ECLI:NL:RBHAA:2009:BI5790

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
29 mei 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
15/700688-08
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Poging doodslag en diefstal met geweld in Beverwijk

In deze zaak heeft de rechtbank Haarlem op 29 mei 2009 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die beschuldigd werd van meerdere ernstige misdrijven, waaronder poging doodslag en diefstal met geweld. De verdachte heeft op 8 september 2008 een gewapende overval gepleegd op een Chinees afhaalrestaurant in Beverwijk, waarbij hij een geladen vuurwapen gebruikte. Tijdens de overval heeft hij geprobeerd om het leven van een van de slachtoffers, [slachtoffer 1], te beroven door op haar te schieten, wat resulteerde in een ernstige verwonding en een dwarslaesie. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte met opzet handelde, ondanks zijn verweer dat er geen opzet was. Daarnaast heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan een inbraak en andere diefstallen, waarbij hij geweld heeft gebruikt of gedreigd heeft met geweld. De rechtbank heeft de verdachte licht verminderd toerekeningsvatbaar geacht, maar heeft hem desondanks veroordeeld tot een gevangenisstraf van zeven jaren. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de impact van de misdrijven op de slachtoffers en de samenleving, en heeft de vorderingen van de benadeelde partijen toegewezen, waarbij de verdachte verplicht werd om schadevergoeding te betalen.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector Strafrecht
Locatie Haarlem
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: 15/700688-08
Uitspraakdatum: 29 mei 2009
Tegenspraak
Strafvonnis
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 15 mei 2009 in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1981 te [geboorteplaats],
wonende te [adres],
thans gedetineerd in P.I. Midden Holland, Huis van Bewaring De Geniepoort te Alphen aan den Rijn.
1. Tenlastelegging
Aan verdachte is, na wijziging van de tenlastelegging, tenlastegelegd dat:
Feit 1
hij op of omstreeks 8 september 2008 te Beverwijk, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk [slachtoffer 1] van het leven te beroven, met dat opzet een (geladen) vuurwapen op die [slachtoffer 1] heeft gericht en/of (vervolgens) op het lichaam van die [slachtoffer 1] heeft geschoten, terwijl de uitvoering daarvan niet is voltooid,
welke vorenomschreven poging doodslag werd gevolgd en/of vergezeld en/of voorafgegaan van enig strafbaar feit, te weten een diefstal met geweld (artikel 312 Wetboek van Strafrecht) en/of afpersing (artikel 317 Wetboek van Strafrecht),
immers is/heeft hij, verdachte, toen en aldaar, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weggenomen een of meer portemonnees met inhoud, en/of om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 1] gedwongen tot de afgifte van een of meer portemonnees met inhoud, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte,
- met een (geladen) vuurwapen zich naar het restaurant genaamd [restaurant] begeven en/of
- dat restaurant binnengegaan en/of
- het vuurwapen in de richting van die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1] gehouden en/of
- (daarbij) (dreigend) de woord(en) gezegd: “geld” en/of
- (vervolgens) naar de toonbank gelopen en/of in elk geval in de richting van de kassa gelopen en/of
- een worsteling met die [slachtoffer 1] is aangegaan,
welke poging doodslag en/of welk geweld werd gepleegd met het oogmerk om de uitvoering van dat feit (die diefstal met geweld en/of de afpersing) voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf straffeloosheid en/of het bezit van het wederrechtelijk verkeerde te verzekeren;
artikel 288 jo 45 Wetboek van strafrecht
en/of
hij op of omstreeks 08 september 2008 te Beverwijk met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een of meer portemonnees met inhoud, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2], [slachtoffer 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 1], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren en/of om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 1] gedwongen tot de afgifte van een of meer portemonees met inhoud, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin
bestond(en) dat hij, verdachte
- met een geladen vuurwapen zich naar het restaurant genaamd [restaurant] heeft begeven en/of
- dat restaurant is binnengegaan en/of het vuurwapen in de richting van die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1] heeft gehouden en/of
- (daarbij) (dreigend) de woord(en) heeft gezegd:”geld” en/of
- (vervolgens) naar de toonbank is gelopen en/of in elk geval in de richting van de kassa is gelopen en/of
- een worsteling met die [slachtoffer 1] is aangegaan en/of
- met het vuurwapen in de richting van het lichaam van die [slachtoffer 1] heeft geschoten,
terwijl het feit voor [slachtoffer 1] zwaar lichamelijk letsel, te weten een verlamming vanaf de oksels tot en met de tenen ten gevolge heeft gehad;
subsidiair
hij op of omstreeks 08 september 2008 te Beverwijk, ter uitvoering van het door verdachte
voorgenomen misdrijf om opzettelijk [slachtoffer 1] van het leven te beroven, met dat opzet een (geladen) vuurwapen op die [slachtoffer 1] heeft gericht en/of (vervolgens) op het lichaam van die [slachtoffer 1] heeft geschoten, terwijl de uitvoering daarvan niet is voltooid, welke vorenomschreven poging doodslag werd gevolgd en/of vergezeld en/of voorafgegaan van enig strafbaar feit, te weten een poging van diefstal met geweld (artikel 312 Wetboek van Strafrecht) en/of een poging afpersing (artikel 317 Wetboek van Strafrecht), immers is/heeft hij, verdachte, toen en aldaar, om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen enig geldbedrag en/of goederen van zijn, verdachtes, gading, en/of om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 1] te dwingen tot de afgifte van enig geldbedrag en/of goederen, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte,
- met een (geladen) vuurwapen zich naar het restaurant genaamd [restaurant] begeven en/of
- dat restaurant binnengegaan en/of
- het vuurwapen in de richting van die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1] gehouden en/of
- (daarbij) (dreigend) de woord(en) gezegd: “geld” en/of
- (vervolgens) naar de toonbank gelopen en/of in elk geval in de richting van de kassa gelopen en/of
- een worsteling met die [slachtoffer 1] is aangegaan,
welke poging doodslag en/of geweld werd gepleegd met het oogmerk om de uitvoering van dat feit (die diefstal met geweld en/of de afpersing) voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf straffeloosheid en/of het bezit van het wederrechtelijk verkregene te verzekeren;
artikel 288 ja 45 Wetboek van strafrecht
en/of
hij op of omstreeks 08 september 2008 te Beverwijk ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen een geldbedrag en/of goederen van zijn gading, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, en/of
om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 1] te dwingen tot de afgifte van enig geldbedrag en/of goederen, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte,
- met een (geladen) vuurwapen zich naar het restaurant genaamd [restaurant] heeft begeven en/of
- dat restaurant is binnengegaan en/of
- het vuurwapen in de richting van die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1] heeft gehouden en/of
- (daarbij) (dreigend) de woord(en) heeft gezegd: “geld” en/of
- (vervolgens) naar de toonbank is gelopen en/of in elk geval in de richting van de kassa is gelopen en/of
- (toen die [slachtoffer 1] met haar handen de polsen van de verdachte heeft vastgehouden en/of toen er een worsteling tussen hem, verdachte en die [slachtoffer 1] ontstond) met het vuurwapen in de richting van het lichaam van die [slachtoffer 1] heeft geschoten (waardoor die [slachtoffer 1] in haar hals en/of nek is geraakt)
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid en terwijl het feit zwaar lichamelijk letsel, te weten een verlamming vanaf de oksels tot en met de tenen, ten gevolge heeft;
artikel 312 lid 2 onder 4 jo 45 wetboek van strafrecht
artikel 317 lid 3 jo 45 wetboek van strafrecht
feit 2
primair
hij op of omstreeks 08 september 2008 te Beverwijk, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf opzettelijk om [slachtoffer 2] van het leven te beroven, met dat opzet met een (geladen) vuurwapen, (tijdens een worsteling met die [slachtoffer 2]) op/in de richting van die [slachtoffer 2] heeft geschoten, althans een schot heeft gelost, terwijl de uitvoering daarvan niet is voltooid, welke vorenomschreven poging doodslag werd gevolgd en/of vergezeld en/of voorafgegaan van enig strafbaar feit, te weten een poging gekwalificeerde doodslag op [slachtoffer 1] (artikel 288 jo 45 Wetboek van Strafrecht)
en/of een diefstal met geweld (artikel 312 Wetboek van Strafrecht) en/of een afpersing (artikel 317 Wetboek van Strafrecht), immers is/heeft hij, verdachte toen en aldaar, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weggenomen een of meer portemonnees met inhoud, en/of met het oogmerk zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] gedwongen tot de afgifte van een of meer portemonnees met inhoud, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte,
- met een (geladen) vuurwapen zich naar het restaurant genaamd [restaurant] begeven en/of
- dat restaurant binnengegaan en/of
- het vuurwapen in de richting van die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1] gehouden en/of
- (daarbij) (dreigend) de woord(en) gezegd: “geld” en/of
- (vervolgens) naar de toonbank gelopen en/of in elk geval in de richting van de kassa gelopen en/of
- (toen die [slachtoffer 1] met haar handen de polsen van de verdachte heeft vastgehouden en/of toen er een worsteling tussen hem, verdachte en die [slachtoffer 1] ontstond) met het vuurwapen in de richting van het lichaam van die [slachtoffer 1]
geschoten (waardoor die [slachtoffer 1] in haar hals en/of nek is geraakt)
welke poging doodslag op die [slachtoffer 2] werd gepleegd met het oogmerk om de uitvoering van dat feit (die gekwalificeerde doodslag en/of diefstal met geweld en/of een afpersing) voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf straffeloosheid en/of het bezit van het wederrechtelijk verkregene te verzekeren;
artikel 288 jo 45 Wetboek van strafrecht
subsidiair
hij op of omstreeks 08 september 2008 te Beverwijk, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf opzettelijk om [slachtoffer 2] van het leven te beroven, met dat opzet met een (geladen) vuurwapen, (tijdens een worsteling met die [slachtoffer 2]) op/in de richting van die [slachtoffer 2] heeft geschoten, althans een schot heeft gelost, terwijl de uitvoering daarvan niet is voltooid, welke vorenomschreven poging doodslag werd gevolgd en/of vergezeld en/of voorafgegaan van enig strafbaar feit, te weten een poging gekwalificeerde doodslag op [slachtoffer 1] (artikel 288 jo 45 Wetboek van Strafrecht)
en/of een poging tot diefstal met geweld (artikel 312 Wetboek van Strafrecht) en/of een poging tot afpersing (artikel 317 Wetboek van Strafrecht), immers is/heeft hij, verdachte toen en aldaar, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen enig geldbedrag en/of goederen van zijn, verdachte’s, gading, en/of om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] te dwingen tot de afgifte van enig geldbedrag en/of goederen, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte,
- met een (geladen) vuurwapen zich naar het restaurant genaamd [restaurant] begeven en/of
- dat restaurant binnengegaan en/of
- het vuurwapen in de richting van die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1] gehouden en/of
- (daarbij) (dreigend) de woord(en) gezegd: “geld” en/of
- (vervolgens) naar de toonbank gelopen en/of in elk geval in de richting van de kassa gelopen en/of
- (toen dle [slachtoffer 1] met haar handen de polsen van de verdachte heeft vastgehouden en/of toen er een worsteling tussen hem, verdachte en die [slachtoffer 1] ontstond) met het vuurwapen in de richting van het lichaam van die [slachtoffer 1] geschoten (waardoor die [slachtoffer 1] in haar hals en/of nek is geraakt) welke poging doodslag op die [slachtoffer 2] werd gepleegd met het oogmerk om de uitvoering van dat feit (die gekwalificeerde doodslag en/of die diefstal met geweld en/of een afpersing) voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf straffeloosheid en/of het bezit van het wederrechtelijk verkregene te verzekeren;
artikel 288 jo 45 Wetboek van strafrecht.
3.
hij op of omstreeks 03 september 2008 te Heemskerk met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een geldbedrag en/of een bakje met kleingeld (te weten totaal ongeveer 470 euro), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, en/of hij op of omstreeks 03 september 2008 te Heemskerk met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 3] heeft gedwongen tot de afgifte van weggenomen een geldbedrag en/of een bakje met kleingeld (te weten totaal ongeveer 470 euro), in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [slachtoffer 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte,
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 3], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
en
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte
- een revolver, in ieder geval een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp heeft gericht (op korte afstand) en/of gericht heeft gehouden op het lichaam van die [slachtoffer 3], in elk geval een vuurwapen in de richting van het lichaam van die [slachtoffer 3] heeft gehouden en/of (daarbij) (meerdere malen) met zijn, verdachte's, duim bewegingen heeft gemaakt als trok hij de haan van die revolver naar achteren (om het wapen zo gereed voor schieten te maken) en/of
- (daarbij) (dreigend) die [slachtoffer 3] de woord(den) heeft toegevoegd: "geld geld" en/of "sneller" en/of "meer", althans woorden van gelijke aard en/of strekking;
artikel 312 en 317 Wetboek van Strafrecht
4.
hij op een tijdstip gelegen in of omstreeks de periode van 21 juli 2008 tot en met 2 augustus 2008 te Beverwijk met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning (gelegen aan de [adres]) heeft weggenomen een of meer vuurwapen(s) en/of een of meer do(o)s(zen) met daarin munitie en/of kruit (behorende bij die vuurwapens) en/of een LCD televisie en/of een geldbedrag (circa 50 euro aan muntgeld) en/of een kijker/telescoop en/of een of meer DVD's en/of een DVD speler, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 4], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming en/of een valse sleutel;
5.
hij op of omstreeks 13 februari 2008 te Beverwijk met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een saunatas en/of 3 handdoeken en/of slippers en/of een ochtendjas en/of een toilettas met inhoud en/of een portemonnee met ongeveer 9 Euro, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 5], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
art 310 Wetboek van Strafrecht
2. Voorvragen
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
3. Oordeel van de rechtbank
3.1 Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de tenlastegelegde feiten heeft begaan, in dier voege dat:
feit 1 primair:
hij op 8 september 2008 te Beverwijk, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk [slachtoffer 1] van het leven te beroven, met dat opzet met een geladen vuurwapen op het lichaam van die [slachtoffer 1] heeft geschoten, terwijl de uitvoering daarvan niet is voltooid, welke vorenomschreven poging doodslag werd gevolgd en/of vergezeld en/of voorafgegaan van enig strafbaar feit, te weten een diefstal met geweld en afpersing immers is/heeft verdachte, toen en aldaar, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weggenomen een portemonnee met inhoud, en om zich wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en bedreiging met geweld [slachtoffer 1] gedwongen tot de afgifte van een portemonnee met inhoud, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1],
- met een geladen vuurwapen zich naar het restaurant genaamd [restaurant] begeven en
- dat restaurant binnengegaan en
- het vuurwapen in de richting van die [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] gehouden en
- daarbij dreigend gezegd: “geld” en
- vervolgens naar de toonbank gelopen en in de richting van de kassa gelopen en
- een worsteling met die [slachtoffer 1] is aangegaan,
welke poging doodslag en welk geweld werd gepleegd met het oogmerk om de uitvoering van dat feit (die diefstal met geweld en de afpersing) voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf straffeloosheid en/of het bezit van het wederrechtelijk verkregene te verzekeren.
feit 2:
primair:
hij op 8 september 2008 te Beverwijk, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk [slachtoffer 2] van het leven te beroven, met dat opzet met een geladen vuurwapen, tijdens een worsteling met die [slachtoffer 2] op/in de richting van die [slachtoffer 2] heeft geschoten, terwijl de uitvoering daarvan niet is voltooid, welke vorenomschreven poging doodslag werd voorafgegaan van enig strafbaar feit, te weten een poging gekwalificeerde doodslag op [slachtoffer 1] immers is/heeft hij, verdachte toen en aldaar, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weggenomen een portemonnee met inhoud, en met het oogmerk zich wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en bedreiging met geweld [slachtoffer 1] gedwongen tot de afgifte van een portemonnee met inhoud, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1],
- met een geladen vuurwapen zich naar het restaurant genaamd [restaurant] begeven en
- dat restaurant binnengegaan en
- het vuurwapen in de richting van die [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] gehouden en
- daarbij dreigend gezegd: “geld” en
- vervolgens naar de toonbank gelopen en in de richting van de kassa gelopen en
- toen die [slachtoffer 1] met haar handen de verdachte heeft vastgehouden en toen er een worsteling tussen hem, verdachte en die [slachtoffer 1] ontstond met het vuurwapen in de richting van het lichaam van die [slachtoffer 1] geschoten waardoor die [slachtoffer 1] in haar nek is geraakt,welke poging doodslag op die [slachtoffer 2] werd gepleegd met het oogmerk om bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf straffeloosheid en/of het bezit van het wederrechtelijk verkregene te verzekeren.
3:
hij op 3 september 2008 te Heemskerk met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een geldbedrag en/of een bakje met kleingeld (te weten totaal ongeveer 470 euro), geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 3], en hij op 3 september 2008 te Heemskerk met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld [slachtoffer 3] heeft gedwongen tot de afgifte van een geldbedrag en/of een bakje met kleingeld (te weten totaal ongeveer 470 euro), toebehorende aan die [slachtoffer 3], welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 3], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken welke bedreiging met geweld hierin bestond dat hij,verdachte
- een revolver, heeft gericht en gericht heeft gehouden op het lichaam van die [slachtoffer 3], en daarbij meerdere malen met zijn, verdachtes, duim bewegingen heeft gemaakt als trok hij de haan van die revolver naar achteren en
- daarbij dreigend die [slachtoffer 3] de woorden heeft toegevoegd: "geld geld" en "sneller" en "meer".
4:
hij op een tijdstip in de periode van 21 juli 2008 tot en met 2 augustus 2008 te Beverwijk met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning (gelegen aan de [adres]) heeft weggenomen vuurwapens en dozen met daarin munitie en kruit (behorende bij die vuurwapens) en een LCD televisie en een geldbedrag (circa 50 euro aan muntgeld) en een kijker/telescoop en DVD's en een DVD speler, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 4], waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en de weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en inklimming en een valse sleutel.
5:
hij op 13 februari 2008 te Beverwijk met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een saunatas en 3 handdoeken en slippers en een ochtendjas en een toilettas met inhoud en een portemonnee met ongeveer 9 Euro, toebehorende aan [slachtoffer 5].
Voorzover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. Blijkens het verhandelde op de terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in zijn verdediging.
Hetgeen aan verdachte onder 1 primair, 2 primair, 3, 4 en 5 meer of anders is tenlastegelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
3.2 Bewijsmiddelen
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van het tenlastegelegde op grond van de navolgende bewijsmiddelen:
Ten aanzien van de feiten 1 primair en 2 primair:
- de verklaring van verdachte ter terechtzitting afgelegd, onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
Het klopt dat ik op 8 september 2008 een gewapende overval heb gepleegd op het Chinese restaurant [restaurant] in Beverwijk. Wat ik daarover bij de Rechter-Commissaris en de politie heb verklaard, klopt. Ik had, net als bij de eerdere overval in Heemskerk op een ander Chinees afhaalrestaurant, een petje op en een sjaal om mijn neus en mond. Ik had de sleutels in het contactslot van mijn vlakbij geparkeerde brommer gelaten. Ik had in het restaurant een revolver, een Magnum, in mijn hand, deze revolver had ik bij een woninginbraak gestolen. Ik richtte de revolver op de aanwezigen in het restaurant, naar later bleek de eigenaar van het restaurant en zijn echtgenote. Ik vroeg om geld en liep naar de kassa. Toen ontstond een worsteling met de echtgenote van de eigenaar van dat restaurant. Zij greep naar mijn armen. Tijdens de worsteling had ik de revolver in mijn hand. Tijdens de worsteling is dat ding afgegaan. Het kan zijn dat ik mijn vinger bij de trekker had. De vrouw is ernstig gewond geraakt door een schotwond in haar hals. Ik heb die revolver tevoren thuis - leeg – uitgeprobeerd en had zo enig idee van de werking ervan. Ik heb de revolver thuis zelf geladen met vier patronen. Toen ik wegrende uit het restaurant, had ik een plastic tas en mijn revolver in mijn handen. Buiten ontstond een worsteling met de eigenaar van het restaurant. Daarbij had ik de revolver nog steeds in mijn handen. Ik herken de ter terechtzitting aan mij getoonde revolver als de revolver die ik op 8 september 2008 bij mij had en die op 8 september 2008 door de politie in beslag is genomen.
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] (dossierpagina 279-282), onder meer inhoudende:
Ik ben eigenaar van het Chinese restaurant [restaurant], gevestigd te Beverwijk. Iemand is op 8 september 2008 met een vuurwapen mijn restaurant binnengekomen en heeft geprobeerd geld te pakken te krijgen. Doordat mijn vrouw hem heeft tegengehouden is dat niet gelukt. Echter tijdens de worsteling heeft de verdachte op mijn vrouw geschoten en is zij levensgevaarlijk gewond geraakt. Daarna wilde die persoon vluchten en ben ik met hem gaan vechten. Op 8 september 2008 zat ik in het restaurant. Terwijl wij aan tafel zaten zag ik dat er een man binnen kwam. Ik zag dat deze man een vuurwapen in zijn handen had. Ik hoorde dat deze man tegen ons zei, ‘geld’. Los van elkaar zei hij dit een paar keer. Ik zag dat hij met dit pistool horizontaal heen en weer bewoog, maar wel in onze richting. De man liep naar de kassa, die op de toonbank stond. Hij liep naar de achterzijde van de toonbank. Ik zag dat mijn vrouw naar de balie liep. Ik ben direct naar buiten gelopen om naar het naast gelegen café [café] om hulp te roepen en de politie te laten bellen. Ik ben direct teruggelopen. Ik wachtte de man buiten op. Toen de man naar buiten kwam, pakte ik de man vast. Ik zag dat de man het pistool nog vasthad. Ik heb het pistool nooit vastgehad. De man die het restaurant binnenkwam met getrokken pistool en die mijn vrouw heeft neergeschoten, is dezelfde man die ik uiteindelijk buiten heb vastgepakt en die door de politie is aangehouden.
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor van [getuige 1] (dossierpagina 359, 360), onder meer inhoudende:
Op 8 september 2008 zat ik in het restaurant [restaurant] te Beverwijk. Ik hoorde een man “ruig”, stampend, binnenkomen. Hij had een sjaal voor zijn mond. In zijn handen had hij een pistool en een plastic tasje. De man zei dat hij geld wilde. Ik zag dat de man in de richting van de kassa liep. Ik zag dat mijn moeder naar de kassa rende en probeerde de overvaller tegen te houden. Terwijl mijn moeder de overvaller tegen probeerde te houden, hoorde ik een luide knal. Ik zag dat mijn moeder onder het bloed zat. Ik zag dat mijn moeder aan de rechterkant van haar nek was geraakt. Mijn vader was al naar buiten gelopen om hulp te halen. Kort nadat ik naar buiten was gerend, kwam ook de overvaller naar buiten.
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor van getuige [slachtoffer 1] bij de rechter-commissaris d.d. 19 maart 2009, onder meer inhoudende:
Op 8 september 2008 kwam een man ons restaurant in Beverwijk binnen. Ik zag de man en hij had een wapen in zijn hand. Hij vroeg om geld en liep zelf naar de kassa. Maar in de kassa lag geen geld. Omdat we de kassa al hadden afgesloten. Het geld zat in de portemonnee die in een la lag. Deze la zat in een kast vlak naast de kassa. Hij ging meteen op de kassa af. In de la waarover ik zojuist sprak, lagen twee portemonnees. Ik gaf hem de ene portemonnee, die waar het geld in zat, de andere portemonnee wilde ik voor mezelf houden omdat daar pasjes, zoals bankpasjes en ziekenfondspasjes, inzaten. De overvaller had 1 portemonnee in zijn hand en probeerde de andere portemonnee, die ik dus niet wilde geven, uit mijn hand te pakken. Hij heeft die tweede portemonnee afgepakt nadat hij had geschoten. Hij heeft mij in mijn nek geraakt. Uiteindelijk heeft de overvaller alle twee de portemonnees meegenomen. Ik heb dat gezien.
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor van [getuige 2] (dossierpagina 386, 387), onder meer inhoudende:
Op 8 september 2008 kwam ik uit het café [café] naast het Chinese restaurant te Beverwijk. Ik zag dat de eigenaar in gevecht was met een andere man. Terwijl beiden aan het worstelen waren hoorde ik plotseling een schot afgaan. Ik zag dat die overvaller een pistool in zijn hand had. Ik zag dat toen de overvaller naar buiten kwam hij een plastic tas vasthield. Tijdens de worsteling met de eigenaar raakte deze tas over straat. Ik zag ook twee portemonnees over straat rollen. Die waren kennelijk uit de plastic tas gekomen.
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor van [getuige 3] (dossierpagina 391), onder meer inhoudende:
Op 8 september 2008 kwam ik uit het café [café] naast het Chinese restaurant [restaurant] te Beverwijk. Ik zag dat een Chinese man en de jongen met elkaar aan het worstelen waren. Op datzelfde moment hoorde ik een knal. Ik zag dat die jongen een pistool beet had. Op een gegeven moment liet de jongen het pistool los.
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen (dossierpagina 288-290), onder meer inhoudende:
Door ons, verbalisanten, werden op 27 oktober 2008 de revalidatiearts en de arts-assistent van [slachtoffer 1] gehoord. Zakelijk weergegeven kan over de gezondheid van [slachtoffer 1] het volgende worden gesteld. Complete dwarslaesie A ter hoogte van C4. Een dwarslaesie ter hoogte van C4 houdt in dat het ruggenmerg ter hoogte van de cervicale nekwervel is beschadigd. De complete dwarslaesie ter hoogte van C4 houdt in dat de spieren en de tastzin onder dit gebied niet meer functioneren. Met betrekking tot de sensibiliteit werd hier door revalidatie arts Faber aangegeven dat de functies in het lichaam van [slachtoffer 1] onder C4 geheel weg zijn. Op haar hart en een deel van haar longen na zijn alle lichaamsfuncties onder de schouderlijn uitgevallen. De kogel zit nog in de nek van [slachtoffer 1]. [slachtoffer 1] zal de rest van haar leven 24 uur per dag verzorgd moeten worden.
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van sporenonderzoek (dossierpagina 296, 297), onder meer inhoudende:
Wij, verbalisanten, hebben een onderzoek verricht naar aanleiding van een gewapende overval op Restaurant [restaurant] te Beverwijk. Gezien vanaf de buitenzijde was het rechter onderraam rechts van de toegangsdeur kapot. In het draadglas zat een gat met een diameter van ongeveer 2 cm. Aan de buitenzijde zijn door ons verbalisanten geen glasscherven aangetroffen. Op de vloer in de hal en in de gang lagen meerdere glasscherven. Op de vloer in de hal lag tussen de ruit en de bloembak een vervormde kogel. De kogel is veiliggesteld en voorzien van het BPS-nummer 08-110147 en het PO-nummer 08-3147 en het spoornummer: 1509-PR-001. Enkele draden van het draadglas staken bij het gat uit en waren naar binnen toe verbogen. Uit de steel van de plant voor de ruit ontbrak een deel. Het aangetroffen plantensteel fragment in de gang maakte een souche met de steel van de plant. Gezien het aangetroffen sporenbeeld is er van buitenaf op de ruit geschoten.
Buiten het perceel is door ons een zilverkleurige revolver veiliggesteld en gewaarmerkt met spoornummer 3943.PR.007/markering 7.
- het deskundigenrapport van het Nederlands Forensisch Instituut van 23 december 2008, onder meer inhoudende:
De kogel 1509-PR-001 is waarschijnlijk afgevuurd uit de loop van de revolver 3943-PR-007.
- de verklaring van de aan het NFI verbonden getuige-deskundige H.G.M. Michels ter terechtzitting afgelegd, onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
De desbetreffende revolver is onder mijn leiding onderzocht. De revolver vertoont door een verkeerde montage van een onderdeel van het trekkersysteem (het reboundblokje) een mankement. Het wapen kan niet zomaar afgaan. Zonder de trekker over te halen valt er geen schot. Maar ook al haal je de trekker over, is het niet zeker dat, ook indien er een patroon voor de kamer zit, deze daadwerkelijk afgaat. Door het mankement zit er een willekeur in het vuurwapen, de haan raakt niet steeds gespannen als de trekker wordt overgehaald. Het kan dus zijn dat je een aantal malen de trekker moet overhalen voordat de kogel wordt afgevuurd.
Ten aanzien van feit 3:
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting afgelegd;
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 3] (dossierpagina 423);
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor van [getuige 4] (dossierpagina 454).
Ten aanzien van feit 4:
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting afgelegd;
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 4] (dossierpagina 477);
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen (dossierpagina 155).
Ten aanzien van feit 5:
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting afgelegd;
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 5] (dossierpagina 498);
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer 5] (dossierpagina 162).
3.3 Bewijsoverweging
De raadsvrouw heeft vrijspraak bepleit ten aanzien van de onder 1 primair en 2 primair tenlastegelegde feiten nu bij verdachte geen sprake zou zijn geweest van direct of voorwaardelijk opzet op de poging tot gekwalificeerde doodslag. De rechtbank verwerpt dit verweer. Hiertoe overweegt de rechtbank het volgende.
Verdachte heeft bij een woninginbraak onder andere een vuurwapen en munitie buitgemaakt. Op enig moment daarna heeft verdachte thuis de werking van het - lege - vuurwapen uitgeprobeerd. Gelet op het relaas van de getuige-deskundige over de werking van de revolver staat naar het oordeel van de rechtbank vast dat de desbetreffende revolver niet zomaar afgaat, dat de revolver ook ten tijde van de overval - door een verkeerde montage van een onderdeel van het trekkersysteem - een mankement vertoonde, dat er daardoor bij gebruikmaking van de revolver een zekere willekeur in het vuurwapen zit en dat het kan zijn dat de trekker meermalen moet worden overgehaald voordat een kogel uit dit vuurwapen wordt afgevuurd.
Naar verdachte zelf heeft verklaard heeft hij de avond vóór de overval het vuurwapen met vier scherpe patronen geladen. Met dit geladen vuurwapen is verdachte naar het Chinese restaurant [restaurant] in Beverwijk gegaan om een overval te plegen. Bij de overval ontstond een worsteling met de vrouw van de eigenaar van het restaurant, waarbij verdachte het vuurwapen in zijn hand vasthield. Tijdens de worsteling is met de revolver een schot gelost. Kennelijk heeft verdachte tijdens de worsteling de trekker een of meermalen overgehaald. De echtgenote van de eigenaar werd door de afgevuurde kogel in haar nek getroffen.
Vervolgens heeft verdachte, met medeneming van de buitgemaakte portemonnees, getracht weg te vluchten, maar vond hij buiten het restaurant (vlakbij de ingang) de eigenaar van het restaurant op zijn weg. Daarop is opnieuw een worsteling ontstaan, namelijk met de restauranteigenaar, waarbij verdachte nog steeds het vuurwapen in zijn hand vasthield. Tijdens die worsteling is met het vuurwapen - wederom - een schot gelost. Deze uit de revolver afgeschoten kogel is in het restaurant (bij de ingang) gevonden. De rechtbank merkt bij dit alles op dat algemeen bekend is dat het gebruik van een geladen vuurwapen, zeker als sprake is van een kenbaar mankement, tot levensgevaarlijke situaties kan leiden.
Door als hiervoor omschreven met een geladen vuurwapen een overval te gaan plegen en dat vuurwapen zowel tijdens de confrontatie met mevrouw [slachtoffer 1] als de worsteling met de heer [slachtoffer 2] in handen te houden, met de vinger bij of om de trekker, op korte afstand van de slachtoffers, heeft verdachte doelbewust de aanmerkelijke kans aanvaard dat er een of meer schoten zouden worden gelost en dat daarbij een dodelijk slachtoffer zou vallen, hetgeen in het geval van mevrouw [slachtoffer 2] ook bijna is gebeurd en in het geval van de heer [slachtoffer 1] evenzogoed had kunnen gebeuren.
Aldus heeft verdachte het voorwaardelijk opzet gehad op de onder feit 1 primair en 2 primair tenlastegelegde en bewezenverklaarde pogingen tot (gekwalificeerde) doodslag.
4. Strafbaarheid van de feiten
Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1 primair : poging doodslag gevolgd en/of vergezeld en/of voorafgegaan van enig strafbaar feit gepleegd met het oogmerk om de uitvoering van dat feit voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf straffeloosheid en/of het bezit van het wederechtelijk verkregene te verzekeren.
Feit 2 primair: poging doodslag, voorafgegaan van enig strafbaar feit, gepleegd met het oogmerk om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf straffeloosheid en/of het bezit van het wederechtelijk verkregene te verzekeren.
Feit 3: diefstal, voorafgegaan en vergezeld van bedreiging met geweld, gepleegd om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken en afpersing
Feit 4: diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak, verbreking, inklimming en een valse sleutel.
Feit 5: diefstal.
5. Strafbaarheid van verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dus strafbaar.
6. Motivering van sanctie(s) en van overige beslissingen
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van de onder 1 primair, 2 primair, 3, 4 en 5 tenlastegelegde feiten en gevorderd dat verdachte terzake zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 8 jaren, met aftrek van voorarrest. De officier van justitie heeft voorts geconcludeerd tot toewijzing van de vorderingen van de benadeelde partijen met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Hoofdstraf
Bij de beslissing over de straf die aan verdachte moet worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede de persoon van verdachte zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting en uit de bespreking aldaar van het vanwege de reclassering uitgebrachte adviesrapport van 11 september 2008, het voorlichtingsrapport van de Brijder Verslavingszorg d.d. 19 december 2008, het Pro Justitia rapport van psycholoog professor dr. Baneke d.d. 28 januari 2009 en het aanvullend adviesrapport van de Brijder Verslavingszorg d.d. 14 mei 2009 is gebleken.
In het bijzonder heeft de rechtbank het navolgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich in een periode van zeven maanden schuldig gemaakt aan ernstige misdrijven, veelal met een agressief en gewelddadig karakter. Verdachte heeft daarbij een spoor getrokken van slachtoffers, schade en ellende. Verdachte heeft zijn slachtoffers doelbewust uitgezocht. In zijn bij de politie afgelegde verklaringen spreekt verdachte over “makkelijke prooien”, “makkelijk effen geld halen” en “makkelijk effen geld maken”. Zo heeft verdachte op laffe wijze een bejaarde dame van een tas met inhoud beroofd. Vervolgens heeft verdachte bij een woninginbraak bij een achterbuurman die naar verdachte wist met vakantie was, onder andere vuurwapens en munitie buitgemaakt. Verdachte heeft enige tijd later met één van de gestolen vuurwapens een overval gepleegd op een Chinees afhaalrestaurant in Heemskerk. Binnen een tijdsbestek van nog geen week heeft hij daarna een ander Chinees afhaalrestaurant in Beverwijk overvallen. Verdachte is daarbij geraffineerd te werk gegaan door zijn brommer startklaar te parkeren om zich te verzekeren van een vluchtweg, zijn gezicht te camoufleren om herkenning te voorkomen en zijn slachtoffers onder verbale dreiging en dreiging met een vuurwapen geld afhandig te maken. Vaststaat dat dit vuurwapen in elk geval bij de overval in Beverwijk door verdachte was geladen. Bij deze laatste gewapende overval is verdachte in een worsteling geraakt met de vrouw van de eigenaar van het restaurant en is het vuurwapen afgegaan, door welk gelost schot het slachtoffer in de nek is getroffen. Tengevolge daarvan heeft het slachtoffer een dwarslaesie opgelopen. Zij zal de rest van haar leven grotendeels verlamd zijn. De kogel is niet kunnen worden verwijderd. Toen verdachte, met zijn buit, wegvluchtte, volgde er een worsteling met de eigenaar van het restaurant. Daarbij is het vuurwapen, dat verdachte nog steeds vasthield, wederom afgegaan.
Naast de materiële schade die de slachtoffers hierdoor lijden, laten dit soort feiten vaak diepe sporen na in het emotionele welzijn van de slachtoffers. Dit geldt ook voor omstanders bij dit soort feiten. Verdachte heeft zijn slachtoffers veel schrik aangejaagd. De slachtoffers van de gewapende overval in Beverwijk is onnoemlijk veel leed toegebracht, zoals ook blijkt uit de vorderingen van de benadeelde partijen en de schriftelijke slachtofferverklaring van de eigenaar van het restaurant. In die slachtofferverklaring worden de ingrijpende gevolgen voor het gehele gezin beschreven.
Daarnaast brengen dergelijke feiten gevoelens van onrust en onveiligheid met zich voor de samenleving in het algemeen.
Uit de psychologische rapportage die omtrent de persoon van verdachte is opgemaakt, komt onder meer het volgende naar voren. Verdachte betoont zich als een gemiddeld intelligente, maar identiteitszwakke en naar depressie neigende man, die ongeveer 10 jaar verslaafd is aan diverse middelen, onder andere cocaïne. Verdachte kampt met een enorm schuldgevoel vanwege een door hem veroorzaakt incident in zijn jeugd. Op school is hij gepest. Hij kon hierover niet praten en vluchtte eerst in blowen en later in alcohol- en cocaïnemisbruik. Door dit middelengebruik maakte hij steeds meer schulden en verzuimde hij steeds vaker van zijn werk. Hij is meermalen ontslagen, waardoor zijn financiële situatie steeds penibeler werd. Bij verdachte was ten tijde van het plegen van de strafbare feiten sprake van een afhankelijkheid en misbruik van diverse middelen, gerelateerd aan depressieve stemmingen, complexe schaamte- en schuldproblematiek, en daarmee samenhangend toenemend sociaal isolement. Dit beïnvloedde, althans ten dele verdachtes gedragskeuzes en gedragingen ten tijde van het tenlastegelegde.
Betrokkene was hierdoor niet in staat zijn diverse problemen adequaat op te lossen of daarvoor hulp te zoeken. Dat zijn wilsvrijheid enigermate beperkt was door zijn algehele psychische labiliteit en afhankelijkheid van middelen is aannemelijk. In elk geval lijkt het aannemelijk dat verdachte zonder deze psychische problematiek en afhankelijkheid van middelen niet tot de tenlastegelgde delicten gekomen zou zijn. Geadviseerd wordt om verdachte te beschouwen als licht verminderd toerekeningsvatbaar. De kans op recidive kan alleen verminderd worden indien genoemde problematiek wordt behandeld. Deze behandeling zou in detentie dienen te starten, aldus professor Baneke. Blijkens het aanvullend adviesrapport van de Brijder Verslavingszorg van 14 mei 2009 zit verdachte momenteel in PI Alphen aan den Rijn op de Bijzondere Zorgafdeling. Daar volgt hij een traject om zijn geestelijke gezondheid te versterken. Volgens de Brijder zou verdachte op termijn wellicht kunnen worden aangemeld voor Stichting Door.
De rechtbank neemt in het voordeel van verdachte in aanmerking dat hij niet eerder voor dit soort feiten is veroordeeld. Tevens volgt de rechtbank, anders dan de Officier van Justitie heeft gevorderd, het voldoende onderbouwde advies van professor Baneke, ertoe strekkende dat de bewezenverklaarde feiten verdachte in licht verminderde mate kunnen worden toegerekend.
In het nadeel van verdachte houdt de rechtbank rekening met de omstandigheid dat verdachte in een relatief korte periode veel leed en schade heeft veroorzaakt. Opgevallen daarbij is dat verdachte zich ten tijde van de misdrijven niet of nauwelijks heeft bekommerd om de slachtoffers, steeds stond zijn eigenbelang en eigen gewin voorop. Omstanders bij de gebeurtenissen op 8 september 2008 in Beverwijk hebben zich bijvoorbeeld verontwaardigd betoond dat verdachte meer oog had voor (de sleutels in het contactslot van) zijn brommer dan voor iets of iemand anders. Eerst tijdens zijn detentie is bij verdachte het besef gegroeid wat hij allemaal heeft aangericht. Ter terechtzitting heeft verdachte zijn oprechte spijt betuigd en beterschap beloofd. Dit alles weegt de rechtbank mee.
Op grond van het vorenoverwogene is de rechtbank van oordeel dat een vrijheidsbenemende straf van na te noemen duur moet worden opgelegd. De op te leggen straf dient mede om de verdachte en ook anderen van het plegen van soortgelijke delicten te weerhouden en is aldus een gevangenisstraf van aanmerkelijke duur.
Vordering benadeelde partij
De benadeelde partij [slachtoffer 1] heeft een vordering tot schadevergoeding van € 9.100,00 ingediend tegen verdachte als voorschot voor geleden en nog te lijden immateriële schade als gevolg van het tenlastegelegde feit.
De rechtbank is van oordeel dat deze schade rechtstreeks voortvloeit uit het bewezenverklaarde feit. Gelet op de onderbouwing van de vordering en het verhandelde ter terechtzitting komt de rechtbank vergoeding van de schade billijk voor. De rechtbank ziet geen termen voor een matiging van de vordering.
De rechtbank zal de vordering toewijzen.
Daarnaast dient verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken.
Schadevergoedingsmaatregel
De rechtbank stelt vast dat verdachte jegens de benadeelde partij naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door het bewezenverklaarde feit is toegebracht.
Daarom zal de rechtbank de schadevergoedingsmaatregel aan verdachte opleggen tot het bedrag waartoe de vordering van de benadeelde partij is toegewezen, te weten € 9.100,00.
Vordering benadeelde partij
De benadeelde partij [slachtoffer 2] heeft een vordering tot schadevergoeding van € 3.655, 41 ingediend tegen verdachte wegens materiële schade ad € 155,41 respectievelijk als voorschot voor immateriële schade een bedrag ad € 3500,00, die hij als gevolg van het tenlastegelegde feit zou hebben geleden en/of nog zal lijden.
De rechtbank is van oordeel dat deze schade rechtstreeks voortvloeit uit het bewezenverklaarde feit. Gelet op de onderbouwing van de vordering en het verhandelde ter terechtzitting komt de rechtbank vergoeding van de schade billijk voor. De rechtbank ziet geen termen voor een matiging van de vordering.
De rechtbank zal de vordering toewijzen.
Daarnaast dient verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken.
Schadevergoedingsmaatregel
De rechtbank stelt vast dat verdachte jegens de benadeelde partij naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door het bewezenverklaarde feit is toegebracht.
Daarom zal de rechtbank de schadevergoedingsmaatregel aan verdachte opleggen tot het bedrag waartoe de vordering van de benadeelde partij is toegewezen, te weten € 3.655, 41.
7. Toepasselijke wettelijke voorschriften
De volgende wetsartikelen zijn van toepassing:
36f, 45, 57, 288, 310, 311, 312, 317 Wetboek van Strafrecht.
8. Beslissing
De rechtbank:
Verklaart bewezen dat verdachte de onder 1 primair, 2 primair, 3, 4 en 5 tenlastegelegde feiten heeft begaan zoals hiervoor onder 3. vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Bepaalt dat de bewezenverklaarde feiten de hierboven onder 4. vermelde strafbare feiten opleveren.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte wegens dit feit tot een gevangenisstraf voor de duur van ZEVEN (7) JAREN.
Bepaalt dat de tijd die verdachte vóór de tenuitvoerlegging van dit vonnis in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de thans opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voorzover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Wijst als voorschot toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij [slachtoffer 1] geleden schade tot een bedrag van € 9.100,00, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag aan [slachtoffer 1], voornoemd, [rekeningnummer], tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
Veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken.
Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet ontvankelijk in de vordering.
Legt verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 1] de verplichting op tot betaling aan de staat van een bedrag van € 9.100,00, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door 75 dagen hechtenis.
Bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij, voornoemd, in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de staat en dat betalingen aan de staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij.
Wijst als voorschot toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij [slachtoffer 2] geleden schade tot een bedrag van € 3.655,41 en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag aan [slachtoffer 2], voornoemd, [rekeningnummer], tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
Veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken.
Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet ontvankelijk in de vordering.
Legt verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 2] de verplichting op tot betaling aan de staat van een bedrag van € 3.655,41, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door 48 dagen hechtenis.
Bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij, voornoemd, in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de staat en dat betalingen aan de staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij.
9. Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr. T. Avedissian, voorzitter,
mr. L.M. Kos en mr. E.A. Minderhoud, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffier mr. R.L.A. van Leer,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 29 mei 2009.
Mrs. Kos en Minderhoud zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.