ECLI:NL:RBHAA:2005:AT8376

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
29 juni 2005
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
262872
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beëindiging arbeidsovereenkomst en beëindigingsvergoeding bij Transavia Airlines C.V.

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Haarlem op 29 juni 2005 uitspraak gedaan in een geschil tussen een werknemer, aangeduid als [eiser], en zijn werkgever, Transavia Airlines C.V. De werknemer had een verzoek ingediend om gebruik te maken van een beëindigingsregeling die door Transavia was aangeboden in een brief van 12 januari 2004. Deze regeling bood werknemers de mogelijkheid om hun dienstverband te beëindigen met een afkoopsom, maar Transavia had zich het recht voorbehouden om aanvragen niet te honoreren. De werknemer gaf aan in te willen gaan op het aanbod, maar Transavia weigerde zijn aanvraag later, met de mededeling dat het niet meer mogelijk was om van de regeling gebruik te maken.

De kantonrechter heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat er geen overeenkomst tot stand was gekomen tussen de werknemer en Transavia, omdat de werkgever zich het recht had voorbehouden om aanvragen niet te honoreren. De rechter oordeelde dat de enkele aanvraag van de werknemer niet voldoende was om een overeenkomst te creëren. Bovendien was er geen sprake van willekeur, aangezien Transavia twee aanvragen van andere werknemers, die de functie van captain vervulden, wel had gehonoreerd. De rechter benadrukte dat de functies van first officer en captain verschillende verantwoordelijkheden en salarissen met zich meebrachten, wat de beslissing van Transavia rechtvaardigde.

Uiteindelijk heeft de kantonrechter de vordering van de werknemer tot betaling van een beëindigingsvergoeding van € 38.493,11 en buitengerechtelijke incassokosten afgewezen. De rechter oordeelde dat de werknemer niet in zijn recht stond, omdat er geen geldige overeenkomst was ontstaan. De kosten van de procedure werden aan de werknemer opgelegd, die in totaal € 820,-- moest betalen aan Transavia.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
sector kanton, locatie Haarlem
zaak-/rolnummer: 262872 \ CV EXPL 05-1245
vonnisdatum: 29 juni 2005
De kantonrechter heeft in de zaak van :
[eiser],
te [woonplaats],
eisende partij,
gemachtigde: Y.A. Brunnekreeft,
-- tegen --
de commanditaire vennootschap TRANSAVIA AIRLINES C.V.,
te Luchthaven Schiphol,
gedaagde partij,
gemachtigde: C.H. Boeder,
het navolgende vonnis gewezen.
De kantonrechter heeft bij het wijzen van dit vonnis acht geslagen op de gedingstukken, zijnde de dagvaarding (met producties), het antwoord (met producties), het tussenvonnis van 30 maart 2005 waarbij een comparitie van partijen is gelast alsmede de aantekeningen die de griffier gemaakt heeft bij gelegenheid van de in deze zaak op 16 juni 2005 gehouden comparitie, aan welke aantekeningen gehecht zijn de pleitaantekeningen van mr. Brunnekreeft.
De inhoud van de gedingstukken geldt als hier ingelast.
Bij het afsluiten van de comparitie van partijen is vonnis bepaald op heden.
Partijen worden hierna [eiser] en Transavia genoemd.
RECHTSOVERWEGINGEN.
1. Als erkend, danwel niet (voldoende) gemotiveerd bestreden, staat het volgende vast:
- [eiser], geboren op [1955], is op 1 januari 2000 bij Transavia in dienst getreden; laatstelijk vervulde hij daar de functie van “first officer Boeing 737” tegen een salaris van
€ 5.552,18 bruto per maand (excl. emolumenten),
- op 12 januari 2004 ontving [eiser] van Transavia een brief ondermeer bevattende de volgende passages:
Als gevolg van de economische recessie is de verwachting dat … de vraag naar vliegreizen sterk zal teruglopen …Het aantal vluchten dat vliegdienst nodig heeft voor een optimale inzet van de bemanning zal naar alle waarschijnlijkheid niet gerealiseerd kunnen worden. … er is ruimte voor vervroegde uitdiensttreding.
Gelet op de situatie zoals in de aanvang van deze brief gesteld, is Transavia …bereid om gedurende een bepaalde periode werknemers vanaf 48 jarige leeftijd tot aan de 56 jarige leeftijd, de gelegenheid te bieden het dienstverband te beëindigen onder toekenning van een afkoopsom. …
Deze regeling geldt voor de periode vanaf 1 februari 2004 tot 1 april 2005.
Transavia kan te allen tijde besluiten aanvragen niet meer te honoreren.
- in reactie op voormeld voorstel van Transavia geeft [eiser] bij brief van 8 oktober 2004 aan Transavia te kennen in te willen gaan op het aanbod van Transavia,
- bij brief van 20 oktober 2004 heeft Transavia [eiser] laten weten dat het op dat moment niet meer mogelijk was om van de regeling gebruik te maken,
- het dienstverband van partijen is per 1 december 2004 beëindigd.
2. Tegen de achtergrond van voormelde feiten vordert [eiser], naast nevenvorderingen, betaling van een bedrag groot € 38.493,11 bruto ter zake van een beëindigingsvergoeding en € 270,-- ter zake van buitengerechtelijke incassokosten. Ter adstructie van de vordering voert [eiser] aan dat Transavia in de brief van 12 januari 2004 een aanbod gedaan heeft. Op het moment dat [eiser] aangaf accoord te gaan met het aanbod was de regeling niet ingetrokken. Een en ander betekent dat het aanbod van Transavia op 8 oktober 2004 nog altijd gold en dat [eiser] dus in de gelegenheid was om dat aanbod te aanvaarden. Door het aanvaarden van het aanbod is er tussen partijen een overeenkomst tot stand gekomen strekkende tot beëindiging van het dienstverband van partijen onder gelijktijdige toekenning van een beëindigingsvergoeding. [eiser] maakt aanspraak op uitbetaling van een beëindigingsvergoeding ter hoogte van € 38.493,11 bruto, thans vermeerderd met incassokosten.
3. Transavia heeft de vordering van [eiser] gemotiveerd weersproken.
beoordeling van de vordering
4. In zijn vordering miskent [eiser] het karakter van het door Transavia in de brief van 12 januari 2004 gedane aanbod. Het gaat hier niet om een gedaan aanbod dat geldt zolang het niet is ingetrokken. Transavia heeft zich immers het recht voorbehouden om te allen tijde te kunnen besluiten een aanvraag niet (meer) te honoreren. De enkele aanvraag doet dus geen overeenkomst tot stand komen.
Uiteraard is het niet toelaatbaar dat Transavia zich bij de beoordeling van de aanvragen bedient van willekeur en de ene aanvraag wel honoreert en een ander, gelijktijdig gedaan verzoek, niet. Een dergelijke situatie doet zich in dezen echter niet voor. [eiser] is de enige “first officer” bij Transavia in dienst die een dergelijk verzoek gedaan heeft. Wel heeft Transavia twee door “captains” gedane verzoeken gehonoreerd (na, of tezelfdertijd van het afwijzen van de aanvraag van [eiser]). De functie van captain is echter een andere dan de functie van “first officer”, het gaat hier om piloot en co-poloot, om verschillende verantwoordelijkheden en een verschillende salariëring. Dat [eiser] ooit als “captain Boeing 737” voor Transavia gevlogen heeft doet aan het voorgaande niet af. Ten tijde van de aanvraag was de functie van [eiser] niet die van “captain”. Ook niet relevant is het gegeven dat de brief van 12 januari 2004 gericht is aan alle vliegers en in de brief geen onderscheid gemaakt wordt tussen “captains”en “first officers”. Er was ten tijde van het uitgaan van de brief een overschot aan vliegers, aan het einde van 2004 is de markt onverwacht aangetrokken en bleek er nog wel een (klein) overschot aan “captains” maar niet langer aan “first officers”. In december 2004 is de optie vervroegd uittreden voor “first officers” dan ook voor deze categorie werknemers van Transavia ingetrokken.
5. Gelet op het vorenstaande moet de conclusie zijn dat de vordering van [eiser] behoort te worden afgewezen.
BESLISSING.
De kantonrechter:
wijst de vordering van [eiser] af,
veroordeelt [eiser] in de kosten van deze procedure, tot op heden aan de kant van Transavia begroot op € 820,--.
Aldus gewezen door mr. S.R. Mellema, kantonrechter, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 29 juni 2005 in tegenwoordigheid van de griffier.