ECLI:NL:RBHAA:2007:BA9184
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - meervoudig
- A.J. Medze
- G.W.S. de Groot
- I.M. Ludwig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing schadevergoeding op grond van artikel 49 WRO na planvergelijking
In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 25 juni 2007 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, vertegenwoordigd door mr. F.E. de Neef, en de gemeenteraad van Velsen. Eiser had een verzoek ingediend om schadevergoeding op grond van artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO) na de afwijzing van zijn verzoek door de gemeenteraad. De gemeenteraad had op 15 december 2005 het verzoek van eiser tot schadevergoeding afgewezen, waarbij verwezen werd naar een rapport van de Stichting Adviesbureau Onroerende Zaken (SAOZ) uit oktober 2003. Eiser had bezwaar gemaakt tegen deze afwijzing, maar dit bezwaar werd op 13 juli 2006 ongegrond verklaard.
De rechtbank heeft in haar overwegingen vastgesteld dat de beoordeling van het verzoek om schadevergoeding niet alleen gebaseerd kan worden op de feitelijke situatie, maar dat ook de mogelijkheden van het voorafgaande planologische regime, in dit geval de Bouwverordening, in aanmerking moeten worden genomen. Eiser had schadevergoeding gevraagd omdat de uitbreiding van een bedrijfsgebouw achter zijn woning de zoninval en het uitzicht zou beperken, wat volgens hem de waarde van zijn woning zou verminderen. De rechtbank heeft geoordeeld dat de gemeenteraad zich terecht op het advies van de SAOZ heeft gebaseerd en dat de planvergelijking correct is uitgevoerd.
De rechtbank concludeert dat er geen aanknopingspunten zijn gevonden voor het oordeel dat het advies van de SAOZ niet op zorgvuldige wijze tot stand is gekomen. De rechtbank verklaart het beroep van eiser ongegrond, wat betekent dat de afwijzing van de schadevergoeding door de gemeenteraad in stand blijft. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. Deze uitspraak is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.