ECLI:NL:RBHAA:2006:AY6115
Rechtbank Haarlem
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag gehandicaptenparkeerkaart op basis van medisch advies
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Haarlem op 20 juni 2006 uitspraak gedaan in het kader van een verzoek om een voorlopige voorziening met betrekking tot de afwijzing van een aanvraag voor een gehandicaptenparkeerkaart. Verzoekster had op 14 maart 2006 een aanvraag ingediend, die door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlemmermeer op 16 maart 2006 was afgewezen. De afwijzing was gebaseerd op een medisch advies van de GGD, waaruit bleek dat verzoekster weliswaar een loopbeperking had, maar niet continu afhankelijk was van begeleiding voor korte afstanden.
Tijdens de zitting op 15 juni 2006 was verzoekster niet aanwezig, maar de gemachtigde van verweerder was wel aanwezig. De voorzieningenrechter heeft de relevante wetgeving, met name artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), in overweging genomen. Dit artikel stelt dat de voorzieningenrechter een voorlopige voorziening kan treffen indien onverwijlde spoed dat vereist, waarbij een belangenafweging moet plaatsvinden.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat verzoekster niet voldoet aan de voorwaarden voor het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerkaart, zoals vastgelegd in de Regeling gehandicaptenparkeerkaart. Het medisch advies van de GGD, opgesteld door arts J.E. Barth, concludeerde dat verzoekster voor korte afstanden niet afhankelijk is van begeleiding, wat cruciaal is voor de toekenning van de parkeerkaart. Ondanks aanvullende verklaringen van de huisarts, die de klachten van verzoekster bevestigden, heeft de voorzieningenrechter geen aanleiding gezien om het advies van de GGD te negeren.
Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, met de overweging dat er geen reden was om te twijfelen aan de afwijzing van de aanvraag door verweerder. De uitspraak werd gedaan door mr. I.M. Ludwig, en er werd geen rechtsmiddel tegen deze uitspraak open gesteld.