ECLI:NL:RBHAA:2002:AF0488
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot compensatie van overuren door werknemers van Iberia
In deze zaak vorderen twee werknemers van Iberia, [eiser 1] en [eiser 2], een verklaring voor recht dat zij recht hebben op compensatie voor hun overuren, naar keuze in vrije tijd of door middel van uitbetaling tegen een percentage van hun uurloon. De kantonrechter van de Rechtbank Haarlem heeft op 26 juni 2002 uitspraak gedaan in deze kwestie. De zaak betreft de rechtsmacht van de Nederlandse rechter en het toepasselijke recht, aangezien Iberia in Spanje is gevestigd. De kantonrechter oordeelt dat de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft op basis van het EG-executieverdrag, omdat de werkzaamheden van de eisers gewoonlijk in Nederland worden verricht en Iberia ook op Schiphol is gevestigd.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de rechtsverhouding tussen partijen wordt beheerst door het Nederlandse recht, zoals vastgelegd in het 'Intern Arbeidsreglement Nederland'. De eisers hebben hun eis gewijzigd en vorderen nu compensatie voor overuren, die volgens hen eerder zijn toegezegd door Iberia. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de werknemers tot 1999 overuren zijn uitbetaald, maar dat dit in strijd is met het personeelsreglement, dat bepaalt dat personeel in categorie 5 geen overwerk in rekening kan brengen.
De kantonrechter heeft besloten dat er een verschijning van partijen moet plaatsvinden om nadere inlichtingen te verkrijgen en om te bepalen hoe de eisers het bewijs van de toezegging van Iberia denken te leveren. De zaak is aangehouden voor verdere behandeling, waarbij partijen zijn gelast om te verschijnen op 9 september 2002. De kantonrechter heeft ook aangegeven dat de procedure is overgedragen aan de Rechtbank Haarlem per 1 januari 2002, waar de zaak in de sector kanton wordt behandeld.