ECLI:NL:RBHAA:2009:BJ8780

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
18 september 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
15-800742-09
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van mensensmokkel met zeven personen, waaronder vijf kinderen, bij wederrechtelijke inreis in Nederland

In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 18 september 2009 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van mensensmokkel. De verdachte, geboren in Somalië en zonder bekende woon- of verblijfplaats in Nederland, werd ervan beschuldigd zeven personen, waaronder vijf kinderen, te hebben geholpen bij hun wederrechtelijke inreis in Nederland. De tenlastelegging omvatte het regelen van vervalste paspoorten, het boeken van vliegtickets, en het begeleiden van deze personen tijdens hun reis van Athene naar Schiphol. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat het openbaar ministerie ontvankelijk was in zijn vervolging. De officier van justitie vorderde een gevangenisstraf van 42 maanden, en de rechtbank heeft deze vordering toegewezen. De rechtbank overwoog dat de verdachte op verschillende manieren verweven was met de andere betrokkenen, en dat zijn verklaring ongeloofwaardig was. De rechtbank achtte het bewezen dat de verdachte samen met anderen handelde en dat hij wist dat de toegang tot Nederland wederrechtelijk was. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 42 maanden en heeft verschillende in beslag genomen voorwerpen verbeurd verklaard. De uitspraak benadrukt de ernst van mensensmokkel en de impact ervan op de rechtsorde.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector Strafrecht
Locatie Schiphol
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: 15/800742-09
Uitspraakdatum: 18 september 2009
Tegenspraak
Strafvonnis
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 4 september 2009 in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] (Somalië),
zonder bekende woon- of verblijfplaats hier te lande,
thans gedetineerd in P.I. Midden Holland, Huis van Bewaring Haarlem te Haarlem.
1. Tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij in of omstreeks de periode van 1 april 2009 tot en met 21 mei 2009 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer en/of Athene, in elk geval in Nederland en/of Griekenland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een of meer ander(en), te weten (zich noemende) [betrokkene 1] (zich tevens noemende [betrokkene 1]) en/of (zich noemende) [betrokkene 2] (zich tevens noemende [betrokkene 2]) en/of (zich noemende) [betrokkene 3] (zich tevens noemende [betrokkene 3]) en/of (zich noemende) [betrokkene 4] (zich tevens noemende [betrokkene 4]) en/of (zich noemende) [betrokkene 5] (zich tevens noemende [betrokkene 5]) en/of (zich noemende) [betrokkene 6] (zich tevens noemende [betrokkene 6]) en/of (zich noemende) [betrokkene 7] (zich tevens noemende [betrokkene 7]), behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van toegang tot of doorreis door Nederland, een andere lidstaat van de Europese Unie, IJsland, Noorwegen, in elk geval een staat die is toegetreden tot het op 15 november 2000 te New York totstandgekomen Protocol tegen de smokkel van migranten over land, over de zee en in de lucht, tot aanvulling van het op 15 november 2000 te New York totstandgekomen Verdrag tegen transnationale georganiseerde misdaad, of hem/haar/hen daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s),
- voor/aan voornoemd(e) perso(o)n(en) een (ver)vals(t)e/niet op ware naam gesteld paspoort geregeld en/of gemaakt en/of gekocht en/of gegeven en/of
- (vervolgens) voor/ aan voornoemd(e) perso(o)n(en) (een) vliegticket(s) geboekt en/of verstrekt en/of gegeven en/of gekocht en/of
- (vervolgens) voornoemd(e) perso(o)n(en) begeleid op hun reis van Athene (Griekenland) naar Schiphol (Nederland) en/of
- (daarbij) tezamen met voornoemd(e) pers(o)n(en) heeft ingecheckt op de luchthaven van Athene en/of
- (vervolgens, na aakomst te Schiphol) voornoemd(e) perso(o)n(en) begeleid op de luchthaven Schiphol en/of
- (daarbij) voornoemd(e) perso(o)n(en)(telefonische) aanwijzingen en/of instructies gegeven en/of
- (vervolgens) voornoemd(e) perso(o)n(en) begeleid naar de (paspoort)controle,
terwijl verdachte en/of diens mededader(s) wist(en) of ernstige redenen had(den) te vermoeden dat die toegang of die doorreis wederrechtelijk was.
2. Voorvragen
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
3. Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van het ten laste gelegde feit en gevorderd dat verdachte ter zake zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van tweeënveertig maanden. Daarnaast heeft de officier van justitie de teruggave aan de uitgevende instantie gevorderd van twee in beslaggenomen paspoorten, de teruggave aan de rechthebbende van beide telefoontoestellen en ten slotte de verbeurdverklaring van het vliegticket, drie coupons en een notitie en memo.
4. Bewijs
4.1. Redengevende feiten en omstandigheden *1
Op 21 mei 2009 is verdachte vanuit Athene op Schiphol aangekomen. Tijdens de paspoortcontrole heeft verdachte een vreemdelingenpaspoort van Denemarken op naam van [verdachte] overhandigd. Aangezien er geen twijfels bestonden over de echtheid van dit document, heeft de controlerende verbalisant verdachte zijn weg laten vervolgen. Na verdachte bood een jonge man van vermoedelijk Somalische afkomst, met achter hem een Somalische vrouw en een jonge Somalische jongen, een vreemdelingenpaspoort van Denemarken aan ter controle. De verbalisant zag dat dit paspoort op naam stond van een vrouw genaamd [betrokkene 1] en dat in dit paspoort twee kinderen waren bijgeschreven. Omdat werd getwijfeld aan het document alsmede aan de reden van hun komst naar Nederland werden betrokkenen apart gezet voor een documentcontrole. Op hetzelfde moment bood een andere vrouw van vermoedelijk Somalische afkomst een paspoort bij een andere verbalisant aan, samen met een drietal kinderen. Dit paspoort stond op naam van [betrokkene 2]. In dit paspoort waren vier kinderen bijgeschreven. Ook hier had de verbalisant twijfels omtrent het paspoort en het reisdoel en werd beslist ook deze mensen apart te zetten. Aangezien verbalisanten het vermoeden hadden dat de man die vlak voor de groep had gelopen, en vermoedelijk ook van Somalische afkomst was, ook bij de groep hoorde, is het paspoort van deze man (verdachte) nogmaals onderzocht en is gekeken of de man samen reisde met bovengenoemde vrouwen en kinderen. Geconstateerd werd dat de namen van de kinderen genoemd in het paspoort van verdachte overeenkwamen met de namen van de kinderen in het paspoort van de tweede vrouw. *2 Nader onderzoek van de afdeling Falsificaten van de Koninklijke Marechaussee wees uit dat beide vrouwen en alle vijf kinderen niet de rechtmatige houders van de door hen aangeboden paspoorten waren. *3
Uit de boekingsgegevens is gebleken dat op woensdag 20 mei 2009 vier internetboekingen voor een ticket enkele reis Athene-Amsterdam op 21 mei 2009 zijn verricht met het e-mailadres [emailadres] binnen een korte tijdspanne, te weten voor verdachte Ali om 16.14 uur, voor betrokkene 2 ([betrokkene 2]) om 16.24 uur, voor betrokkene 3 ([betrokkene 3]) om 16.28 uur en voor betrokkene 6 ([betrokkene 6]) om 16.35 uur. *4 Voorts is gebleken dat op dezelfde dag, 20 mei 2009, voor de overige vier personen een internetboeking voor een ticket enkele reis Athene-Amsterdam op 21 mei 2009 is verricht met het e-mailadres [emailadres] binnen een korte tijdspanne, te weten voor betrokkene 1 ([betrokkene 1]) om 16.42 uur, voor betrokkene 4 ([betrokkene 4]) om 16.47 uur, voor betrokkene 5 ([betrokkene 5]) om 16.45 uur en voor betrokkene 7 ([betrokkene 7]) om 16.38 uur. *5 Alle boekingen werden gemaakt bij dezelfde reisagent, geregistreerd onder het nummer [nummer]. De gebruikte ticketnummers van alle acht personen zijn veelal opeenvolgend. Betrokkenen 1 en 5 hebben een opeenvolgend ticketnummer, betrokkenen 2 en 3 hebben een opeenvolgend ticketnummer, betrokkenen 6 en 7 hebben een bijna opeenvolgend ticketnummer en gesmokkelde 4 en verdachte hebben eenzelfde serie. Tijdens de boeking is een aantal telefoonnummers opgegeven, hetgeen dient als contactgegevens voor een eventuele thuisblijver, welke nummers bij alle acht de personen slechts op kleine punten verschillen en bij vijf personen volledig overeenkomen. *6
Gebleken is dat verdachte en de zeven betrokken personen op donderdag 21 mei 2009 te Athene achtereenvolgend hebben ingecheckt om 04.23 uur. Voorts is uit de passagierslijst gebleken dat verdachte en de gesmokkelde personen in het vliegtuig op twee rijen dicht bij elkaar hebben gezeten, namelijk op rij 28 stoel A tot en met F en op rij 29 stoel C en D. *7
Voorts is bij verdachte in het paspoort en in zijn broekzak een drietal coupons (boarding passes) van Olympic Airlines aangetroffen, op naam gesteld van [verdachte], [betrokkene 5] en [betrokkene 1] en betroffen allen de reisroute van Athene naar Amsterdam op 21 mei 2009 met vluchtnummer OA151. *8
Verdachte ontkent een van de andere zeven personen te kennen en hij heeft ter zitting verklaard dat hij in het vliegtuig niet naast twee Somalische vrouwen of een van de andere betrokkenen heeft gezeten. Echter uit de vluchtgegevens en de verklaring van [betrokkene 3] ter zitting is gebleken dat verdachte naast [betrokkene 1] zat en dat hij met [betrokkene 3] in dezelfde rij zat in het vliegtuig.
Verdachte heeft verklaard dat hij vanuit Denemarken via Athene en via Amsterdam op weg was naar Stockholm en dat hij het paspoort van zijn vrouw bij zich had om aldaar visa voor zijn vrouw en twee van zijn kinderen te regelen voor hun voorgenomen vakantiereis naar Ethiopië. Dat paspoort is verdachte kwijtgeraakt of van hem gestolen toen hij in Athene was. Hij bemerkte dit twee dagen voor de reis van Athene naar Amsterdam. Echter, in plaats van de koffer geheel te doorzoeken of aangifte te doen van het verlies van dit paspoort heeft verdachte ervoor gekozen om pas in Nederland goed te gaan zoeken naar het paspoort. *9 Gebleken is dat de vrouw die in het vliegtuig naast verdachte heeft gezeten het paspoort van zijn vrouw heeft gebruikt bij de paspoortcontrole in Nederland. *10
Ter terechtzitting heeft [betrokkene 3] verklaard dat de man die voor hem zat (waarbij de getuige naar verdachte wees) zijn reisagent was tijdens zijn reis van Griekenland naar Amsterdam. De getuige heeft desgevraagd tegenover de rechtbank deze verklaring herhaald, nadat verdachte was gaan staan en zich gekeerd had tot de getuige. Getuige heeft tevens verklaard dat hij verdachte kent onder de naam [naam]. Getuige had 300 euro betaald aan verdachte en zou bij aankomst in Zweden de overige afgesproken 1500 euro aan hem betalen. *11 Bij het verhoor van [betrokkene 3] bij de Koninklijke Marechaussee heeft getuige verklaard dat hij van verdachte instructies had gehad om de naam waaronder hij reisde uit zijn hoofd te leren. *12
De rechtbank overweegt als volgt.
Op grond van alle voornoemde feiten en omstandigheden, in onderling verband en samenhang bezien, wordt de verklaring van verdachte dat hij de personen die met hem zijn aangehouden niet zou kennen ongeloofwaardig geacht. De persoon van verdachte is op vele manieren verweven met die van de overige zeven betrokkenen, zowel met betrekking tot het boeken van de tickets, het inchecken in Athene als met de reis naar Amsterdam. Daarbij acht de rechtbank in dit verband van belang dat verdachte in het bezit was van de boarding passes van enkele van de betrokkenen en met name dat één van de betrokkenen, die nota bene naast verdachte in het vliegtuig zat, gebruik maakte van het paspoort van zijn echtgenote. De verklaring van verdachte dat hij dit paspoort in Athene is kwijtgeraakt of dat het daar is gestolen acht de rechtbank volstrekt ongeloofwaardig. Met name verdachtes verklaring dat hij in Athene had besloten in Amsterdam zijn bagage eens goed te doorzoeken, strookt op generlei wijze met het doel van zijn reis. Verdachte was immers, zoals hij heeft verklaard, via Amsterdam op weg naar Stockholm om aldaar een visum voor zijn echtgenote te regelen. Daartoe is het bezit van het paspoort van die echtgenote onontbeerlijk. Voorts acht de rechtbank de verklaring van [betrokkene 3] van belang. Zijn verklaring ter terechtzitting, die steun vindt in verschillende overige bewijsmiddelen, wijst overduidelijk naar verdachte als de “reisagent”. Getuige noemt hem zelfs in zijn verklaring “de smokkelaar”. De rechtbank heeft geen enkele aanleiding te twijfelen aan de verklaringen van deze getuige.
4.2. Bewezenverklaring
Gezien het bovenstaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan, in dier voege dat:
hij in de periode van 1 april 2009 tot en met 21 mei 2009 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer en Athene, tezamen en in vereniging met anderen, anderen, te weten (zich noemende) [betrokkene 1] (zich tevens noemende [betrokkene 1]) en (zich noemende) [betrokkene 2] (zich tevens noemende [betrokkene 2]) en (zich noemende) [betrokkene 3] (zich tevens noemende [betrokkene 3]) en (zich noemende) [betrokkene 4] (zich tevens noemende [betrokkene 4]) en (zich noemende) [betrokkene 5] (zich tevens noemende [betrokkene 5]) en (zich noemende) [betrokkene 6] (zich tevens noemende [betrokkene 6]) en (zich noemende) [betrokkene 7] (zich tevens noemende [betrokkene 7]), behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van toegang tot Nederland, een staat die is toegetreden tot het op 15 november 2000 te New York totstandgekomen Protocol tegen de smokkel van migranten over land, over de zee en in de lucht, tot aanvulling van het op 15 november 2000 te New York totstandgekomen Verdrag tegen transnationale georganiseerde misdaad, en hen daartoe gelegenheid, middelen en inlichtingen heeft verschaft, immers hebben verdachte en zijn mededaders,
- aan voornoemde personen een niet op ware naam gesteld paspoort gegeven en
- vervolgens voor/aan voornoemde personen vliegtickets geboekt en verstrekt en gegeven en gekocht en
- vervolgens voornoemde personen begeleid op hun reis van Athene (Griekenland) naar Schiphol (Nederland) en
- daarbij tezamen met voornoemde personen heeft ingecheckt op de luchthaven van Athene en
- vervolgens, na aankomst te Schiphol voornoemde personen begeleid op de luchthaven Schiphol en
- daarbij voornoemde personen aanwijzingen en instructies gegeven en
- vervolgens voornoemde personen begeleid naar de paspoortcontrole,
terwijl verdachte en diens mededaders wisten dat die toegang wederrechtelijk was.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. Blijkens het verhandelde op de terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in zijn verdediging.
Hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
5. Strafbaarheid van het feit
Het bewezenverklaarde levert op:
Medeplegen van mensensmokkel.
6. Strafbaarheid van verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dus strafbaar.
7. Motivering van sanctie
Bij de beslissing over de sanctie die aan verdachte moet worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede de persoon van verdachte zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
In het bijzonder heeft de rechtbank het navolgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich tezamen met anderen bezig gehouden met mensensmokkel. Daarbij is verdachte zeven personen, waaronder vijf kinderen, behulpzaam geweest bij de wederrechtelijke inreis in Nederland.
Mensensmokkel valt onder de categorie strafbare feiten die ernstig inbreuk maakt op de rechtsorde en die in de samenleving gevoelens van grote onrust veroorzaken. Het misdrijf doorkruist niet alleen het overheidsbeleid inzake bestrijding van de illegale toegang tot en doorreis door Nederland en andere Schengenlanden, maar draagt ook bij aan de instandhouding van een illegaal circuit, waardoor het maatschappelijk verkeer wordt of kan worden gefrustreerd en gecorrumpeerd.
De officier van justitie heeft de oplegging van een gevangenisstraf voor de duur van tweeënveertig maanden gevorderd. In de omstandigheden van deze strafzaak noch in de persoonlijke omstandigheden van verdachte ziet de rechtbank enige aanleiding af te wijken van de straf die in vergelijkbare gevallen pleegt te worden opgelegd.
Op grond van het vorenoverwogene is de rechtbank van oordeel dat een vrijheidsbenemende straf van na te noemen duur moet worden opgelegd.
8. Overige beslissingen omtrent in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerpen
8.1. Verbeurdverklaring
De rechtbank is van oordeel dat de onder verdachte in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerpen, te weten de notitie en memo, de coupons en het vliegticket, dienen te worden verbeurd verklaard. Uit het onderzoek op de terechtzitting is gebleken dat het bewezenverklaarde feit met behulp van die voorwerpen die aan verdachte toebehoren, is begaan of voorbereid.
8.2. Teruggave
De rechtbank is van oordeel dat twee onder verdachte in beslag genomen en niet teruggegeven Deense paspoorten dienen te worden teruggeven aan de Deense autoriteiten. De onder verdachte inbeslaggenomen en niet teruggegeven telefoons (Nokia en Nokia 2310) dienen te worden teruggegeven aan de rechthebbenden. Uit het onderzoek op de terechtzitting is niet gebleken dat het bewezenverklaarde feit met behulp van deze voorwerpen is begaan of voorbereid.
9. Toepasselijke wettelijke voorschriften
De volgende wetsartikelen zijn van toepassing:
- artikel 33, 33a, 47 en 197a van het Wetboek van Strafrecht.
10. Beslissing
De rechtbank:
Verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan zoals hiervoor onder 4.2. vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Bepaalt dat het bewezenverklaarde feit het hierboven onder 5. vermelde strafbare feit oplevert.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte wegens dit feit tot een gevangenisstraf voor de duur van tweeënveertig (42) maanden.
Bepaalt dat de tijd die verdachte vóór de tenuitvoerlegging van dit vonnis in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de thans opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Verklaart verbeurd:
2D 1.00 STK Notitie en memo
-
6 3.00 STK Diverse
COUPON
11 1.00 STK Vliegticket
OLYMPIC AIRLINE
Gelast de teruggave aan de rechthebbende van:
1D 1.00 STK Telefoontoestel
NOKIA 2310
3C 1.00 STK Telefoontoestel
NOKIA
Gelast de teruggave aan de uitgevende instantie van:
1 1.00 STK Paspoort
DENEMARKEN
2 1.00 STK Paspoort
DENEMARKEN
11. Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr.drs. J.W.H.G. Loyson, voorzitter,
mrs. W.B. Klaus en J.N.A. Jolink, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffier mr. L. de Jong,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 18 september 2009.
Mr. Jolink is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
*1 De in de voetnoten aangeduide bewijsmiddelen zijn in de wettelijke vorm opgemaakt door personen die daartoe bevoegd zijn en ook overigens voldoen aan de daaraan bij wet gestelde eisen.
*2 Proces-verbaal d.d. 21 mei 2009 (dossierparagraaf 4).
*3 Proces-verbaal van aanleiding en onderzoek aangeboden documenten d.d. 21 mei 2009 (dossierparagraaf 5), het Proces-verbaal van aanleiding en onderzoek aangeboden documenten d.d. 21 mei 2009 (dossierparagraaf 6) en het Proces-verbaal identiteit minderjarigen d.d. 22 mei 2009 (dossierparagraaf 8).
*4 Proces-verbaal bevindingen vluchtgegevens d.d. 24 mei 2009 (dossierparagraaf 9).
*5 Proces-verbaal bevindingen vluchtgegevens d.d. 24 mei 2009 (dossierparagraaf 9).
*6 Proces-verbaal bevindingen vluchtgegevens d.d. 24 mei 2009 (dossierparagraaf 9).
*7 Proces-verbaal bevindingen vluchtgegevens d.d. 24 mei 2009 (dossierparagraaf 9).
*8 Proces-verbaal onderzoek inbeslagname d.d. 2 augustus 2009 (dossierparagraaf 1.1.1).
*9 Verklaring verdachte ter terechtzitting d.d. 4 september 2009.
*10 Proces-verbaal d.d. 21 mei 2009 (dossierparagraaf 4).
*11 Verklaring van [betrokkene 3] ter terechtzitting d.d. 4 september 2009.
*12 Proces-verbaal van verhoor [betrokkene 3] d.d. 23 mei 2009 (dossierparagraaf 4.6).