ECLI:NL:RBHAA:2009:BH7518
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - meervoudig
- W.A.F. Jansen
- E.J. Hofstee
- M. Malsch
- Rechtspraak.nl
Mensensmokkel en de beoordeling van wederrechtelijkheid in het kader van asielrecht
In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 4 maart 2009 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van mensensmokkel. De rechtbank heeft het verweer van de raadsman verworpen dat de toegang van de gesmokkelde tot Nederland niet wederrechtelijk was. De rechtbank oordeelde dat de verdachte wist of ernstige redenen had te vermoeden dat de toegang wederrechtelijk was, en verwierp ook het beroep op overmacht in de zin van noodtoestand. De rechtbank overwoog dat de noodtoestand niet concreet en objectiveerbaar was, aangezien alleen de verdachte zelf had verklaard over opmerkingen van buren van haar zus. De rechtbank achtte de verdachte schuldig aan het behulpzaam zijn bij de doorreis van een ander door Nederland, terwijl zij wist dat deze doorreis wederrechtelijk was. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes maanden, waarvan twee maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. Daarnaast zijn er verbeurdverklaringen gedaan van in beslag genomen reisdocumenten. De rechtbank heeft de ernst van de feiten benadrukt, waarbij mensensmokkel een ernstige inbreuk op de rechtsorde vormt en bijdraagt aan een illegaal circuit dat het maatschappelijk verkeer kan frustreren. De rechtbank heeft ook de persoonlijke omstandigheden van de verdachte in overweging genomen, maar oordeelde dat de aard van de feiten een strenge straf rechtvaardigde.