1. [eiseres] heeft op 13 januari 2003 met de Stichting Regionaal Opleidingscentrum van Amsterdam (hierna: ROC) een onderwijsovereenkomst gesloten in het kader van de Wet Educatie & Beroepsonderwijs, voor het volgen van de opleiding Sociaal Pedagogisch Werker 3 (hierna: SPW). Ingevolge deze overeenkomst bedraagt de normatieve duur van de opleiding 36 maanden.
2. [eiseres] dient in het kader van de opleiding SPW gedurende een totaal van 2.880 uren praktijkervaring op te doen. Kinderopvang Badhoevedorp biedt [eiseres] ingevolge een op 23 december 2002 met [eiseres] en Kinderopvang Badhoevedorp gesloten Beroepspraktijkvormingsovereenkomst gelegenheid om de voorgeschreven praktijkervaring op te doen.
1. [eiseres] is met ingang van 1 maart 2003 bij Kinderopvang Badhoevedorp in dienst getreden in de functie van groepsleidster in opleiding, voor de duur van 32 uur per week en tegen een salaris van € 1.074,66 bruto per maand.
4. Artikel 3 van de arbeidsovereenkomst luidt als volgt:
“De arbeidsovereenkomst wordt aangegaan tot einde opleiding.”
5. Ingevolge artikel 4 van de arbeidsovereenkomst is van toepassing “de collectieve arbeidsovereenkomst voor de kinderdagverblijven […], zoals deze thans is vastgesteld, respektievelijk gedurende de overeenkomst zal worden gewijzigd […].”
6. Artikel 26a lid 3 van de ten tijde van het sluiten van de arbeidsovereenkomst geldende CAO Kinderdagverblijven 2005 bepaalt onder meer het volgende:
“De arbeidsovereenkomst eindigt op de datum waarop de opleiding wordt beëindigd, maar uiterlijk vier jaar na aanvang van de opleiding.”
7. Sedert 1 januari 2005 is de CAO Kinderdagverblijven 2005 vervangen door de CAO Branche Kinderopvang Nederland (hierna: CAO BKN). Deze CAO kent geen bepaling met betrekking tot de duur van de arbeidsovereenkomst.
8. [eiseres] heeft vanaf 1 januari 2004 tot en met 7 april 2004 in verband met zwangerschaps- en bevallingsverlof geen arbeid verricht. [eiseres] is aansluitend aan dit verlof volledig arbeidsongeschikt geworden.
9. Op 16 juni 2004 heeft [eiseres] een aanhangsel van de arbeidsovereenkomst voor akkoord getekend. Dit aanhangsel luidt onder meer als volgt:
“Het aantal arbeidsuren zal m.i.v. 07-04-2004 gewijzigd worden van 32 uur naar 24 uur per week.”
10. Kinderopvang Badhoevedorp heeft [eiseres] met ingang van 7 april 2004 salaris betaald op basis van een 24-urige werkweek.
11. [eiseres] is sedert 16 januari 2006 weer voor 100% arbeidsgeschikt.
12. Op 9 februari 2006 heeft tussen [eiseres] en haar leidinggevende [xxx] een gesprek plaatsgevonden met betrekking tot het aantal praktijkuren dat [eiseres] tot dat moment had opgebouwd en nog diende te realiseren ten einde het diploma SPW te kunnen behalen. Daarbij is vastgesteld dat het door [eiseres] tot het einde van het schooljaar 2006 maximaal te behalen praktijkuren 1.722,91 bedraagt.
13. Bij brief van 20 februari 2006 heeft de gemachtigde van Kinderopvang Badhoevedorp onder meer het volgende aan de gemachtigde van [eiseres] medegedeeld:
“De CAO kent de mogelijkheid de studieovereenkomst met één kalenderjaar te verlengen. Cliënte zal van deze mogelijkheid géén gebruik maken enkel al om de reden van het feit dat uw cliënte nimmer de achterstand van de benodigde praktijk-uren zal kunnen invullen in deze periode.”
14. Kinderopvang Badhoevedorp heeft [eiseres] per 1 maart 2006 niet meer toegelaten tot haar werkzaamheden en [eiseres] vanaf die datum geen loon meer uitbetaald.
15. Bij e-mail van 16 maart 2006 heeft E. Smit, opleidingsmanager SPW bij het ROC (hierna: Smit) aan de gemachtigde van [eiseres] medegedeeld dat [eiseres] niet is uitgeschreven bij het ROC. Smit heeft daarbij onder meer het volgende opgemerkt:
“De opleiding eindigt zodra mevrouw haar diploma behaald heeft of op het moment dat zij zich uitschrijft. […]
Wanneer een deelnemer tweemaal een onvoldoende beoordeling heeft gekregen op een praktijkwerkplek wordt de onderwijsovereenkomst beëindigd […].”