ECLI:NL:RBHAA:2010:BL9303
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van een persoonsgebonden budget voor huishoudelijke hulp
In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 22 maart 2010 uitspraak gedaan in een geschil over de intrekking en terugvordering van een persoonsgebonden budget (Pgb) voor huishoudelijke hulp. Eiseres had in 2007 en 2008 een Pgb ontvangen, maar de gemeente Zaanstad besloot in 2009 om dit budget in te trekken en het reeds uitgekeerde bedrag van € 6.575,65 terug te vorderen. De gemeente stelde dat eiseres onjuiste informatie had verstrekt over haar zorgverlener, die haar broer bleek te zijn, en dat hij tot haar leefeenheid behoorde, waardoor zij geen recht had op het Pgb.
Eiseres betwistte deze stelling en voerde aan dat haar broer niet bij haar woonde, maar slechts haar adres als postadres gebruikte. De rechtbank oordeelde dat de gemeente niet voldoende bewijs had geleverd om aan te tonen dat eiseres en haar broer tot dezelfde leefeenheid behoorden. De enkele GBA-inschrijving was onvoldoende om deze conclusie te rechtvaardigen. De rechtbank benadrukte dat het aan de gemeente was om de relevante feiten en omstandigheden te onderzoeken en dat de bewijslast bij de gemeente lag.
De rechtbank verklaarde het beroep van eiseres gegrond en vernietigde het bestreden besluit van de gemeente. Tevens herstelde de rechtbank de besluiten van 24 maart 2009 en 14 mei 2009, omdat er geen feitelijke grondslag was voor de intrekking van het Pgb en de terugvordering daarvan. De gemeente werd veroordeeld tot het betalen van de proceskosten van eiseres, die op € 644,-- werden vastgesteld. De uitspraak is openbaar gedaan en er staat hoger beroep open bij de Centrale Raad van Beroep.