ECLI:NL:RBHAA:2006:BC9291
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - meervoudig
- A.M. van Amsterdam
- L.F. Roseval
- M.J. Leijdekker
- Rechtspraak.nl
Belastingheffing op schadevergoeding uit dadingsovereenkomst in relatie tot dienstbetrekking
In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 7 september 2006 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser X en de inspecteur van de Belastingdienst P. Het geschil betreft de belastingheffing over een schadevergoeding van € 113.445 die eiser heeft ontvangen op basis van een dadingsovereenkomst. Eiser was in dienst bij C Groep BV en had aanspraak gemaakt op aandelenparticipatie, maar deze toezeggingen zijn niet nagekomen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de schadevergoeding voortvloeit uit de dienstbetrekking van eiser en dient te worden aangemerkt als belastbaar loon volgens artikel 3.18 van de Wet inkomstenbelasting 2001 en artikel 10 van de Wet op de loonbelasting 1964.
Het onderzoek ter zitting vond plaats op 9 juni 2006, waarbij eiser werd vertegenwoordigd door A en verweerder door mr. B. Partijen hebben pleitnota's ingediend en de rechtbank heeft het onderzoek geschorst om partijen de gelegenheid te geven tot een compromis te komen. Dit is niet gelukt, waarna de rechtbank het onderzoek heeft gesloten.
De rechtbank heeft in haar overwegingen benadrukt dat er gedurende de jaren veel onduidelijkheid en onzekerheid is geweest over de aandelenparticipatie van eiser. De toezeggingen die zijn gedaan, hebben nooit geleid tot een definitieve overeenkomst over de omvang, prijs en voorwaarden van de participatie. De rechtbank concludeert dat de dadingsovereenkomst, die is gesloten ter beëindiging van een rechtsgeding, een schadevergoeding betreft die in direct verband staat met de dienstbetrekking van eiser. Daarom is de inspecteur terecht overgegaan tot belastingheffing over dit bedrag.
De rechtbank heeft het beroep van eiser gegrond verklaard voor zover het betreft de niet-ontvankelijkheid van het bezwaar, maar heeft de aanslag voor het jaar 2002 gehandhaafd. Eiser kan binnen zes weken na de verzenddatum van de uitspraak hoger beroep instellen bij het gerechtshof te Amsterdam.