ECLI:NL:RBHAA:2006:AZ1516
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - meervoudig
- A.J. van der Meer
- J.T.M. Nijenhof
- S.R. Mellema
- Rechtspraak.nl
Toewijzing van een wrakingsverzoek wegens mogelijke partijdigheid van de rechter in een civiele procedure
In deze zaak heeft verzoekster op 7 september 2006 een wrakingsverzoek ingediend tegen de rechter die belast was met de behandeling van haar civiele zaak. Verzoekster stelde dat de rechter in een eerdere procedure al een oordeel had gegeven over een geschilpunt dat ook in de huidige zaak aan de orde was. Dit leidde tot de vrees dat de rechter niet onbevooroordeeld zou kunnen oordelen in de hoofdzaak. Tijdens de zitting op 13 september 2006 zijn verzoekster en haar procureur, mr. E. Bongers, gehoord, terwijl de rechter en de wederpartij niet verschenen.
De wrakingskamer heeft de argumenten van verzoekster beoordeeld en vastgesteld dat de rechter in een eerdere zaak, met zaaknummer [nummer], al een breed en stellig oordeel had gegeven over de volmacht die in de huidige zaak opnieuw ter discussie stond. De wrakingskamer oordeelde dat de vrees van verzoekster voor partijdigheid objectief gerechtvaardigd was, gezien de omstandigheden. De rechtbank benadrukte dat een rechter wordt vermoed onpartijdig te zijn, maar dat in dit geval de subjectieve toets niet voldeed aan de eisen voor afwijzing van het wrakingsverzoek.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het verzoek tot wraking toegewezen. De beslissing werd genomen door de wrakingskamer, bestaande uit mr. A.J. van der Meer als voorzitter en mrs. J.T.M. Nijenhof en S.R. Mellema als leden. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 25 september 2006, waarbij werd bepaald dat de hoofdzaak verder behandeld zou worden door een andere rechter.