ECLI:NL:RBHAA:2009:BK6079

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
3 december 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
15/700610-09
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verstrekking camerabeelden aan de verdediging in strafzaak

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Haarlem op 3 december 2009, is een bezwaarschrift ingediend door mr. H.C. Meijer, de raadsman van de verdachte, tegen de beslissing van de officier van justitie om camerabeelden van een steekpartij niet in kopie te verstrekken. De raadsman stelde dat het essentieel was om deze beelden voorafgaand aan de inhoudelijke behandeling te kunnen bekijken, zodat hij de betekenis ervan voor de bewijsvoering kon beoordelen. Hij betoogde dat het niet voldoende was om de beelden alleen op het politiebureau te bekijken of pas tijdens de zitting te zien wanneer de officier deze zou vertonen. De raadsman benadrukte dat er mogelijk zowel belastend als ontlastend materiaal op de beelden te zien zou zijn en dat hij ervoor zou zorgen dat de beelden vertrouwelijk behandeld zouden worden.

De raadkamer oordeelde dat de belangen van de verdediging zwaarder wegen dan het niet nader gespecificeerde recht op privacy van derden die op de beelden herkenbaar zouden kunnen zijn. De raadkamer vond dat de verdediging in haar belangen was geschaad door het niet verstrekken van de camerabeelden in kopie. De mogelijkheid om de beelden op het politiebureau te bekijken werd niet gelijkgesteld aan het ontvangen van een kopie, vooral gezien het verzoek van de raadsman om de beelden in alle rust samen met zijn cliënte te kunnen bekijken. De raadkamer verklaarde het bezwaarschrift gegrond en beval de officier van justitie om de camerabeelden aan het dossier toe te voegen en de raadsman en de verdachte daarvan kennis te laten nemen door een kopie ter beschikking te stellen.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector Strafrecht
Locatie Haarlem
Meervoudige raadkamer
Registratienummer: 09/1392
Parketnummer: 15/700610-09
Uitspraakdatum: 3 december 2009
beschikking (art. 32 Sv)
1. Ontstaan en loop van de procedure
Op 20 november 2009 is op de griffie van de rechtbank Haarlem ingekomen een bezwaarschrift, gedateerd 20 november 2009, van mr. H.C. Meijer, gemachtigde van
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
domicilie kiezende te [adres], ten kantore van mr. H.C. Meijer, advocaat.
Het bezwaarschrift is gericht tegen de schriftelijke mededeling van de officier van justitie d.d. 10 november 2009, inhoudende de beslissing dat de door de raadsman verzochte camerabeelden waarop een steekpartij te zien zou zijn niet in kopie zullen worden verstrekt aan de raadsman.
Op 2 december 2009 is dit bezwaarschrift in raadkamer met gesloten deuren behandeld.
Voor verdachte is verschenen mr. Meijer, voornoemd.
Tevens was aanwezig de officier van justitie mr. M. A. Oudendijk.
Van het verhandelde ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal gemaakt. De inhoud daarvan wordt als hier ingelast beschouwd.
2. Beoordeling
De raadsman van verdachte heeft het bezwaarschrift – zakelijk weergegeven – als volgt toegelicht. Hij wil niet slechts kennisnemen van de camerabeelden door deze (na een daartoe te maken afspraak) op het politiebureau te bekijken, maar hij wenst deze camerabeelden aan het dossier toegevoegd te hebben. Hij wil deze camerabeelden namelijk voorafgaande aan de inhoudelijke behandeling met zijn cliënte kunnen bekijken om hun betekenis voor de bewijsvoering te kunnen beoordelen. De raadsman merkt in dit verband nog op dat het onvoldoende recht doet aan het verdedigingsbelang om deze camerabeelden op het politiebureau te bekijken of eerst ter terechtzitting te zien wanneer de officier van justitie deze beelden zal gaan vertonen. Op de camerabeelden is wellicht niet alleen belastend, maar mogelijk ook ontlastend materiaal te zien. De raadsman benadrukt dat hij ervoor zal zorgen dat de in kopie te verstrekken camerabeelden niet op internet of elders zullen circuleren. Hij zal er vertrouwelijk mee omgaan. Dit wil hij zonodig contractueel vastleggen.
De officier van justitie acht het bezwaarschrift ongegrond. De zaaksofficier van justitie is voornemens om ter gelegenheid van de inhoudelijke behandeling van de strafzaak de desbetreffende camerabeelden ter openbare terechtzitting te tonen. Het gaat daarbij om meer (bewegende) beelden dan de enkele afbeelding van een stekende beweging, welke afbeelding thans onderdeel uitmaakt van het procesdossier. Het openbaar ministerie volgt de algemene landelijke lijn in dezen dat camerabeelden niet (in kopie) worden verstrekt aan de verdediging. De officier van justitie stelt voorts dat de laatste tijd beeldmateriaal uit strafdossiers waarop ook derden te zien zijn op het internet terecht zijn gekomen. Dat is een ongewenste ontwikkeling, omdat het een schending oplevert van het recht op privacy van deze derden.
De raadkamer overweegt als volgt.
Gelet op de aankondiging van de officier van justitie dat de desbetreffende camerabeelden ter openbare terechtzitting zullen worden vertoond, en gelet op hetgeen ter raadkamerbehandeling naar voren is gebracht, staat naar het oordeel van de raadkamer voldoende vast dat de verdediging in haar belangen is geschaad indien de camerabeelden niet op voorhand (in kopie) aan de raadsman worden verstrekt. Weliswaar is de raadsman de praktische mogelijkheid geboden om kennis te nemen van de desbetreffende camerabeelden door deze na afspraak op het politiebureau te bekijken, maar in de onderhavige zaak is in het licht van het klemmende verzoek van de raadsman om de beelden in alle rust, eventueel tezamen met zijn cliënte, te bekijken deze kennisnemingsmogelijkheid niet op één lijn te stellen met het in kopie ontvangen van de beelden. In deze specifieke zaak valt niet in te zien dat bij een afweging van de betrokken belangen het door de officier van justitie niet nader gespecificeerde recht op privacy van eventuele derden die herkenbaar in beeld zouden zijn, zwaarder moet wegen dan de belangen van de verdediging bij een goede voorbereiding op de inhoudelijke behandeling van de zaak. Daarbij weegt de raadkamer mee dat de raadsman ter raadkamerbehandeling uitdrukkelijk heeft toegezegd dat hij vertrouwelijk zal omgaan met deze camerabeelden. Het bestaan van een landelijke OM-lijn met betrekking tot de verstrekking van camerabeelden, waarop de officier zich heeft beroepen, doet - wat daarvan verder ook zij - in deze specifieke zaak aan het voorafgaande niet af.
3. Beslissing
De raadkamer:
verklaart het bezwaarschrift gegrond;
beveelt de officier van justitie om de camerabeelden in deze strafzaak aan het dossier toe te voegen en om klager en zijn raadsman daarvan kennis te laten nemen door een kopie van deze camerabeelden ter beschikking te stellen.
4. Samenstelling raadkamer en uitspraakdatum
Deze beschikking is gegeven door
mr. T. Avedissian, voorzitter,
mrs. A.C. Monster en K.G. Witteman, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. A. Blijleven, griffier,
en uitgesproken op 3 december 2009.