1. [eiser], thans 56 jaar oud, is op 1 november 2000 bij Noortman B.V., een dochter-onderneming van Uni-Data, in dienst getreden in de functie van directeur/general manager.
2. Uni-Data is in augustus 2001 overgenomen door UPS, een bedrijf dat zich bezig houdt met het uitoefenen van nationaal en internationaal transport.
3. [eiser] is met ingang van 1 september 2002 bij UPS de functie van Senior Sales Executive voor de afdelingen Special Transport Services (hierna: STS) en Spare Parts Logistics (hierna: SPL) gaan bekleden.
4. UPS heeft in 2004 en 2005 het functioneren van [eiser] beoordeeld door middel van een zogenoemde Quality Performance Review (hierna: QPR). De gemiddelde score van de QPR 2004 bedroeg 4.79 op een schaal van 1 tot 6. [eiser] heeft van de voor dat jaar vastgestelde target van € 800.000,--, een resultaat van 0 behaald.
5. Bij brief van 22 juni 2005 heeft [XXX], BD Manager Netherlands (hierna: [XXX]), onder meer het volgende aan [eiser] medegedeeld:
“Zoals besproken tijdens het half jaar review op donderdag 14 juli 2005, zijn de afgesproken targets niet gehaald. Gezien het feit dat er ook in 2004 geen additionele nieuwe inkomsten zijn gerealiseerd […] zijn we gezamenlijk tot de volgende afspraak gekomen:
[…]
- Een minimum van 50% van de oorspronkelijke target van 2004 […] dient gerealiseerd te zijn in 2005.
[…]
Je begrijp(t) dat we ontevreden zijn over de output en indien de target niet op tijd gerealiseerd word(t), zal UPS SCS […] andere acties nemen.”
6. [eiser] heeft de brief van 22 juni 2005 niet voor akkoord ondertekend.
7. In oktober 2005 zijn de activiteiten van de afdeling STS overgedaan aan Beyer Logistics. [eiser] moest zich vanaf dat moment richten op ‘warehousing’, het ontwikkelen van een klantennetwerk op het gebied van opslag en bevoorrading vanuit pakhuizen.
8. In de QPR van 2005 behaalde [eiser] voor zijn functioneren een gemiddelde score van 4.37. [eiser] heeft in dat jaar een resultaat van € 297.000,-- behaald, terwijl € 400.000,-- de target was.
9. Bij brief van 13 april 2006 heeft [XXX] onder meer het volgende aan [eiser] medegedeeld:
“De target voor 2005 […] is niet gehaald.
[…]
Gebaseerd op de mogelijke nieuwe target zoals vermeld in QPR 2005, dient 50% van deze target inkomsten gerealiseerd te zijn voor 1 juli 2006. Het nakomen van deze afspraak is bepalend voor de voortgang in onze samenwerking.
[…]
Indien de benoemde targets niet op tijd gerealiseerd worden, zullen we zoals bekend andere acties moeten ondernemen.”
10. Bij brief van 15 mei 2006 heeft [eiser] geprotesteerd tegen de brief van 13 april 2006 en onder meer het volgende aan UPS medegedeeld:
“Ik was eerlijk gezegd nogal overdonderd door deze brief. […] ik ben helemaal niet bekend met enige ‘acties’. […]
In de brief doe je het nu opeens lijken alsof het mijn schuld is dat de targets niet gehaald zijn, waartegen ik pertinent protesteer. In de eerste plaats omdat je zelf heel goed weet dat we te maken hebben met een zeer moeilijke markt die bovendien grotendeels bestaat uit de door mij vrij te benaderen kleine klanten […] zodat de gestelde bedragen nooit in zo’n korte tijd gehaald kunnen worden.
[…] het is mij niet duidelijk wat er van mij verwacht wordt.
11. UPS heeft [eiser] op 4 september 2006 vrijgesteld van werkzaamheden met behoud van loon.
12. Bij brief van 5 september 2006 heeft UPS [eiser] een voorstel gedaan om de arbeidsovereenkomst tussen hen te beëindigen middels een minnelijke regeling.
13. Bij brief van 6 september 2006 heeft [eiser] tegen de op non actiefstelling geprotesteerd en zich beschikbaar gehouden voor de bedongen arbeid.