ECLI:NL:RBHAA:2009:BH2190

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
6 februari 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
08/5532
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kwalificatie van verhuur van kamers versus gelegenheid geven tot prostitutie in belastingrecht

In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 6 februari 2009 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een onderneming die kamers verhuurt aan prostituees, en de inspecteur van de Belastingdienst. Eiseres had op 25 februari 2008 een bedrag van € 32.773 aan omzetbelasting voldaan voor het tijdvak januari 2008. De inspecteur verklaarde het bezwaar van eiseres ongegrond, wat leidde tot het beroep bij de rechtbank. De kern van het geschil was of de diensten van eiseres gekwalificeerd moesten worden als verhuur van onroerende zaken, die vrijgesteld zou zijn van omzetbelasting, of als gelegenheid geven tot prostitutie, wat belastbaar is.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de activiteiten van eiseres niet alleen het passief ter beschikking stellen van kamers omvatten, maar ook een breed scala aan commerciële diensten, zoals toezicht, bewaking, en schoonmaak. Deze activiteiten zijn van zodanige aard dat ze de kwalificatie van verhuur van onroerende zaken niet rechtvaardigen. De rechtbank oordeelde dat de diensten van eiseres in wezen gericht zijn op het faciliteren van prostitutie, wat betekent dat de omzetbelasting verschuldigd is.

De rechtbank heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard, waarbij het belang van de vergunning voor de exploitatie van een seksinrichting en de voorwaarden die daaraan verbonden zijn, zijn meegenomen in de overwegingen. De uitspraak benadrukt dat de aard van de dienstverlening en de bijbehorende voorwaarden bepalend zijn voor de fiscale kwalificatie. De rechtbank heeft geen proceskostenveroordeling uitgesproken en heeft de beslissing openbaar gemaakt.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector bestuursrecht, meervoudige belastingkamer
Procedurenummer: AWB 08/5532
Uitspraakdatum: 6 februari 2009
Uitspraak als bedoeld in afdeling 8.2.6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in het geding tussen
X, gevestigd te Z, eiseres,
en
de inspecteur van de Belastingdienst/P, verweerder.
1. Ontstaan en loop van het geding
1.1. Eiseres heeft op 25 februari 2008 € 32.773 omzetbelasting voldaan voor het tijdvak januari 2008.
1.2. Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 4 juli 2008 het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard.
1.3. Eiseres heeft daartegen bij brief van 13 augustus 2008, ontvangen bij de rechtbank op
14 augustus 2008, beroep ingesteld.
1.4. Verweerder heeft op de zaak betrekking hebbende stukken en een verweerschrift ingediend.
1.5. Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 20 januari 2009.
[namens partijen verschenen personen]. De gemachtigde van eiseres heeft een pleitnota overgelegd en exemplaren daarvan overgelegd aan de rechtbank en aan verweerder. Tevens heeft de gemachtigde van eiseres exemplaren overgelegd van een brochure over van de [straatnaam]. Verweerder heeft desgevraagd verklaard geen bezwaar te hebben tegen overlegging van de brochure.
2. Tussen partijen vaststaande feiten
2.1. Eiseres stelt 92 kamers in 17 panden ter beschikking aan prostituees. De kamers hebben een oppervlakte van tussen 6 en 8 vierkante meter. Eiseres verzorgt de inrichting van de kamers. Eiseres huurt de meeste panden van derden. Twee panden behoren tot het buitenvennootschappelijk vermogen van een der vennoten van eiseres.
2.2. Een prostituee die een kamer nodig heeft, meldt zich bij eiseres. Eiseres verstrekt de sleutel van een beschikbare kamer en een huissleutel aan de prostituee. De panden zijn tussen 03:00 en 08.00 uur gesloten. Overnachten is niet toegestaan.
2.3. De prostituee gebruikt de kamer doorgaans één dag(deel). De prijs is [bedrag] per dag inclusief omzetbelasting. De borg voor de sleutels is [bedrag]. De borg en de prijs worden vooraf geïnd.
2.4. De prostituee dient zich te houden aan een aantal huisregels, zoals een verbod op het voorhanden hebben, verhandelen en gebruik van drugs, (brand)veiligheidsvoorschriften, aard van het gebruik, omgang met de sleutels, de openingstijden, de verantwoordelijkheid van de prostituee voor de klant en de verplichting de richtlijnen voor veilige seks na te leven. Bij constatering van pooierschap of het dwangmatig afstaan van verdiensten worden maatregelen genomen. Het is de prostituee niet toegestaan onbevoegden, zoals vrienden, kennissen en leveranciers, toegang te verlenen tot het pand.
2.5. Eiseres verzorgt de bewaking, het dagelijks onderhoud en de schoonmaak. Eiseres verstrekt in dit kader schoon beddengoed en schone handdoeken. Eiseres beschikt hiervoor over bewakings-, schoonmaak-, administratief en technisch personeel. In iedere kamer is een noodknop aanwezig.
2.6. In de panden zijn in totaal drie wasruimten aanwezig waar beddengoed en handdoeken worden gewassen, gedroogd en gestreken. De prostituees hebben geen toegang tot deze ruimten. In twee panden is een eenvoudige keuken met een gasstel aanwezig. Alle panden beschikken over voldoende douche- en toiletvoorzieningen. In één van de panden is een door eiseres geëxploiteerde winkel aanwezig, waar de prostituees en hun klanten producten zoals condooms, massageolie en telefoonkaarten kunnen kopen. Ook staan er koffie- en drankautomaten. Bovendien heeft eiseres een kamer ingericht waar de GGD-arts de prostituees kan onderzoeken.
2.7. De prostituee bepaalt de prijs voor haar diensten en rekent met de klant af.
2.8. Eiseres beschikte gedurende de periode 15 november 2005 tot en met 31 december 2007 over een vergunning van de gemeente om een raamprostitutiebedrijf uit te oefenen. Aan de vergunning zijn bepaalde verplichtingen verbonden in het kader van de openbare orde, veiligheid, hygiëne en gezondheid van de werkzame prostituees. De gemeente heeft nog niet beslist over de aanvraag voor een nieuwe vergunning.
3. Geschil
3.1. In geschil is of de diensten van eiseres dienen te worden gekwalificeerd als verhuur van onroerende zaken, zoals eiseres stelt, dan wel als gelegenheid geven tot prostitutie, zoals verweerder stelt. Indien het gelijk wat betreft de kwalificatie van de diensten aan eiseres is, is in geschil of eiseres de omzetbelasting verschuldigd is op grond van artikel 37 van de Wet op de omzetbelasting 1968.
3.2. Eiseres concludeert tot gegrondverklaring van het beroep, vernietiging van de uitspraak op bezwaar en vermindering van het op aangifte te betalen bedrag tot € 2.627.
3.3. Verweerder concludeert tot ongegrondverklaring van het beroep.
3.4. Voor de standpunten van partijen verwijst de rechtbank naar de gedingstukken en naar het aangehechte proces-verbaal.
4. Beoordeling van het geschil
4.1. In geschil is of de diensten van eiseres als verhuur van onroerende zaken zijn vrijgesteld, of als het gelegenheid geven tot prostitutie zijn belast. Om de aard van een belastbare handeling vast te stellen, moeten alle omstandigheden waaronder de betrokken handeling wordt verricht in aanmerking worden genomen om daaruit de kenmerkende elementen naar voren te halen.
4.2.1. Het kenmerkende element in de handeling van eiseres is het aanbieden van een veilige, schone en besloten omgeving die volledig en uitsluitend is uitgerust voor het gelegenheid geven tot prostitutie. De dienst van eiseres omvat niet alleen het passief ter beschikking stellen van een kamer, maar gaat gepaard met een groot aantal andere commerciële activiteiten, zoals toezicht en bewaking, beheer en onderhoud, schoonmaak, verschoning van beddengoed en handdoeken, de mogelijkheid een GGD-arts te bezoeken en de aanwezigheid van een vergunning voor de exploitatie van een seksinrichting, dit alles met het oogmerk om in de kamer seksuele diensten te laten verlenen. Het bijkomende commerciële dienstbetoon is van dien aard en omvang dat de kwalificatie verhuur van een onroerende zaak, dat een betrekkelijk passieve activiteit veronderstelt, de in geding zijnde prestatie niet goed karakteriseert.
4.2.2. Bovendien is het gebruik van een kamer onderworpen aan ingrijpende beperkingen met betrekking tot het doel en de aard van het gebruik, zoals een gebod de richtlijnen voor veilige seks na te leven, niet in uitdagende kleding over straat te lopen en het verbod op het toegang verlenen aan – vanuit het oogpunt van eiseres – onbevoegde personen. Ook gelet op deze beperkingen kan niet worden gezegd dat eiseres het genot van de zaak aan de huurster ter beschikking stelt, althans niet in die mate die voor de kwalificatie verhuur noodzakelijk is.
4.2.3. Het argument van eiseres dat de beperkingen voortvloeien uit de voorwaarden van de vergunning en daarom, naar de rechtbank begrijpt als zijnde puur formele criteria, niet afdoen aan de kwalificatie als verhuur van onroerend goed, wordt verworpen, reeds omdat eiseres haar gehele bedrijfsvoering organisatorisch en feitelijk heeft afgestemd op het gelegenheid geven tot raamprostitutie.
4.2.4. De bedrijfsactiviteiten van eiseres kunnen derhalve niet worden aangemerkt als de van omzetbelasting vrijgestelde (onder)verhuur van de kamers. Aan deze conclusie kan niet worden afgedaan door het feit dat eiseres voor het onderhavige tijdvak (nog) niet over een vergunning beschikte, nu gesteld noch gebleken is dat haar werkwijze – in afwachting van een nieuwe vergunning – is gewijzigd en de gemeente aan eiseres vooralsnog geen beperkingen heeft opgelegd.
4.3. Gelet op het vorenoverwogene dient het beroep ongegrond te worden verklaard.
5. Proceskosten
De rechtbank ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
6. Beslissing
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan op 6 februari 2009 en op dezelfde dag in het openbaar uitgesproken door mr. A. van Dongen, voorzitter, mr. G.W.S. de Groot en mr. C.J. Hummel, rechters, in tegenwoordigheid van mr. J. de Jong, griffier.
Afschrift verzonden aan partijen op:
De rechtbank heeft geen bezwaar tegen afgifte door de griffier van een afschrift van de uitspraak in geanonimiseerde vorm.
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na de verzenddatum hoger beroep instellen bij het gerechtshof te Amsterdam (belastingkamer), Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.
Bij het instellen van hoger beroep dient het volgende in acht te worden genomen:
1 - bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd;
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;
b. een dagtekening;
c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het hoger beroep is ingesteld;
d. de gronden van het hoger beroep.