2. Overwegingen
2.1 Ingevolge artikel 8:81, eerste lid, Awb kan de voorzieningenrechter van de rechtbank die bevoegd is of kan worden in de hoofdzaak, op verzoek een voorlopige voorziening treffen, indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist. Daarbij gaat het om een afweging van belangen van de verzoekende partij bij een onverwijlde voorziening tegen het belang dat is gemoeid met onmiddellijke uitvoering van het besluit. Voorzover deze toetsing een beoordeling van de hoofdzaak meebrengt, is dat oordeel voorlopig van aard.
2.2 Bij het besluit van 3 april 2009 is voor de luilakviering een evenementenvergunning verleend. Voorts is verleend een ontheffing in de zin van artikel 4:6, tweede lid, Apv van het verbod om met toestellen en geluidsapparaten dan wel op andere wijze handelingen te verrichten, waardoor voor een omwonende of overigens voor de omgeving geluidhinder wordt veroorzaakt of toe te laten dat deze handelingen worden verricht, met dien verstande dat het equivalente geluidsniveau afkomstig van geluidsinstallaties op een afstand van 2 meter van de luidspreker niet meer mag bedragen dan: 80 d(B)A indien mechanische muziek ten gehore wordt gebracht en 100 d(B)A indien levende muziek ten gehore wordt gebracht. Het piekgeluidsniveau mag niet meer bedragen dan 10 d(B)A boven het hiervoor genoemde equivalente geluidsniveau. Voorts zijn nog verleend een ontheffing van het verbod in artikel 5:34 van de Apv voor het houden van een kampvuur, alsmede een ontheffing in de zin van artikel 35 van de Drank- en horecawet voor het schenken van zwakalcoholische dranken.
2.3 Verzoeker heeft bij het verzoek een bijlage gevoegd met namen en adressen van andere omwonenden. Blijkens die bijlage betuigen deze omwonenden hun steun aan verzoeker en zijn bezwaren tegen het luilakevenement. In deze steunbetuigingen ziet de voorzieningenrechter thans onvoldoende aanleiding om ook deze omwonenden als partij in dit geding aan te merken. Dit betekent dat enkel [verzoeker] als verzoekende partij kan worden aangemerkt.
2.4 De Stichting Welsaen organiseert het jaarlijkse luilakevenement dit jaar voor de derde keer. De andere beide keren werd het gehouden op een nabijgelegen sportterrein. Volgens de gemachtigden van verweerders ter zitting is dit terrein absoluut ongeschikt is om het evenement daar dit jaar te doen plaatsvinden vanwege de vervanging van één der velden door een kunstgrasveld. Alhoewel verzoeker dit heeft bestreden, ziet de voorzieningenrechter vooralsnog geen aanleiding te twijfelen aan het standpunt van verweerders daaromtrent. Namens verweerders is voorts ter zitting aangegeven dat de onderhavige locatie uitsluitend in beeld is gekomen nadat was gebleken dat deze het meest geschikte alternatief is, waarbij verweerder onder meer heeft betrokken de bereikbaarheid van de locatie voor het publiek en hulpdiensten.
2.5 De voorzieningenrechter stelt vast dat de bezwaren van verzoeker zich in de kern richten tegen de te verwachten geluidsoverlast als gevolg van het luilakevenement. Voor de beoordeling van het verzoek zal de voorzieningenrechter zich dan ook overwegend tot dit punt beperken.
2.6 Blijkens het bestreden besluit is ontheffing verleend voor een geluidsproductie voor de betreffende nacht van 80 d(B)A voor mechanische muziek en 100 d(BA) voor livemuziek. Ter zitting is evenwel gebleken dat op het evenement geen livemuziek zal worden uitgevoerd en dat uitsluitend mechanische muziek ten gehore zal worden gebracht. Dit betekent dat er in de bewuste nacht een maximale geluidsproductie zal ontstaan van 80 d(B)A. Dit maximum mag worden geproduceerd op een afstand van 2 meter (m) gemeten vanuit de boxen welke bij het podium op het terrein zullen worden opgesteld. Dit podium staat nabij de [adres] en de boxen zullen zijn gericht op het achterliggende terrein alwaar het publiek tijdens het evenement zal vertoeven. Van een geluidsweerkaatsing richting de woning van verzoeker door enig object - zo heeft [naam] onbetwist ter zitting gesteld - zal geen sprake zijn. Op de gevel van de woning van verzoeker zal een gevelbelasting van 70 d(B) ontstaan en dit is ook tevens de maximale belasting.
2.7 Niet is in geschil dat er door het evenement overlast zal ontstaan, juist en met name als het gaat om geluid. Ter zitting hebben de gemachtigden van verweerders aangegeven dat voordat dit evenement werd georganiseerd er zeer veel overlast plaatsvond binnen de gemeente in de luilaknacht. Daarbij ging het met name om vernielingen van straatmeubilair, bushokjes e.d. De politie had toen weinig tot geen grip op de overlast veroorzakende jongeren en elk jaar werd de gemeente met een schadepost geconfronteerd, die tienduizenden euro’s beliep. Evenwel - zo hebben de gemach-tigden betoogd - is er, sinds dit evenement wordt georganiseerd, veel minder overlast en valt de schade in de bewuste nacht te overzien. Dit komt met name omdat er van de zijde van de organisator en van overheidswege veel meer zicht is op hetgeen er in de luilaknacht in de gemeente plaatsvindt.
2.8 Hoewel het belang van verzoeker bij een ongestoorde nachtrust zwaar weegt, is de voorzieningenrechter alles afwegend vooralsnog van oordeel dat verweerders aan het door hen ter zitting toegelichte - en door verzoeker ook niet betwiste - belang om de openbare orde in de luilaknacht zo effectief mogelijk te handhaven in redelijkheid doorslaggevende betekenis heeft mogen hechten. Daaraan kan niet afdoen dat - zo is ook namens verweerders erkend - de communicatie naar de omwonenden toe belab-berd is geweest en bepaald geen schoonheidsprijs verdient.
2.9 De voorzieningenrechter gaat er vanuit dat gedurende de gehele nacht de door ver-weerder gestelde limieten aan geluidsproductie zullen worden bewaakt en dat bij overschrijding daarvan deze onmiddellijk zal worden gecorrigeerd. Voorts overweegt de voorzieningenrechter dat het verweerders zou sieren om alsnog te bezien of er nog maatregelen mogelijk zijn welke een reductie van de geluidsoverlast tot gevolg zullen hebben dan wel anderszins ertoe bijdragen dat de hinder voor verzoeker beperkt zal kunnen worden.
2.10 Hetgeen overigens door verzoeker is aangevoerd - hij vreest onder meer vechtpartijen op het (overigens door hekken omsloten) terrein - is naar het oordeel van de voor-zieningenrechter adequaat weerlegd. Daarbij is in aanmerking genomen dat er naar het voorkomt voldoende professionele begeleiding en beveiliging ter plaatse zal zijn en dat de politie extra maatregelen neemt gedurende de luilaknacht.
2.11 Gelet op het voorgaande bestaat geen aanleiding voor het treffen van een voorlopige voorziening. Het verzoek daartoe wordt derhalve afgewezen. Voor een proceskosten-veroordeling zijn geen termen aanwezig.