ECLI:NL:RBHAA:2000:AF0381

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
6 juni 2000
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
00.237 + 00.238/R.64639 + 64640
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing schuldsaneringsverzoek wegens mogelijkheid tot betaling van schulden

In deze zaak hebben verzoekers X. en Y., beiden wonende te P., op 17 april 2000 een verzoekschrift ingediend tot toepassing van de schuldsaneringsregeling. De verzoeken zijn behandeld ter terechtzitting op 9 mei 2000, 23 mei 2000 en 6 juni 2000. Tijdens deze zittingen zijn de verzoekers gehoord en zijn de processen-verbaal van deze verhoren als bewijsstukken ingebracht. De rechtbank heeft op basis van artikel 288, lid 1 onder a van de Faillissementswet vastgesteld dat een schuldsaneringsverzoek moet worden afgewezen indien de schuldenaar in staat is om zijn schulden te betalen.

De totale schuldenpositie van de verzoekers bedraagt f. 59.092,04, bestaande uit verschillende vorderingen van onder andere Solveon Incasso en RVS Levensverzekering N.V. De heer X. heeft een netto inkomen van ongeveer f. 3.345,- per maand. Tijdens de zitting is naar voren gekomen dat RVS aan de verzoekers een betalingsvoorstel heeft gedaan, waarbij een aflossing van f. 700,- per maand gedurende minimaal vijftien jaar wordt voorgesteld. De verzoekers hebben verklaard in staat te zijn om dit bedrag maandelijks te voldoen.

Daarnaast heeft RVS aangegeven bereid te zijn om de gehele schuldenlast over te nemen, inclusief de vorderingen van Solveon Incasso en Neckermann. Tevens is er een mogelijkheid om de maandelijkse aflossing te verlagen naar f. 350,- per maand wanneer de heer X. met pensioen gaat, wat naar verwachting over zes jaar zal zijn. Gezien deze omstandigheden is de rechtbank van oordeel dat verzoekers in staat zijn om voort te gaan met het betalen van hun schulden. Daarom heeft de rechtbank besloten de verzoeken af te wijzen.

Uitspraak

Nummer verklaring: HLMO210000112 + HLM0210000120
Arrondissementsrechtbank te Haarlem
Enkelvoudige kamer
X. en Y., beiden wonende te P.
Verzoekers, hebben op 17 april 2000 een verzoekschrift met bijlagen ingediend tot toepassing van de schuldsaneringsregeling.
Ter terechtzitting van 9 mei 2000, 23 mei 2000 en 6 juni 2000 zijn verzoekers gehoord. De processen-verbaal van deze verhoren dienen als hier ingevoegd te worden beschouwd.
Op grond van artikel 288, lid 1 onder a van de Faillissementswet moet een schuldsaneringsverzoek worden afgewezen indien de schuldenaar geacht kan worden te kunnen voortgaan met het betalen van zijn schulden.
In het onderhavige geval blijft uit de verklaring van de gemeente dat er sprake is van een totale schuldenpositie van f. 59.092,04.
Bovengenoemd bedrag bestaat uit de volgende vorderingen:
• Solveon Incasso ad f. 3.059,60;
• Neckermann ad. f. 2.672,29;
• RVS Levensverzekering N.V. ad. f. 9.037,30;
• RVS Levensverzekering N.V. ad. f. 18.858,82;
• RVS Levensverzekering N.V. ad. f. 25.464.03.
Uit de stukken en verklaringen van verzoekers blijkt dat de heer X. een inkomen heeft van ongeveer f. 3.345,- netto per maand.
Voorts is ter zitting is naar voren gekomen, en dit blijkt ook uit de stukken, dat RVS aan verzoekers een betalingsvoorstel heeft gedaan inhoudende een aflossing van f. 700,- per maand gedurende minimaal vijftien jaar. Ter zitting hebben verzoekers verklaard in staat te zijn om dit bedrag maandelijks te voldoen.
Voorts hebben verzoekers verklaard dat RVS in dit kader bereid is de gehele schuldenlast over te nemen, dus ook de vordering van Solveon incasso en Neckermann. Tevens is RVS bereid om de maandelijkse aflossing te verlagen naar f 350,- per maand op het moment dat de heer X. met pensioen gaat. De verwachting is dat dit over zes jaar zal zijn.
Gelet op het bovenstaande is de rechtbank van oordeel dat verzoekers in staat moeten worden geacht te kunnen voortgaan met het betalen van hun schulden.
De verzoeken dienen derhalve te worden afgewezen.
Beslissing
De rechtbank:
• wijst de verzoeken af.
Gewezen door mr. M. Schut, lid van genoemde kamer , en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 6 juni 2000 in tegenwoordigheid van de griffier.