ECLI:NL:RBGRO:2012:BY8229
Rechtbank Groningen
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wraking van rechter mr. F. Sijens in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft verzoeker op 25 april 2012 een wrakingsverzoek ingediend tegen mr. F. Sijens, rechter in de bestuurssector van de Rechtbank Groningen, in het kader van een geschil met zaaknummer AWB 12/112 WWB G. Verzoeker stelde dat mr. Sijens de schijn van partijdigheid had gewekt door zijn brief van 9 maart 2012 aan te merken als bezwaarschrift en deze door te sturen naar de griffie. De wrakingskamer, bestaande uit mr. R.B.M. Keurentjes, mr. E.J. Oostdijk en mr. E.M.J. Brink, heeft het verzoek op 24 mei 2012 behandeld, maar zowel verzoeker als mr. Sijens waren niet ter zitting aanwezig. Verzoeker heeft later geprotesteerd tegen de gang van zaken, maar dit protest werd opgevat als een verzoek om op een nadere zitting gehoord te worden. Op 5 juni 2012 vond deze nadere zitting plaats, waarbij verzoeker wel aanwezig was, maar mr. Sijens niet.
De rechtbank heeft in haar beoordeling de relevante wetgeving, namelijk artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), in acht genomen. De rechtbank benadrukte dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling moet worden vermoed onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die een zwaarwegende aanwijzing voor partijdigheid opleveren. De rechtbank oordeelde dat het enkele feit dat mr. Sijens de brief van verzoeker als bezwaarschrift aanmerkte en deze doorstuurde, niet voldoende was om te concluderen dat de rechterlijke onpartijdigheid in het geding was.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het wrakingsverzoek afgewezen, omdat er geen feiten of omstandigheden waren die een zwaarwegende aanwijzing voor vooringenomenheid van de rechter konden onderbouwen. De rechtbank heeft bepaald dat het proces in de hoofdzaak voortgezet wordt in de stand waarin het zich bevond ten tijde van het indienen van het wrakingsverzoek.