ECLI:NL:RBHAA:2006:AZ5276
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vergoeding bij vertraging van vliegreis door technisch defect aan vliegtuig
In deze zaak vorderden eisers een schadevergoeding van Transavia Airlines vanwege een vertraging van hun vlucht naar Gran Canaria, die op 26 oktober 2005 zou plaatsvinden. De vertraging was het gevolg van een technisch defect aan het vliegtuig, waardoor de vlucht niet op de geplande tijd kon vertrekken. Eisers baseerden hun vordering op de Europese verordening 261/2004, die compensatie regelt voor luchtreizigers bij annulering of langdurige vertraging van vluchten. De kantonrechter heeft de vordering van eisers afgewezen, omdat er volgens de rechter geen sprake was van een annulering in de zin van de verordening. Transavia had de vlucht weliswaar met een vertraging van zes uur uitgevoerd, maar dit voldeed aan de voorwaarden van de reisovereenkomst. De rechter oordeelde dat Transavia gerechtigd was om de vlucht met een ander vliegtuig uit te voeren en dat de passagiers niet met een reeds bestaande vlucht naar Gran Canaria waren vervoerd. De kantonrechter concludeerde dat de vordering van eisers geen valide grondslag had en dat de vraag of het technische mankement als overmacht kon worden gekwalificeerd, onbesproken kon blijven. Eisers werden als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten.