ECLI:NL:RBHAA:2010:BL6945

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
16 februari 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
AWB 09/6449 & 09/6450
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening+bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Oordeel over Wav-boete opgelegd aan autobedrijf wegens vermeende arbeid vreemdeling

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Haarlem op 16 februari 2010, ging het om een geschil tussen Autobedrijf Multi Cars V.O.F. en de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De zaak betrof de oplegging van een Wav-boete van € 8.000,- aan het autobedrijf, omdat een vreemdeling volgens de verweerder werkzaamheden zou hebben verricht ten behoeve van het bedrijf. De voorzieningenrechter, W.J.A.M. van Brussel, oordeelde dat de gang van zaken meer leek op de aankoop van een sloopauto-onderdeel door de vreemdeling, dan dat er sprake was van arbeid in de zin van de Wet arbeid vreemdelingen (Wav). De voorzieningenrechter verklaarde het beroep gegrond en wees het verzoek om een voorlopige voorziening af. Het bestreden besluit van 20 november 2009 werd vernietigd en het primaire besluit van 3 augustus 2009 werd herroepen. De voorzieningenrechter oordeelde dat er geen grondslag was voor de opgelegde boete, omdat de vreemdeling niet als werknemer kon worden aangemerkt. Tevens werd de minister veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan eiseres, omdat er een toevoeging was afgegeven op basis van de Wet op de rechtsbijstand. De uitspraak werd gedaan in het kader van een voorlopige voorziening en de hoofdzaak, waarbij hoger beroep openstaat bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector bestuursrecht
zaaknummers: AWB 09 - 6449 (voorlopige voorziening)
AWB 09 - 6450 (beroep)
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter van 16 februari 2010
in de zaken van:
Autobedrijf Multi Cars V.O.F.,
gevestigd te Vijfhuizen,
eiseres,
gemachtigde: mr. J.A.W. Enoch, advocaat te Utrecht,
tegen:
de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
verweerder.
Tegenwoordig: mr. W.J.A.M. van Brussel, voorzieningenrechter, en R.I. ten Cate, griffier.
Zitting: 16 februari 2010
Verschenen: Eiseres, vertegenwoordigd door [naam], bijgestaan door mr. J.A.W. Enoch. Verweerder is vertegenwoordigd door mr. E.F. Roskott en W. de Bakker, beiden werkzaam bij het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
Het geschil betreft de door verweerder aan eiseres opgelegde boete van € 8.000,- voor het overtreden van artikel 2, eerste lid, van de Wet arbeid vreemdelingen (Wav).
De voorzieningenrechter, gehoord partijen, is van oordeel dat in deze zaak nader onderzoek redelijkerwijs niet kan bijdragen aan de beoordeling daarvan en dat ook overigens geen beletsel bestaat om met toepassing van artikel 8:86, eerste lid, Algemene wet bestuursrecht (Awb) onmiddellijk uitspraak in de hoofdzaak te doen.
Bij mondelinge uitspraak van 16 februari 2010 heeft de voorzieningenrechter het beroep gegrond verklaard en het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. De voorzieningenrechter heeft voorts het bestreden besluit van 20 november 2009 vernietigd, het primaire besluit van 3 augustus 2009 herroepen en bepaald dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde besluit. Tot slot heeft de voorzieningenrechter aanleiding gezien om verweerder te veroordelen in de door eiseres gemaakte proceskosten tot een bedrag van € 874,-, te betalen aan de griffier, omdat ten behoeve van eiseres een toevoeging is afgegeven ingevolge de Wet op de rechtsbijstand. Verweerder dient de door eiseres betaalde griffierechten ter hoogte van € 594,- aan haar te vergoeden.
De voorzieningenrechter heeft daartoe het volgende overwogen.
De voorzieningenrechter gaat op basis van de stukken en de verklaringen ter zitting uit van de volgende feiten. De vreemdeling [naam] (hierna: de vreemdeling) kwam op de dag van de controle een versnellingsbak kopen bij eiseres. Eiseres had een dag eerder met de vreemdeling afgesproken dat hij die de volgende dag kon ophalen. Op het moment dat eiseres bezig was met het demonteren van de versnellingsbak, kwam de vreemdeling langs en heeft hij eiseres geholpen met het tillen van de voor hem bestemde versnellingsbak uit de auto, omdat die erg zwaar was. De versnellingsbak is op de werkbank gezet en de vreemdeling heeft de bak vervolgens getest op speling. Dat - zoals verweerder ter zitting heeft gesteld - uit het proces-verbaal kan worden opgemaakt dat de vreemdeling alleen onder de brug stond, kan de voorzieningenrechter niet vaststellen, omdat het proces-verbaal van de controle op dit punt te onduidelijk is. Dat de vreemdeling bij het verwijderen van de versnellingsbak gereedschap in zijn handen had - hetgeen eiseres heeft ontkend - is eerst in het proces-verbaal dat is opgemaakt op 1 april 2009 vermeld. Aangezien de controle ruim voor die datum, te weten op 29 oktober 2008, heeft plaatsgevonden, acht de voorzieningenrechter het proces-verbaal op dit punt onvoldoende betrouwbaar.
De voorzieningenrechter is op grond van deze feiten van oordeel dat de gang van zaken meer het karakter heeft van het aankopen van een sloopauto-onderdeel door de vreemdeling, dan dat er sprake van is geweest dat eiseres de vreemdeling arbeid heeft laten verrichten als bedoeld in de Wav. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter was er dan ook geen grondslag voor het opleggen van een boete.
Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal,
(griffier) (voorzieningenrechter)
afschrift verzonden op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak staat uitsluitend voorzover het de hoofdzaak betreft hoger beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA Den Haag. Het hoger beroep dient te worden ingesteld door het indienen van een beroepschrift binnen zes weken onmiddellijk liggend na de dag van verzending van de uitspraak door de griffier.