ECLI:NL:RBHAA:2008:BD6827
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.M. van Kempen
- A.M. van Amsterdam
- J.L. Bruinsma
- Rechtspraak.nl
Belastingheffing op vergoedingen aan gemeenteraadslid door stichting
In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 2 juni 2008 uitspraak gedaan over de belastingheffing op vergoedingen die eiser, een gemeenteraadslid, heeft ontvangen van de Stichting C. Eiser ontving in de jaren 2002 en 2003 verschillende bedragen van de Stichting, die hij als onkostenvergoeding beschouwde. De inspecteur van de Belastingdienst rekende deze vergoedingen echter aan als belastbaar loon, wat leidde tot navorderingsaanslagen en vergrijpboetes. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen deze aanslagen, maar de inspecteur handhaafde zijn besluiten.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de vergoedingen die eiser ontving in direct verband stonden met zijn werkzaamheden als raadslid en dat er sprake was van een fictieve dienstbetrekking tussen eiser en de gemeente. De rechtbank oordeelde dat de vergoedingen terecht als belastbaar loon waren aangemerkt, met uitzondering van de vergoeding voor de aanschaf van een laptop, omdat de inspecteur niet had aangetoond dat deze laptop uitsluitend voor privédoeleinden werd gebruikt.
De rechtbank heeft de aanslagen verminderd en de boetes bevestigd, maar ook een proceskostenvergoeding aan eiser toegekend. De uitspraak benadrukt het belang van de fiscale kwalificatie van vergoedingen en de bewijslast die op de belastingplichtige rust om aan te tonen dat bepaalde vergoedingen onbelast zijn. De rechtbank heeft de zaak in zijn geheel beoordeeld en een evenwichtige beslissing genomen, waarbij zowel de belangen van de belastingplichtige als de belastingdienst in overweging zijn genomen.