en), voorhanden heeft gehad.
2. Voorvragen
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
3. Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van de onder feit 1, feit 2 subsidiair, feit 3 en feit 4 ten laste gelegde feiten en gevorderd dat verdachte ter zake zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vijftig (50) maanden met aftrek van de tijd die verdachte reeds in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. Ten aanzien van de onder verdachte in beslag genomen voorwerpen heeft de officier van justitie gevorderd de externe harde schijf te bewaren ten behoeve van de rechthebbende en de overige goederen te onttrekken aan het verkeer.
4. Bewijs
4.1. Vrijspraak
Met de officier van justitie en de raadsman is de rechtbank van oordeel dat niet wettig en overtuigend bewezen is hetgeen aan verdachte onder feit 2 primair ten laste is gelegd. Naar het oordeel van de rechtbank is evenmin bewezen hetgeen verdachte onder feit 2 subsidiair ten laste is gelegd. De rechtbank overweegt daartoe dat, hoewel vaststaat dat de bij verdachte aangetroffen externe harde schijf afkomstig is van diefstal, daarmee niet vast is komen te staan hoe verdachte dit goed heeft verkregen en of verdachte wist dan wel redelijkerwijs moest vermoeden dat dit goed van diefstal afkomstig was. De verklaring van verdachte dat hij dit goed in een winkel voor tweedehandsgoederen heeft gekocht kan door de rechtbank op basis van de gegevens in het dossier en hetgeen dienaangaande ter zitting vast is komen te staan, niet als zijnde onjuist worden uitgesloten. Verdachte zal derhalve van feit 2 worden vrijgesproken.
4.2. Redengevende feiten en omstandigheden1
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van het ten laste gelegde feit op grond van de volgende bewijsmiddelen:
Ten aanzien van feit 1:
Op 31 augustus 2009 komen 's morgens vroeg twee medewerkers van de Aldi, te weten [aangever 1] en [aangever 2], aan bij het winkelfiliaal van de Aldi aan de Breestraat 173 te Beverwijk. Rond 8.00 uur opent [aangever 1] de winkel waarna ze met [aangever 2] naar binnen gaat. [aangever 1] wil binnen bij het kantoortje het alarm uitzetten. Op dat moment verschijnt achter hen een jongen (hierna te noemen: dader 1), die een op een vuurwapen gelijkend voorwerp op de beide medewerkers richt en [aangever 1] sommeert het alarm af te zetten, hetgeen zij vervolgens doet. Op dat moment komt ook een tweede man (hierna te noemen: dader 2) de winkel binnen. Dader 1 dirigeert de medewerkers onder dwang naar de ruimte waarin zich de kluis bevindt.2 [aangever 2] krijgt daarbij een wapen tegen haar rug en wordt door deze man naar het kantoor geduwd. Zij opent het kantoortje en gaat vervolgens onder dwang van dader 1 op de grond liggen.3 Intussen is een derde man (hierna te noemen: dader 3) de winkel binnengekomen. Door de beide andere mannen wordt hij naar de toegangsdeur teruggestuurd om op de uitkijk te gaan staan. [aangever 1] moet het kantoor inlopen en dader 1 zegt tegen haar dat zij maar drie seconden heeft omdat hij haar anders door haar hoofd zal schieten. Terwijl [aangever 1] probeert de kluis te openen wordt zij door dader 1 tegen het hoofd en lichaam geschopt en geslagen. Uiteindelijk lukt het [aangever 1] de kluis te openen. Vervolgens gaat zij op de grond liggen. In de kluis bevindt zich een andere kluis waarvan de overvallers willen dat deze ook geopend wordt. Als door [aangever 1] wordt uitgelegd dat zij deze kluis niet kan openen, zegt dader 1 tegen haar, terwijl hij het vuurwapen op haar richt: 'vieze leugenaar, we moeten je door je kankerkop schieten. Geef me de sleutels van die kluis'.4 Op de vraag van dader 1 waar de sleutel van de kluis is, antwoordt [aangever 1] 'Dat heeft Geldnet, ik weet het niet'. Dader 1 zegt vervolgens 'ik schiet' en begint daarbij met aftellen vanaf tien.5 Op de prints van de bewakingsbeelden uit de Aldi is te zien dat de overvallers de inhoud van de kluis in plastic tassen van de Aldi, zijnde blauw met wit gestreepte tassen, stoppen en dat hierna de drie overvallers de winkel verlaten.6 Ook blijkens de aangiftes van [aangever 1] en [aangever 2] en hun aanvullende verklaringen zijn drie overvallers in de Aldi geweest waarvan twee een donkere bivakmuts en één een bivakmuts met verschillende kleuren droeg, hetgeen ook op de beelden is te zien. Voorts is op de bewakingsbeelden te zien dat niet alleen dader 1 een vuurwapen heeft, maar dat ook de daders 2 en 3 op enig moment een vuurwapen in hun handen hebben. Te zien is tevens dat de overvallers handschoenen dragen.7
Bij de overval op dit filiaal van de Aldi zijn - naar later breek - drie geldkisten met daarin € 1122,88 en € 876,- aan los muntgeld en € 900,- aan los papiergeld gestolen. Het muntgeld betreft nieuw geld, dat nog nooit in omloop was geweest, verpakt in rolletjes van 1 en 2 euro en van 10, 20 en 50 eurocent en daarnaast € 40,- aan eurocenten van 1, 2 en 5 cent. De totale buit van de overval is ongeveer € 2.898,88.8 Ook is de portemonnee met inhoud van Aldi-medewerkster [aangever 1] uit haar tas weggenomen.9
De ochtend van de overval wordt door getuige [getuige 1] omstreeks 8.10 uur vanuit een woning aan de Touwslagerstraat te Beverwijk gezien dat drie mannen aan komen rennen met bij zich witte plastic tassen met blauwe strepen. Door de getuige wordt een van de mannen omschreven als een blanke man met blond haar en met handschoenen. Daarnaast wordt een buitenlandse man gezien met kort donker haar en een gezet postuur. Als deze mannen bij een auto komen wordt de achterklep opengedaan en stapt de man met het gezet postuur in de kofferbak. De andere twee mannen nemen eveneens plaats in de auto: een op de bestuurderplaats en een op de bijrijderstoel. De getuige ziet het kenteken van de auto, onthoudt het nummer door het steeds te herhalen en schrijft het kenteken vervolgens op. Het kenteken van deze auto is [kentekennummer].10
Voorts treft de politie kort na de overval en vlakbij de Touwslagerstraat in Beverwijk een bromfiets aan, waaruit het contactslot is verwijderd11 en waarvan later is gebleken dat deze bromfiets op 27 augustus 2009 te Amsterdam is gestolen. De eigenaar van de bromfiets [aangever 4] heeft op 28 augustus 2009 aangifte van diefstal van deze bromfiets gedaan.12 Op deze bromfiets zit een kenteken bevestigd, dat op naam staat van [aangever 5], wonende te Beverwijk in de buurt van de aangetroffen gesloten bromfiets.13 [aangever 5] heeft op 1 september 2009 aangifte van diefstal van deze kentekenplaat gedaan.14 Op 31 augustus 2009 omstreeks 08.30 uur ziet getuige [getuige 2] over de stoep vanuit een tunneltje uit de richting van de Aldi een hard rijdende scooter aankomen met daarop drie jongens.15
Gezien het tijdstip waarop de door getuige [getuige 1] genoemde mannen de straat waar zij zich bevindt in komen rennen, het gegeven dat één van hen in de kofferbak van de door haar beschreven auto stapt, dat de mannen witte plastic tassen met blauwe strepen bij zich hebben, tenminste één van de mannen handschoenen draagt, in de buurt van de plek waar de getuige [getuige 1] de drie mannen in de auto ziet stappen een gestolen bromfiets met een gestolen kenteken wordt aangetroffen en getuige [getuige 2] drie mannen uit de richting van de Aldi op een bromfiets heeft zien wegrijden, houdt de rechtbank het ervoor dat deze getuigen de drie overvallers van de Aldi hebben gezien.
Het kenteken [kentekennummer] van de auto staat blijkens het vrijwaringsbewijs van 25 mei 2009 tot 23 oktober 2009 op naam van medeverdachte [medeverdachte 1] (hierna: [medeverdachte 1]).16 [medeverdachte 1] heeft verklaard dat hij een Seat Leon met dat kenteken had.17 Blijkens foto's in het dossier betreft het een Seat Leon met een zogenaamde lage instap.18 Getuige [getuige 1] heeft verklaard dat de auto die zij op 31 augustus 2009 te Beverwijk heeft gezien een auto was met een zogenaamde lage instap.19
Omtrent de signalementen van de overvallers is uit onderzoek het volgende bekend geworden. Aan de hand van metingen van objecten in de Aldi, de lengtes van de twee slachtoffers van de overval, [aangever 1] en [aangever 2], en de bewakingsbeelden van de overval heeft de politie een schatting gemaakt van de lengte van de daders. De lengte van dader 1 wordt geschat op tussen de 1.55 en 1.70 meter, de lengte van dader 2 wordt geschat op tussen de 1.80 en 1.95 meter en de lengte van dader 3 wordt geschat op tussen de 1.70 en 1.85 meter.20 Getuige [aangever 1] heeft omtrent dader 1 verklaard dat hij niet veel groter is dan zij - zij is 1.55 meter - en dat hij licht getint is, dat daders 2 en 3 groter zijn dan dader 1 en dat dader 3 een gezetter persoon met een buikje was.21 Ook de andere medewerkster [aangever 2] heeft aangegeven dat dader 1 en 2 een normaal postuur hadden, maar dat dader 3 een iets steviger postuur had.22 Getuige [getuige 1] heeft omtrent de drie mannen die zij heeft gezien verklaard dat een van de mannen een blanke man was met blond haar en dat een andere man van buitenlandse afkomst was met donker haar en een gezet postuur.23 Ook op grond van de beelden is gebleken dat twee personen een normaal postuur hadden en een persoon een fors tot vadsig postuur.24
Omtrent het signalement van verdachte is bekend dat hij 1.90 meter lang is, dat hij een normaal postuur heeft en dat hij een blank uiterlijk heeft. Omtrent het signalement van medeverdachte [medeverdachte 3] (hierna: [medeverdachte 3]) is bekend dat hij 1.67 meter lang is, dat hij een normaal postuur heeft en dat hij een Noord-Afrikaans uiterlijk heeft. Omtrent het signalement van medeverdachte [medeverdachte 4] (hierna: [medeverdachte 4]) is bekend dat hij 1.81 meter lang is, een corpulent/vadsig postuur heeft en dat hij een Zuid-Europees uiterlijk heeft.25
Gelet op bovengenoemde signalementen komt de rechtbank tot de conclusie dat het signalement van verdachte past bij dat van dader 2, het signalement van [medeverdachte 3] past bij dat van dader 1 en het signalement van [medeverdachte 4] past bij dat van dader 3. Daarbij komt dat politieagent [naam verbalisant] na het bekijken van de beelden van de overval gezien het postuur en de houding en het ' loopje' van dader 2 in deze persoon verdachte meent te herkennen.26 Ook de verbalisanten die verdachte in deze strafzaak een aantal keer hebben verhoord, zijn na het bekijken van de beelden van de overval ervan overtuigd dat gelet op de wijze van bewegen, de houding en het postuur van dader 2 verdachte dader 2 is.27 Verder heeft politieagent [naam verbalisant] heeft na het bekijken van de beelden van de overval dader 3 aan zijn postuur en aan zijn loop herkend als [medeverdachte 4].28 Ook politieagent [naam verbalisant 2] heeft de beelden bekeken en opgemerkt dat de persoon die bij de kassa's heen en weer liep gelet op zijn postuur, houding en manier van lopen veel gelijkenis vertoont met [medeverdachte 4].29
Uit onderzoek werd vervolgens bekend dat [medeverdachte 1] een rekening heeft bij de ING Bank, hetgeen [medeverdachte 1] zelf heeft bevestigd. Daarbij heeft [medeverdachte 1] verklaard dat hij bij die rekening één bankpas heeft, die hij niet uitleent.30 Op 31 augustus 2009, de dag van de overval, heeft [medeverdachte 1] driemaal een aanzienlijk geldbedrag gestort bij verschillende bankfilialen te Amsterdam. De eerste storting betreft een bedrag van € 239,50 om 12.44 uur, de tweede storting betreft een bedrag van € 505,00 om 13.10 uur en de derde storting betreft een bedrag van € 350,00 om 13.13 uur.31 Opvallend aan de tweede storting is dat hierbij een grote hoeveelheid muntgeld werd gestort, te weten 27 zakjes met muntgeld.32 Daarnaast is de medewerkers van dit bankfiliaal opgevallen dat de 5 eurocenten dusdanig glimmend waren dat deze munten vermoedelijk nooit gebruikt waren.33 [medeverdachte 1] heeft omtrent deze stortingen verklaringen afgelegd in zijn verhoren bij de politie. De rechtbank acht deze verklaringen echter ongeloofwaardig. Zo heeft [medeverdachte 1] wisselend verklaard over bedragen en de samenstelling van de bedragen die hij heeft gestort, over het al dan niet storten van bankbiljetten en over het ophalen van zakjes voor het storten van muntgeld. Voorts heeft hij behalve de voornaam van de persoon voor wie hij het geld mede zou hebben gestort, geen nadere details over deze persoon gegeven. Evenmin heeft hij nadere gegevens over de persoon, die met hem het postagentschap aan het Beukenplein te Amsterdam is binnen gegaan, gegeven. Daarbij heeft hij geen verklaring kunnen geven waarom hij ongeveer € 400,- aan muntgeld voor een persoon zou storten en later zou terugbetalen, terwijl hij op dat moment reeds beschikte over een bedrag van € 350,- aan bankbiljetten.
Voorts werd uit onderzoek bekend dat ook [medeverdachte 3] een dag na de overval, te weten 1 september 2009, twee geldstortingen heeft gedaan op zijn rekening bij de ING.34 Tijdens de fouillering van [medeverdachte 3] werd de bankpas behorend bij deze rekening bij [medeverdachte 3] aangetroffen.35 De eerste storting betreft een storting van € 3,50, bestaande uit muntgeld van 250 stuks van 1 eurocent en 50 stuks van 2 eurocent. De tweede storting betreft eveneens een bedrag van € 3,50, bestaande uit muntgeld van 150 stuks van 1 eurocent en 100 stuks van 2 eurocent.36 Omtrent deze stortingen heeft [medeverdachte 3] tijdens de verhoren bij de politie niets willen verklaren.
Gelet op het bovenstaande - met name gelet op de tijdstippen, de grote hoeveelheid muntgeld en de ongeloofwaardige verklaring van [medeverdachte 1] en het zwijgen van [medeverdachte 3] - gaat de rechtbank er van uit dat zowel [medeverdachte 1] als [medeverdachte 3] op 31 augustus 2009 respectievelijk op 1 september 2009 een deel van de buit van de overval bij de Aldi op hun rekeningen hebben gestort. Deze conclusie wordt door hetgeen hierna wordt overwogen nog versterkt.
Op 4 september 2009 zijn drie inzittenden van een Seat Leon met kenteken [kentekennummer] door een politieagent van de regiopolitie Amsterdam Amstelland herkend als zijnde [medeverdachte 3], [medeverdachte 4] en [verdachte].37 Hieruit concludeert de rechtbank dat deze drie verdachten elkaar kennen en elkaar vlak na de overval hebben gezien en gesproken. Dit blijkt ook uit het navolgende, waarbij ook wordt ingegaan op de contacten tussen genoemde drie verdachten en [medeverdachte 1].
De mobiele telefoon van [medeverdachte 1] is afgeluisterd en de historische gegevens van zijn telefoongebruik onderzocht. Hieruit komt naar voren dat met de telefoon van verdachte38 op 31 augustus 2009 rond 00.01 uur is gebeld naar de telefoon van [medeverdachte 1].39 Het telefoonnummer van verdachte komt overigens ook voor in de telefooncontacten van [medeverdachte 4].40 [medeverdachte 1] heeft ook op 31 augustus 2009 om 06.10 uur telefonisch contact met het telefoonnummer van de vader van [medeverdachte 3].41 De vader van [medeverdachte 3] heeft verklaard dat als hij thuis is de telefoon normaal in de woonkamer ligt en dat iedereen dan gebruik kan maken van die telefoon. De rechtbank acht het onwaarschijnlijk dat de vader van [medeverdachte 3] 's morgens vroeg om 6.10 uur met verdachte heeft gebeld. Veel waarschijnlijker is het dat [medeverdachte 3] met verdachte heeft gebeld.
Daarnaast is op 2 december 2009 telefonisch contact geweest tussen verdachte en [medeverdachte 4]. In dit gesprek laat [medeverdachte 4] aan verdachte weten dat de volgende dag in het opsporingsprogramma Ter Plaatse iets komt 'die we met [bijnaam medeverdachte 3] hadden gefixt, die met [initialen medeverdachte 2]'.42 De naam [bijnaam medeverdachte 3] staat bij [medeverdachte 4] in zijn telefoon met het telefoonnummer van [medeverdachte 3].43 De naam [bijnaam medeverdachte 3] komt tevens voor op de deur van de slaapkamer in de woning van [medeverdachte 3].44
De afkorting '[initialen medeverdachte 2]' is een bijnaam van [medeverdachte 1].45 Blijkens de inhoud van voornoemd telefoongesprek weet verdachte waar [medeverdachte 4] op doelt. De overval op de Aldi in Beverwijk is op 2 december 2009 in het programma Ter Plaatse behandeld en op de internetsite van Ter Plaatse werd vooraf vermeld aan welke onderwerpen in de uitzending aandacht zou worden besteed.46
Voorts zijn in een groene sporttas in de loods van de ouders van verdachte onder meer twee vuurwapens, twee bivakmutsen en twee paar handschoenen aangetroffen.47 De vuurwapens betreffen twee zwarte imitatievuurwapens, merk Smith & Wesson en P23 en de bivakmutsen zijn bivakmutsen met twee gaten voor de ogen en een voor de mond48. Het eerste wapen betreft een luchtdrukwapen, een zogenaamd koolzuurgaswapen, model pistool, merk GAMO type 23.49 Op dit wapen is een biologisch spoor met SINnummer AABE5141NL veiliggesteld.50 DNA-onderzoek heeft uitgewezen dat het hier om celmateriaal afkomstig van [medeverdachte 4] kan gaan en dat de kans dat het van een ander is kleiner dan een op een miljard is.51 Het tweede wapen betreft een veerdrukwapen, model pistool, met opschrift KWC Smith& Wesson. Ook op dit wapen is een biologisch spoor met SINnummer AABE5140NL veiliggesteld.52 DNA-onderzoek heeft uitgewezen dat het hier om celmateriaal afkomstig van verdachte kan gaan. Ook op de bivakmutsen zijn sporen veiliggesteld, te weten het spoor met nummer AABE5138Nl op de blauwe bivakmuts en het spoor met nummer AABE5139NL op de zwarte bivakmuts53. DNA-onderzoek heeft uitgewezen dat het spoor op de blauwe bivakmuts celmateriaal afkomstig van [medeverdachte 4] kan zijn en dat de kans dat het van een ander is kleiner dan een op een miljard is.54 [medeverdachte 4] heeft hiervoor geen verklaring gegeven. Het feit dat [medeverdachte 4] wellicht af en toe in de loods van de ouders van verdachte is geweest, is naar het oordeel van de rechtbank geen afdoende verklaring voor het feit dat zijn celmateriaal is gevonden op een bivakmuts in een tas in die loods.
Voorts heeft het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) een vergelijkend onderzoek verricht van een aantal voorwerpen die zichtbaar zijn op de bewakingsbeelden van de overval met voorwerpen die gedurend het onderzoek in beslag zijn genomen. Het gaat hierbij om het het hiervoor reeds genoemde veerdrukwapen, merk Smith & Wesson, het veerdrukwapen, model pistool, met opschrift Yuteng, dat door de politie Amsterdam op 17 november 2009 onder [beslagene], de neef van [medeverdachte 1], in beslag is genomen55 en dat door [medeverdachte 1] is gekocht te Spanje56 en de twee paar handschoenen, die in de tas in de loods zijn aangetroffen. Het rapport van het NFI heeft weliswaar geen uitsluitsel kunnen geven omtrent de vraag of de in beslag genomen voorwerpen zijn gebruikt bij de overval, doch het NFI heeft wel geconcludeerd dat alle onderzochte voorwerpen op globale vormen overeenkomen met de voorwerpen die te zien zijn op een van de beelden van de overval en dat deze bevindingen iets beter verklaarbaar zijn als de op de wapens dan wel handschoenen zichtbaar op de beelden de referentiewapens c.q. - handschoenen zijn, dan wanneer deze willekeurig andere wapens dan wel handschoenen zijn.57
Tot slot is nog relevant dat noch verdachte noch zijn medeverdachten ten aanzien van het tijdstip van de overval een sluitend alibi hebben - zo kunnen de ouders van verdachte niet met zekerheid zeggen dat verdachte op de vroege ochtend van 31 augustus 2009 thuis was58 en was [medeverdachte 4] op 31 augustus 2009 vrij59 - en dat [naam neef medeverdachte 1], de neef van [medeverdachte 1], heeft verklaard dat hij heeft gehoord dat [voornaam verdachte], [voornaam medeverdachte 3] en [voornaam medeverdachte 4] bij de overval betrokken zijn.60
Op grond van hetgeen hiervoor is overwogen, in onderlinge samenhang bezien, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1 ten laste gelegde feit samen met [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] heeft gepleegd en dat [medeverdachte 1] hen daarbij behulpzaam is geweest.
Ten aanzien van feit 4
Op 24 november 2009 hebben verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] telefonisch contact met elkaar. Uit deze gesprekken en sms-berichten komt naar voren dat er 'een tasoe met dingen' weggehaald moet worden.61 Tijdens het onderzoek naar deze overval heeft een doorzoeking plaatsgevonden in een loods welke in gebruik is bij verdachte. Bij die gelegenheid zijn in deze loods twee imitatievuurwapens, twee paar zwarte handschoenen en twee bivakmutsen gevonden.62 Het betreft hier een veerdrukpistool met het opschrift KWC made in Taiwan63 en een luchtdrukpistool GAMO type p23.64 Van beide wapens is vastgesteld dat dit verboden wapens zijn zoals bedoeld in de Wet Wapens en Munitie. Op deze wapens en de gevonden bivakmutsen zijn DNA-sporen aangetroffen die vermoedelijk van verdachte en medeverdachte [medeverdachte 4] zijn.65
Ten aanzien van feit 3
* De bekennende verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting d.d. 18 mei 2010;
* Proces-verbaal van bevindingen in beslag genomen goederen onder [verdachte] (dossierpagina 217);
* Proces-verbaal van bevindingen d.d. 20 april 2010, opgenomen in de aanvulling onderzoek.
4.3 Bewezenverklaring
Gezien het bovenstaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de onder 1, 3 en 4 ten laste gelegde feiten heeft begaan, in dier voege dat:
Feit 1
hij op 31 augustus 2009 te Beverwijk tezamen en in vereniging met anderen met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen kassalades inhoudende een geldbedrag van in totaal ongeveer 2898,88 euro en een portemonnee met inhoud, toebehorende aan Aldi en/of [aangever 1], welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen [aangever 1] en [aangever 2], gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken en het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en welke bedreiging met geweld hierin bestonden dat verdachte en/of zijn mededader(s):
- een op een vuurwapen gelijkend voorwerp op die [aangever 1] heeft gericht en haar daarbij de woorden heeft toegevoegd dat die [aangever 1] maar drie seconden zou hebben (teneinde de kluis te openen) anders zou zij door haar hoofd worden geschoten en
- meermalen tegen het hoofd en/of het lichaam van die [aangever 1] heeft geslagen en
- terwijl zijn mededader wederom een op een vuurwapen gelijkend voorwerp op die [aangever 1] gericht hield dreigend tegen die [aangever 1] heeft gezegd: "Vieze leugenaar, we moeten je door je kankerkop schieten" en
- tegen die [aangever 1] heeft geroepen "Ik schiet" (waarna hij begon af te tellen vanaf 10) en
- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp in de rug van die [aangever 2] heeft gedrukt en gedrukt gehouden en die [aangever 2] op deze wijze richting het kantoor heeft geduwd en heeft gedwongen op de grond te gaan liggen;
Feit 3
hij op 10 december 2009 te Amsterdam in zijn slaapkamer wapens van categorie I onder 7°, te weten een alarmpistool, zijnde voorwerpen dat voor wat betreft hun vorm en afmetingen een sprekende gelijkenis vertoonden met vuurwapens en/of met voor ontploffing bestemde voorwerpen voorhanden heeft gehad;
Feit 4
hij op 10 december 2009 te Amsterdam tezamen en in vereniging met anderen, wapens van categorie I onder 7°, te weten:
1. een luchtdrukpistool (GAMO type p23, op 10 december 2009 aangetroffen in
een loods aan de [adres] te Amsterdam) en
2. een veerdrukpistool (KWC made in Taiwan, op 10 december 2009 aangetroffen
in een loods aan de [adres] te Amsterdam),
zijnde een voorwerpen die voor wat betreft hun vorm en afmetingen een sprekende gelijkenis vertoonden met vuurwapens voorhanden heeft gehad.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, leest de rechtbank de tenlastelegging verbeterd. Blijkens het verhandelde op de terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in zijn verdediging.
Hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
5. Strafbaarheid van de feiten
Het bewezenverklaarde levert op:
Feit 1: diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
Feit 3: Handelen in strijd met artikel 13, eerste lid, van de Wet Wapens en Munitie, meermalen gepleegd.
Feit 4: Medeplegen van handelen in strijd met artikel 13, eerste lid, van de Wet Wapens en Munitie, meermalen gepleegd.
6. Strafbaarheid van verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dus strafbaar.
7. Motivering van sancties
Bij de beslissing over de sanctie die aan verdachte moet worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede de persoon van verdachte zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting en de bespreking aldaar van het door GGZ Inforsa Amsterdam uitgebrachte Reclasseringadvies d.d. 24 maart 2010 is gebleken.
In het bijzonder heeft de rechtbank het navolgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich met anderen schuldig gemaakt aan een gewapende overval op een filiaal van de Aldi in Beverwijk. Teneinde bij deze overval geld buit te maken hebben verdachte en zijn mededaders de aanwezige personeelsleden geschopt en geslagen en hen onder bedreiging van, naar later bleek, imitatievuurwapens gedwongen de kluis te openen. Het door verdachte en zijn mededaders gebruikte geweld en de dreiging hen dood te schieten heeft op de slachtoffers een enorme impact gehad. Zij hebben door met name de dreiging hen dood te schieten en het aftellen daadwerkelijk gevreesd dat zij bij deze overval het leven zouden verliezen. Dergelijke vormen van excessief geweld hebben op slachtoffers een enorme impact. Het duurt vaak geruime tijd voor zij dit hebben kunnen verwerken, zo daar al sprake van kan zijn. Daar komt bij dat een feit als het onderhavige sterke gevoelens van onrust en onveiligheid in de samenleving veroorzaakt. Verdachte en zijn mededaders hebben er geen moment blijk van gegeven over de ernst en de gevolgen van hun daad te hebben nagedacht. Daarentegen hebben zij zich louter laten leiden door hun eigen behoefte aan financieel gewin. Verdachte is hiervoor mede verantwoordelijk en verdient - mede gelet op zijn rol - een langdurige onvoorwaardelijk gevangenisstraf.
Daarnaast heeft verdachte thuis en in een loods een aantal imitatievuurwapens voorhanden gehad. Het voorhanden hebben van dergelijke imitatiewapens is een ernstig strafbaar feit nu deze gebruikt plegen te worden bij overvallen en bedreigingen, zoals ook door verdachte en zijn mededaders gepleegd.
Op grond van het vorenoverwogene is de rechtbank van oordeel dat geen andere straf dan een die langdurige en onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming medebrengt, dient te worden opgelegd.
8. Overige beslissingen omtrent in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerpen
De rechtbank is van oordeel dat de in beslag genomen voorwerpen, te weten een alarmpistool en een tas met daarin imitatiewapens, handschoenen, bivakmutsen, voorhamers, een koevoet, een mes, een fototoestel, schoenen en een steelhamer, dienen te worden onttrokken aan het verkeer. Deze voorwerpen zijn aangetroffen bij gelegenheid van het onderzoek naar het door verdachte begane feit. Deze voorwerpen kunnen dienen tot het begaan of de voorbereiding van soortgelijke feiten. Het ongecontroleerde bezit van voormelde in beslag genomen voorwerpen is in strijd met de wet en het algemeen belang.
9. Toepasselijke wettelijke voorschriften
De volgende wetsartikelen zijn van toepassing:
Artikelen 36b, 36c, 36d, 47, 57, 310, 312 van het Wetboek van Strafrecht.
Artikelen 13 en 55 van de Wet Wapens en Munitie
10. Beslissing
De rechtbank:
Spreekt verdachte vrij van het hem onder feit 2 ten laste gelegde feit.
Verklaart bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan zoals hiervoor onder 4.3 weergegeven.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Bepaalt dat de bewezen verklaarde feiten de hierboven onder 5. vermelde strafbare feiten opleveren.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte wegens dit feit tot een gevangenisstraf voor de duur van ACHTENDERTIG (38) MAANDEN.
Bepaalt dat de tijd die verdachte vóór de tenuitvoerlegging van dit vonnis in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de thans opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voorzover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Onttrekt aan het verkeer:
Een alarmpistool
Een tas met daarin een luchtdrukpistool en een veerdrukpistool, twee paar handschoenen, twee bivakmutsen, twee voorhamers, een koevoet, een mes, zwarte schoenen, een fototoestel en een steelhamer.
Gelast de bewaring ten behoeve van de rechthebbende van:
Een externe harde schijf.
Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr. A.C. Monster, voorzitter,
mr. W.A.F. Jansen en mr. M.E. Fortuin, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffier mr. A.P. de Klerk,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 2 juni 2010.
1 De door de rechtbank in de voetnoten als proces-verbaal aangeduide bewijsmiddelen zijn in de wettelijke vorm opgemaakt door personen die daartoe bevoegd zijn en voldoen ook overigens aan de daaraan bij wet gestelde eisen. De opgenomen schriftelijke stukken worden slechts gebruikt in samenhang met de overige bewijsmiddelen. De genoemde processen-verbaal en schriftelijke stukken behoren alle tot het strafrechtelijk onderzoek van de Politie Kennemerland, districtsrecherche IJmond, onder de naam Onderzoek YM09SAAB, met dossiernummer PL 1257/2009039351.
2 Proces-verbaal van aangifte van [aangever 1] d.d. 31 augustus 2009 (dossierpagina 619).
3 Proces-verbaal van aangifte van [aangever 2] d.d. 31 augustus 2009 (dossierpagina 755)
4 Proces-verbaal van aangifte van [aangever 1] d.d. 31 augustus 2009, (dossierpagina 619-621).
5 Proces-verbaal van aangifte van [aangever 2] d.d. 31 augustus 2009 (dossierpagina 754-758)
6 Proces-verbaal van bevindingen van 11 september 2009 (dossierpagina 642-671)
7Proces-verbaal van aangifte van [aangever 1] d.d. 31 augustus 2009 (dossierpagina 620-621), proces-verbaal van aangifte van [aangever 2] (dossierpagina 756-757) en proces-verbaal van bevindingen van 11 september 2009 (dossierpagina 642-671).
8 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 1 december 2009, (dossierpagina 639-640).
9 Proces-verbaal van aangifte van [aangever 1] d.d. 31 augustus 2009 (dossierpagina 619-620)
10 Proces-verbaal van verhoor van de getuige [getuige 1] d.d. 31 augustus 2009 (dossierpagina 788-789), proces-verbaal van bevindingen d.d. 16 oktober 2009 (dossierpagina 790) en proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 1] bij de rechter-commissaris d.d. 15 februari 2010.
11 Proces-verbaal van bevindingen van 1 september 2009 (dossierpagina 686-689)
12 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 8 oktober 2009 (dossierpagina 746-753) en proces-verbaal van aangifte van [aangever 4] d.d. 28 augustus 2009 (dossierpagina 1233-1234)
13 Proces-verbaal van bevindingen van 1 september 2009 (dossierpagina 686-689)
14 Proces-verbaal van aangifte van 1 september 2009 (dossierpagina 1257-1261)
15 Proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 2] d.d. 31 augustus 2009 (dossierpagina 777-778)
16 Vrijwaringsbewijs (dossierpagina 469)
17 Proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte 1] d.d. 7 december 2009 (dossierpagina 1425-1426)
18 Bijlage bij proces-verbaal van observatie d.d. 12 oktober 2009 (dossierpagina 808) en bijlage bij proces-verbaal van 22 oktober 2009 (dossierpagina 815).
19 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 2 september 20009 (dossierpagina 796)
20 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 14 oktober 2009 (dossierpagina 674-675)
21 Proces-verbaal van aangifte van [aangever 1] van 3 september 2009 (dossierpagina 621) en proces-verbaal van verhoor van [aangever 1] van 3 september 2009 (dossierpagina 628)
22 Proces-verbaal van aangifte van [aangever 2] (dossierpagina 756-757).
23 Proces-verbaal van verhoor van [getuige 1] (dossierpagina 788-789)
24 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 11 september 2009 (dossierpagina 645)
25 Proces-verbaal einddossier d.d. 19 februari 2010 (dossierpagina 63).
26 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 6 oktober 2009 (dossierpagina 227-228)
27 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 14 december 2009 (dossierpagina 233)
28 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 28 oktober 2009 (dossierpagina 229)
29 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 11 januari 2010 (dossierpagina 417)
30 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 11 november 2009 (dossierpagina 833) en proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte 1] d.d. 7 december 2009 (dossierpagina 1418 en 1419).
31 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 11 november 2009 (dossierpagina 834-835) en proces-verbaal van bevindingen van 18 december 2009 (dossierpagina 888)
32 Proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 2] d.d. 3 november 2009 (dossierpagina 874-875).
33 Proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 2] d.d. 3 november 2009 (dossierpagina 875) en proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 3] d.d. 26 oktober 2009 (dossierpagina 879-880).
34 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 6 januari 2010, (dossierpagina 921-922).
35 Proces-verbaal d.d. 16 februari 2010 (dossierpagina 125)
36 Proces-verbaal van 6 januari 2010 (dossierpagina 921)
37 Proces-verbaal einddossier d.d. 19 februari 2010 (dossierpagina 25)
38 Proces-verbaal d.d. 16 februari 2010 (dossierpagina 216)
39 Proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte 1] d.d. 7 december 2009 (dossierpagina 1421), en proces-verbaal d.d. 12 februari 2010 (dossierpagina 945-946).
40 Proces-verbaal van 27 januari 2010 (dossierpagina 403)
41 Proces-verbaal d.d. 12 februari 2010 (dossierpagina 945) en proces-verbaal van verhoor van getuige [medeverdachte 3] d.d. 5 januari 2010 (dossierpagina 117-118).
42 Proces-verbaal d.d. 8 februari 2010, (dossierpagina 958 en dossierpagina 973).
43 Proces-verbaal bevindingen in beslaggenomen goederen d.d. 27 januari 2010 (dossierpagina 403).
44 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 18 januari 2010 (dossierpagina 106 en 122)
45 Proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte 1] d.d. 7 december 2009 (dossierpagina 1427).
46 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 16 januari 2010 (dossierpagina 126).
47 Proces-verbaal van inbeslagname met bijlagen d.d. 14 december 2009 (dossierpagina 209 en 210)
48 Proces-verbaal van bevindingen in beslag genomen goederen onder verdachte d.d. 16 februari 2010 (dossierpagina 219)
49 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 20 april 2010 (opgenomen in aanvulling op einddossier)
50 Proces-verbaal sporenonderzoek d.d. 18 december 2009 (opgenomen in aanvulling op einddossier)
51 Een deskundigenrapport, zijnde het rapport van het Nederlands Forensisch Instituut d.d. 29 december 2009 (dossierpagina 1036-1043)
52 Proces-verbaal sporenonderzoek d.d. 18 december 2009 (opgenomen in aanvulling op einddossier)
53 Proces-verbaal 16 januari 2010 (dossierpagina 1007)
54 Een deskundigenrapport, zijnde het rapport van het Nederlands Forensisich Instituut d.d. 29 december 2009 (dossierpagina 1036-1043)
55 Proces-verbaal einddossier (dossierpagina 61 en 62)
56 Proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte 1] d.d. 8 december 2009 (dossierpagina 1443 en 1440)
57 Deskundigenrapport, zijnde het rapport van het Nederlands Forensisch Instituut d.d. 26 maart 2010
58 Proces-verbaal van verhoor van getuige [ouder 1 van verdachte] d.d. 15 februari 2010 bij de rechter-commissaris en proces-verbaal van verhoor van getuige [ouder 2 verdachte] d.d. 15 december 2010 bij de rechter-commissaris
59 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 23 december 2009 (dossierpagina 1073)
60 Proces-verbaal van verhoor van [neef medeverdachte 1] d.d. 21 december 2009, (dossierpagina 1517).
61 Proces-verbaal bevindingen in beslaggenomen goederen d.d. 4 februari 2010 (dossierpagina 521).
62 Proces-verbaal van inbeslagname d.d. 14 december 2009, (dossierpagina 209).
63 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 27 april 2010, opgenomen in de aanvulling onderzoek.
64 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 20 april 2010, opgenomen in de aanvulling onderzoek.
65 Een deskundigenverslag, zijnde een rapport van Nederlands Forensisch Instituut d.d. 11 januari 2010, (dossierpagina 1044).