ECLI:NL:RBHAA:2009:BI7374

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
25 maart 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
15-802240-08
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Mensensmokkel en bezit van een vals paspoort

In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 25 maart 2009 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die zich schuldig heeft gemaakt aan mensensmokkel en het medeplegen van het in bezit hebben van een vals paspoort. De verdachte, geboren in Afghanistan en zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland, werd op 29 december 2008 op Schiphol aangehouden. Hij had samen met zijn zus, die hij hielp bij haar reis van Kopenhagen naar Toronto, een vals Frans paspoort en vliegtickets ter controle aangeboden. Tijdens de controle ontstond twijfel over de echtheid van het paspoort, wat leidde tot de aanhouding door de Koninklijke Marechaussee.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op verschillende momenten in de reis betrokken was, waaronder het regelen van het valse paspoort en het betalen voor de vliegtickets. Ondanks zijn ontkenning dat hij wist dat het paspoort vals was, oordeelde de rechtbank dat zijn verklaringen inconsistent waren en dat hij op de hoogte moest zijn van de illegale status van de reis van zijn zus. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan mensensmokkel en het in bezit hebben van een vals paspoort, en hem veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes maanden.

De rechtbank benadrukte de ernst van mensensmokkel, dat niet alleen de rechtsorde ondermijnt, maar ook het vertrouwen in identiteitspapieren schaadt. De verdachte werd veroordeeld tot een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf, waarbij de rechtbank rekening hield met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en de ernst van de feiten. Daarnaast werden de in beslag genomen voorwerpen, waaronder het valse paspoort, verbeurd verklaard en onttrokken aan het verkeer.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector Strafrecht
Locatie Schiphol
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: 15/802240-08
Uitspraakdatum: 25 maart 2009
Tegenspraak
Strafvonnis
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 11 maart 2009 in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats], (Afghanistan)
zonder vaste woon- of verblijfplaats hier te lande,
thans gedetineerd in PI Midden Holland, HvB Haarlem.
Tenlastelegging
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
Feit 1
hij in of omstreeks de periode van 27 tot en met 29 december 2008 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer en/of Denemarken, in elk geval in Nederland, een ander, te weten een persoon zich noemende [gesmokkelde persoon], behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van toegang tot of doorreis door Nederland, een andere lidstaat van de Europese Unie, IJsland, Noorwegen, in elk geval een staat die is toegetreden tot het op 15 november 2000 te New York tot stand gekomen Protocol tegen de smokkel van migranten over land, over de zee en in de lucht, tot aanvulling van het op 15 november 2000 te New York tot stand gekomen Verdrag tegen transnationale georganiseerde misdaad, of haar daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft, immers heeft hij, verdachte,
- voor/aan voornoemde persoon een (ver)vals(t) paspoort(en) geregeld en/of gekocht en/of gegeven en/of betaald en/of
- voor/aan voornoemde persoon (een) vliegticket(s) geboekt en/of verstrekt en/of gegeven en/of gekocht en/of betaald en/of
- (vervolgens) voor/aan voornoemde persoon één of meer stuks bagage ingecheckt en/of
- (vervolgens) voornoemde persoon begeleid op haar reis van Denemarken naar Schiphol (Amsterdam) en/of
- (aldaar aangekomen, vervolgens) voornoemde persoon begeleid naar de (paspoort)controle en/of - (vervolgens) voor voornoemde persoon een (ver)vals(t) paspoort(en) overhandigd en/of aangeboden aan (een) ambtena(a)r(en) belast met de grensbewaking/controle,
terwijl hij, verdachte, wist of ernstige redenen had te vermoeden dat die toegang of die doorreis wederrechtelijk was;
Feit 2
hij op of omstreeks 29 december 2008 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, in het bezit was van een reisdocument, te weten een nationaal paspoort van Frankrijk, voorzien van het paspoortnummer [paspoortnummer] (op naam gesteld van [gesmokkelde persoon], geboren op [geboortedatum]), waarvan hij en zijn mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat dit vals of vervalst was.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, leest de rechtbank deze verbeterd. Blijkens het verhandelde op de terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in haar verdediging.
2. Voorvragen
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
3. De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van de ten laste gelegde feiten en gevorderd dat verdachte terzake zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 7 (zeven) maanden met aftrek overeenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht. Ten aanzien van de in beslag genomen voorwerpen heeft de officier gevorderd dat het paspoort en het identiteitsbewijs worden onttrokken aan het verkeer, de twee instapkaarten en het e-ticket worden verbeurdverklaard en de acht certificaten worden teruggegeven aan verdachte.
4. Bewijsbeslissingen
4.1. Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft betoogd dat verdachte wist dat de toegang tot en doorreis door Nederland wederrechtelijk was en dat verdachte wist dat het nationaal paspoort van Frankrijk op naam gesteld van [gesmokkelde persoon] vals was, nu hij zelf voornoemd paspoort voor haar geregeld heeft.
4.2 Standpunt van de raadsman
De raadsman heeft - kort samengevat - betoogd dat het onder feit 1 tenlastegelegde niet kan worden bewezen, omdat verdachte niet wist dat de doorreis van zijn zus wederrechtelijk was, nu hij in de veronderstelling verkeerd dat zij legaal naar en door Nederland mocht reizen. Zijn zus, [gesmokkelde persoon], had hem immers verteld dat zij in het bezit was van een Schengenvisum. Verdachte had niet hoeven twijfelen aan het verhaal van zijn zus.
4.3 Oordeel van de rechtbank
4.3.1 Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, in dier voege dat:
Feit 1
hij in de periode van 27 tot en met 29 december 2008 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer en/of Denemarken, een ander, te weten een persoon zich noemende [gesmokkelde persoon], behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van toegang tot of doorreis door Nederland, en haar daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft, immers heeft hij, verdachte,
- voor voornoemde persoon een vals paspoort geregeld en gekocht en gegeven en betaald en
- voor voornoemde persoon een vliegticket geboekt en gegeven en gekocht en betaald en
- voor voornoemde persoon één of meer stuks bagage ingecheckt en
- voornoemde persoon begeleid op haar reis van Denemarken naar Schiphol (Amsterdam) en
- aldaar aangekomen voornoemde persoon begeleid naar de (paspoort)controle en
- vervolgens voor voornoemde persoon een vals paspoort overhandigd en aangeboden aan een ambtenaar belast met de grensbewaking/controle, terwijl hij, verdachte, wist dat die toegang of die doorreis wederrechtelijk was;
Feit 2
hij op 29 december 2008 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, tezamen en in vereniging met een ander in het bezit was van een reisdocument, te weten een nationaal paspoort van Frankrijk, voorzien van het paspoortnummer [paspoortnummer] (op naam gesteld van [gesmokkelde persoon], geboren op [geboortedatum]), waarvan hij en zijn mededader wisten dat dit vals was.
Hetgeen aan verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
4.3.2 Bewijsmiddelen(1) en bewijsoverwegingen
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van de ten laste gelegde feiten op grond van de volgende redengevende feiten en omstandigheden.
Op 29 december 2008 op Schiphol heeft verdachte bij gate F08 voor de vlucht naar Toronto (Canada) twee paspoorten en twee tickets ter controle aangeboden, waarvan één paspoort en één ticket toebehoorden aan zijn zus, [gesmokkelde persoon], met wie hij reisde en die achter hem in de rij stond.(2) Tijdens de controle(3) van het Franse paspoort op naam van [gesmokkelde persoon] voorzien van nummer [paspoortnummer] is bij de controlerende beveiligingsmedewerker twijfel ontstaan omtrent de echtheid van voornoemd document. Uit nader onderzoek is gebleken dat het een vals exemplaar betrof.(4) Verdachte is vervolgens door de Koninklijke Marechaussee aangehouden op verdenking van mensensmokkel en het bezit van een vals reisdocument.(5) [gesmokkelde persoon] is eveneens aangehouden op verdenking van het bezit van een vals reisdocument. Uit onderzoek naar de vingerafdrukken van [gesmokkelde persoon] is gebleken dat zij via Oostenrijk naar Denemarken is gereisd, dat zij in Denemarken op 29 juli 2008 asiel heeft aangevraagd, dat de Deense autoriteiten haar middels een zogenaamde Dublinclaim wilde overdragen aan de Oostenrijkse autoriteiten en dat zij op 22 december 2008 met onbekende bestemming is vertrokken uit Denemarken.(6)
Verdachte heeft verklaard dat hij samen met zijn zus een dag voor het geplande vertrek naar Toronto vanaf Schiphol, per trein van Kopenhagen naar Amsterdam heeft gereisd. In Amsterdam hebben zij overnacht in een hotel. Vervolgens zijn zij de volgende dag samen per taxi naar Schiphol gegaan. Het klopt dat hij op 29 december 2008 op Schiphol zijn eigen paspoort en vliegticket evenals het paspoort van [gesmokkelde persoon] en haar vliegticket ter controle heeft overhandigd. De reisbagage van [gesmokkelde persoon] was op zijn naam ingecheckt en verdachte heeft de vliegtickets bekostigd.(7) Verdachte heeft tijdens zijn verhoor voor inverzekeringstelling verklaard dat hij het valse paspoort voor [gesmokkelde persoon] heeft geregeld en dat hij wist dat het paspoort vals was, aangezien hij het paspoort voor haar heeft besteld in Pakistan. Hij heeft paspoort ontvangen per post en hij heeft er 3000 (drieduizend) euro voor betaald.(8) Tijdens zijn verhoor bij de rechter-commissaris heeft verdachte verklaard dat hij voor [gesmokkelde persoon] een visum heeft proberen te regelen in Frankrijk en in Kopenhagen, maar dat deze verzoeken zijn afgewezen.(9) Dit wordt bevestigd door [gesmokkelde persoon] zelf.(10) Zij verklaart voorts dat verdachte haar broer is en dat zij hem verzocht heeft mee te reizen naar Canada. Zij is uit Afghanistan gevlucht wegens veiligheidsredenen.(11)
Ter terechtzitting heeft verdachte verklaard dat hij niets te maken heeft met de verkrijging van voornoemd paspoort en dat hij niet eerder dan op het vliegveld bij het gate het paspoort van zijn zus heeft gekregen. Toen hij zag dat het paspoort een Frans paspoort betrof, wist hij meteen dat het paspoort niet in orde was. [gesmokkelde persoon] had hem immers verteld dat zij beschikte over een visum voor Canada, maar verdachte wist dat personen met een Frans paspoort geen visum behoeven voor het reizen naar Canada. Het was echter op dat moment al te laat de politie te roepen en hij heeft besloten de paspoorten toch te overhandigen.
De rechtbank stelt vast dat de verklaring van verdachte ter terechtzitting op verschillende punten afwijkt van de verklaringen zoals hij die eerder ten overstaan van de Koninklijke Marechaussee en de rechter-commissaris heeft afgelegd. Maar ook die verklaringen zijn niet eensluidend. Dit geldt eveneens voor de verklaringen die [gesmokkelde persoon] heeft afgelegd. In aanmerking genomen de omstandigheid dat verdachte getracht heeft zowel in Frankrijk als in Denemarken een visum voor [gesmokkelde persoon] te regelen, dat hij de reis georganiseerd heeft, dat hij de vliegtickets betaald heeft, dat hij met [gesmokkelde persoon] heeft gereisd van Kopenhagen naar Amsterdam en van plan was mee te reizen naar Toronto, dat hij de bagage van [gesmokkelde persoon] op zijn naam heeft ingecheckt en de paspoorten van hem en [gesmokkelde persoon] heeft overhandigd, hecht de rechtbank geen geloof aan de verklaring van verdachte dat hij niet eerder zou hebben geweten dat [gesmokkelde persoon] met een vals paspoort reisde en dat hij daar pas achterkwam bij de gate op Schiphol, vlak voordat hij de paspoorten ter controle overhandigde bij de gate. De rechtbank houdt verdachte - in ieder geval voor wat betreft het regelen van een vals paspoort voor [gesmokkelde persoon] - aan zijn verklaring zoals afgelegd voor inverzekeringstelling. De rechtbank is van oordeel dat de op dit punt door verdachte afgelegde andersluidende verklaringen niet anders dan tot doel kunnen hebben om de waarheid te bemantelen, te weten dat verdachte heeft geweten dat hij behulpzaam is geweest en gelegenheid en middelen heeft verschaft bij de wederrechte­lijke doorreis van zijn reisgenoot.
5. Strafbaarheid van de feiten
Het bewezenverklaarde levert op:
- Ten aanzien van feit 1: mensensmokkel
- Ten aanzien van feit 2: medeplegen van het in bezit zijn van een reisdocument waarvan hij
weet dat het vals is.
6. Strafbaarheid van verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dus strafbaar.
7. Motivering van sanctie(s) en van overige beslissingen
7.1 Hoofdstraf
Bij de beslissing over de straf die aan verdachte moet worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede de persoon en de draagkracht van verdachte zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
In het bijzonder heeft de rechtbank het navolgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan - kort gezegd - mensensmokkel door een persoon behulpzaam te zijn bij haar reis van Kopenhagen naar Toronto via Nederland en het bezit van een vals reisdocument. Mensensmokkel is een ernstig strafbaar feit dat ernstig inbreuk maakt op de rechtsorde. Het doorkruist niet alleen het overheidsbeleid inzake de bestrijding van illegaal verblijf in en illegale toegang tot Nederland en andere Schengenlanden, maar draagt ook bij tot het in stand houden van een illegaal vreemdelingencircuit, waardoor het overheidsbeleid ten aanzien van vreemdelingen wordt of kan worden gefrustreerd en gecorrumpeerd. Het draagvlak om de 'echte' asielzoekers (politieke vluchtelingen in de zin van de Conventie van Genève) ruimhartig op te vangen, wordt daardoor in ernstige mate ondermijnd.
Voorts heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan het medeplegen van het in bezit van een vals paspoort. Hij heeft daarmee het vertrouwen geschaad dat in het internationaal personenverkeer in identiteitspapieren moet kunnen worden gesteld.
De rechtbank acht gelet op het hiervoor overwogene een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf op zijn plaats. De rechtbank zal echter een vrijheidsstraf van kortere duur opleggen dan door de officier van justitie is gevorderd. De rechtbank acht - gelet op de persoon van de verdachte en de omstandigheden van het geval - een vrijheidsstraf van na te melden duur passend en geboden en in overeenstemming met de straffen die door de rechtbank in soortgelijke gevallen zijn opgelegd.
7.2 Beslag
7.2.1 Verbeurdverklaring
De rechtbank is van oordeel dat de onder verdachte in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerpen, te weten een e-ticket en twee instapkaarten dienen te worden verbeurd verklaard. Uit het onderzoek op de terechtzitting is gebleken dat de bewezenverklaarde feiten met behulp van die voorwerpen, die aan verdachte toebehoren, is begaan of voorbereid.
7.2.2 Onttrekking aan het verkeer
De rechtbank is van oordeel dat de in beslag genomen voorwerpen, te weten een paspoort en een identiteitsbewijs, dienen te worden onttrokken aan het verkeer. Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de bewezenverklaarde feiten met betrekking tot die voorwerpen zijn begaan en zijn voorbereid. Het ongecontroleerde bezit van voormelde, in beslag genomen voorwerpen is in strijd met de wet en het algemeen belang.
8. Toepasselijke wettelijke voorschriften
De volgende wetsartikelen zijn van toepassing:
33, 33a, 36b, 36c, 47, 57, 231 en 197a van het Wetboek van Strafrecht.
9. Beslissing
De rechtbank:
verklaart bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan zoals hiervoor onder 4.3.1 vermeld;
verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij;
bepaalt dat de bewezenverklaarde feiten de hierboven onder 5. vermelde strafbare feiten opleveren;
verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
veroordeelt verdachte wegens dit feit tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 (ZES) MAANDEN.
bepaalt dat de tijd die verdachte vóór de tenuitvoerlegging van dit vonnis in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de thans opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht;
verklaart verbeurd:
- 1.00 STK Diverse ETICKET
- 1.00 STK Instapkaart
- 1.00 STK Instapkaart
onttrekt aan het verkeer:
- 1.00 STK Paspoort Frankrijk
- 1.00 STK Identiteitsbewijs
gelast de teruggave aan [gesmokkelde persoon] van:
- 8.00 STK Certificaat.
10. Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr. M.J.A. Plaisier, voorzitter,
mr. M.E. Fortuin en mr. M.F. Ferdinandusse, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffier mr. M.M.L.A. Zwiersen-Dekker,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 11 maart 2009.
Noten:
1 De door de rechtbank in de voetnoten als proces-verbaal aangeduide bewijsmiddelen zijn in de wettelijke vorm opgemaakt door personen die daartoe bevoegd zijn en voldoen ook overigens aan de daaraan bij de wet gestelde eisen.
2 Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige] d.d. 29 december 2008 (PL27RV/08-096159), dossierparagraaf 0.5.
3 Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige] d.d. 29 december 2008 (PL27RV/08-096159), dossierparagraaf 0.5.
4 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 29 december 2008 (PL27RF/08-096162), dossierparagraaf 0.4.
5 Proces-verbaal van aanhouding verdachte d.d. 29 december 2008 (PL27RV/08-096159), dossierparagraaf 1.1.1 en proces-verbaal van aanhouding [gesmokkelde persoon] d.d. 29 december 2008 (PL27RV/08-096162), dossierparagraaf 1.2.1.
6 Aanvullend proces-verbaal d.d. 31 december 2008 zoals bijgevoegd onder bijlage 1 van het verkort proces-verbaal van voorgeleiding raadkamer met dossiernummer: PL27RV/08-007136.
7 De verklaring van verdachte zoals afgelegd ter terechtzitting van 11 maart 2009.
8 Proces verbaal van verhoor voor inverzekeringstelling d.d. 29 december 2008 (PL27RV/08-096159), dossierparagraaf 1.1.2.
9 Proces-verbaal van verhoor van verdachte bij de rechter-commissaris d.d. 31 december 2008.
10 Proces-verbaal van verhoor van getuige [gesmokkelde persoon] bij de rechter-commissaris d.d. 31 december 2008.
11 Proces-verbaal van verhoor d.d. 30 december 2008 (PL27RV/08-096162), dossierparagraaf 1.2.4.