ECLI:NL:RBHAA:2010:BL9312
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit omtrent persoonsgebonden budget en eigen bijdrage op grond van de Wmo
In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 18 maart 2010 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en het college van burgemeester en wethouders van Haarlemmermeer. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen een besluit van 27 januari 2009, waarbij haar een persoonsgebonden budget (Pgb) was toegekend voor hulp bij het huishouden. Eiseres stelde dat de termijn voor het nemen van een besluit op haar bezwaar was overschreden en dat het beleid van verweerder onduidelijk was, wat leidde tot verwarring over de hoogte van het Pgb en de eigen bijdrage die zij moest betalen.
De rechtbank oordeelde dat de termijn voor het nemen van een besluit op het bezwaar inderdaad was overschreden, maar dat verweerder inmiddels een beslissing had genomen, waardoor eiseres geen belang meer had bij een beoordeling van dit beroep. Dit deel van het beroep werd dan ook niet-ontvankelijk verklaard. Wat betreft de hoogte van het Pgb en de eigen bijdrage, oordeelde de rechtbank dat de vaststelling van de eigen bijdrage niet door het college van burgemeester en wethouders, maar door het Centraal Administratie Kantoor (CAK) plaatsvond. De rechtbank concludeerde dat verweerder niet tekort was geschoten in zijn coördinerende taak en dat het beroep van eiseres ongegrond was.
De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van de gemeente en het CAK in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en de rol van de gemeenteraad bij het vaststellen van eigen bijdragen. De rechtbank verklaarde het beroep voor zover gericht tegen het niet tijdig beslissen op het bezwaar niet-ontvankelijk en het beroep voor het overige ongegrond. Eiseres heeft de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan bij de Centrale Raad van Beroep.