ECLI:NL:RBHAA:2004:AR4396
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Uitleg van CAO bepalingen inzake reiskosten en reisuren door werkgever
In deze zaak, die voor de Rechtbank Haarlem is behandeld, hebben de eisers, de Vereniging de Nederlandse Bond voor de Bouw- en Houtnijverheid (FNV) en een werknemer van BAM Woningbouw B.V., een vordering ingesteld tegen de werkgever. De kern van het geschil betreft de uitleg van de CAO Bouwbedrijf 2002/2004, specifiek de bepalingen over reiskosten en reisuren. De werknemer, die sinds 12 maart 2001 in dienst is bij BAM als timmerman, ontving een weekloon op basis van 40 uur per week. De CAO bepaalt dat BAM reiskosten en reisuren vergoedt op basis van de kortste route, wat door de eisers als onjuist werd betwist. Zij stelden dat de vergoeding op basis van de feitelijke kilometers, inclusief de snelste route, diende te geschieden.
De kantonrechter heeft de gedingstukken en de argumenten van beide partijen in overweging genomen. De eisers vorderden onder andere een verklaring voor recht dat BAM de CAO niet correct naleefde en vroegen om betaling van achterstallige vergoedingen. BAM daarentegen betwistte de vorderingen en stelde dat de CAO geen verplichting bevatte om de vergoeding op basis van de snelste route te berekenen. De kantonrechter concludeerde dat de uitleg van de CAO bepalingen niet leidde tot de conclusie dat BAM in strijd handelde met de CAO. De rechter oordeelde dat de werkgever de vrijheid had om een eigen beleid te voeren met betrekking tot de vergoeding van reiskosten en dat de vorderingen van de eisers niet voldoende onderbouwd waren.
Uiteindelijk heeft de kantonrechter de vorderingen van FNV en de werknemer afgewezen en hen veroordeeld in de proceskosten. Dit vonnis benadrukt de noodzaak van duidelijke afspraken in de CAO en de ruimte die werkgevers hebben in de uitvoering van deze afspraken.