ECLI:NL:RBHAA:2008:BE9046

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
19 juni 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
07-7214
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Omgevingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijstelling van bestemmingsplan voor legalisatie van woonstudio's in Haarlem

In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 19 juni 2008 uitspraak gedaan in een geschil over de vrijstelling van een bestemmingsplan ten behoeve van de legalisatie van twee woonstudio's. Eiser, die bezwaar had gemaakt tegen het besluit van verweerder om vrijstelling te verlenen van het bestemmingsplan, stelde dat de vrijstelling ten onrechte was verleend. Verweerder had op 26 september 2007 besloten om vrijstelling te verlenen en het bezwaar van eiser ongegrond verklaard, daarbij verwijzend naar een advies van de Commissie beroep- en bezwaarschriften.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de grond waarop het bouwplan betrekking heeft, is gelegen in het bestemmingsplan "Stadsvernieuwingsplan: Frans Halsbuurt" en bestemd is voor "Gemengde doeleinden (Gc)". Verweerder meende dat het bouwplan in strijd was met het bestemmingsplan omdat op de begane grond een woonfunctie werd gerealiseerd. De rechtbank oordeelde echter dat verweerder zich ten onrechte op het standpunt stelde dat voor het bouwplan vrijstelling noodzakelijk was. De rechtbank concludeerde dat de planvoorschriften geen aanleiding gaven voor een beperkte uitleg van de bestemming Gc.

Gelet op deze overwegingen verklaarde de rechtbank het beroep gegrond en vernietigde het bestreden besluit. De rechtbank oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling, aangezien niet was gebleken dat eiser voor vergoeding in aanmerking komende proceskosten had gemaakt. De uitspraak werd gedaan door mr. I.M. Ludwig en op dezelfde dag in het openbaar uitgesproken, in tegenwoordigheid van mr. D. Krokké, griffier.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector bestuursrecht
zaaknummer: AWB 07 - 7214
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 19 juni 2008
in de zaak van:
[naam eiser],
wonende te [woonplaats eiser],
eiser,
tegen:
het college van burgemeester en wethouders van Haarlem,
verweerder.
1. Procesverloop
Bij besluit van 8 augustus 2006 heeft verweerder aan E.T. Hendrikse een bouwvergunning verleend voor twee woonstudio’s op het perceel [naam perceel]
Tegen dit besluit heeft eiser bij brief van 8 september 2006 bezwaar gemaakt.
Bij besluit van 26 september 2007 heeft verweerder ten behoeve van het bouwplan vrijstelling verleend van het bestemmingsplan en het bezwaar van eiser ongegrond verklaard. Daarbij heeft verweerder verwezen naar het advies van 22 augustus 2007 van de Commissie beroep- en bezwaarschriften.
Tegen dit besluit heeft eiser bij brief van 26 oktober 2007, aangevuld op 3 december 2007, beroep ingesteld.
Bij brief van 28 december 2007 heeft eiser nadere stukken ingediend.
Verweerder heeft op de zaak betrekking hebbende stukken ingezonden.
Het beroep is behandeld ter zitting van 16 april 2008, alwaar eiser in persoon is verschenen en verweerder zich heeft doen vertegenwoordigen door J. Hartmans, werkzaam bij de gemeente Haarlem.
2. Overwegingen
2.1 De grond waarop het bouwplan betrekking heeft, is gelegen in het bestemmingsplan “Stadsvernieuwingsplan: Frans Halsbuurt” en is daarin bestemd voor “Gemengde doeleinden (Gc)”.
2.2 Artikel 6, eerste en tweede lid, van de planvoorschriften luidt:
1. De op de kaart voor gemengde doeleinden (Ga/Gb/Gc/Gd) aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. wonen;
b. detailhandel;
c. kantoren;
d. bedrijfsdoeleinden, anders dan genoemd onder b en c, met uitzondering van kategorie-A-inrichtingen;
e. tevens opslag, magazijn en stalling, voorzover aangewezen voor Gc;
f. tevens horeca, voorzover aangewezen voor Gd.
2. Op deze gronden zijn toegelaten:
a. voor wat betreft de beganegrond:
1. woningen (Ga);
2. winkels, waarvan het bruto/vloeroppervlak niet meer mag bedragen dan 150 m2 (Ga);
3. kantoren, waarvan het bruto-vloeroppervlak niet meer mag bedragen 150 m2 (Ga);
4. kantoren, waarvan bruto/vloeroppervlak meer mag bedragen 150 m2 (Gb);
5. bedrijfsgebouwen (Ga) alsmede opslagruimten, magazijnen en (fietsen-)stallingen (Gc);
6. café-restaurant (Gd);
b. voor wat betreft de boven de beganegrond gelegen bouwlagen: woningen in al dan niet gestapelde vorm;
c. andere bouwwerken;
d. bijbehorende voorzieningen, waaronder parkeervoorzieningen.
2.3 Verweerder meent dat het bouwplan in strijd is met het bestemmingsplan, omdat op de begane grond een woonfunctie wordt gerealiseerd. In het bestreden besluit heeft verweerder op grond van artikel 19, tweede lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening vrijstelling verleend en tevens een bouwvergunning afgegeven. Eiser kan zich met dit besluit niet verenigen.
2.4 De rechtbank is van oordeel dat verweerder zich ten onrechte op het standpunt stelt dat voor het onderhavige bouwplan vrijstelling van het bestemmingsplan noodzakelijk is. Immers, noch de bewoordingen noch ook de systematiek van de planvoorschriften geven aanleiding tot een in die zin beperkte uitleg van de bestemming Gc als zou deze (slechts) omvatten de functies bedrijfsdoeleinden alsmede opslag, magazijn en stalling. Ingevolge artikel 6, eerste lid, zijn immers op de gronden met de bestemming gemengde doeleinden toegestaan de functies wonen, detailhandel, kantoren en bedrijfsdoeleinden (allen aangeduid als Ga) en, afhankelijk van de op de kaart vermelde letteraanduiding, tevens een andere functie, te weten opslag, magazijn en stalling (Gc) of horeca (Gd). Voor kantoren geldt daarbij nog de bepaling dat in geval van de vermelding van de letter b (Gb) een nog grotere vloeroppervlakte is toegestaan dan met de enkele aanduiding Ga. Deze systematiek van de planvoorschriften - te weten een viertal basisbestemmingen met, afhankelijk van de aanduiding op de plankaart, enkele additionele mogelijkheden - vindt, voor zoveel nodig, bevestiging in de legenda. Aldaar wordt immers de bestemming Gb aangeduid als Ga + kantoor, Gc als Ga + opslag, magazijn en stalling en Gd als Ga + horeca.
2.5 Gelet op het voorgaande zal het beroep gegrond worden verklaard en het bestreden besluit worden vernietigd.
2.6 Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding. Niet gebleken is dat eiser voor vergoeding in aanmerking komende proceskosten heeft gemaakt.
3. Beslissing
De rechtbank:
3.1 verklaart het beroep gegrond;
3.2 vernietigt het bestreden besluit van 26 september 2007;
3.3 gelast dat de gemeente Haarlem het door eiser betaalde griffierecht van
€ 143,- aan hem vergoedt.
Deze uitspraak is gedaan door mr. I.M. Ludwig, rechter, en op 19 juni 2008 in het openbaar uitgesproken, in tegenwoordigheid van mr. D. Krokké, griffier.
afschrift verzonden op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA Den Haag. Het hoger beroep dient te worden ingesteld door het indienen van een beroepschrift binnen zes weken onmiddellijk liggend na de dag van verzending van de uitspraak door de griffier.