ECLI:NL:RBGRO:2011:BQ0908
Rechtbank Groningen
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek van verzoeker tegen mr. R.L. Vucsán in bestuursrechtelijke procedure
Op 25 maart 2011 heeft de Rechtbank Groningen uitspraak gedaan in een wrakingsverzoek van verzoeker tegen mr. R.L. Vucsán, rechter in de bestuurssector. Dit verzoek was ingediend op basis van artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Verzoeker had eerder, op 11 november 2010, een vergelijkbaar verzoek ingediend in een andere procedure (zaaknummer 122262 HA RK 10-414), waarbij de rechtbank had beslist dat een volgend op dezelfde gronden gebaseerd wrakingsverzoek niet meer in behandeling zou worden genomen. Gezien deze eerdere uitspraak kon verzoeker niet in zijn huidige verzoek worden ontvangen. De rechtbank oordeelde dat er geen noodzaak was voor een mondelinge behandeling van het verzoek.
De rechtbank heeft vervolgens bepaald dat de procedure in de hoofdzaak (zaaknummer AWB 08/880 WWB G) voortgezet wordt in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van het indienen van het wrakingsverzoek. De beslissing werd openbaar uitgesproken door de meervoudige kamer van de Rechtbank Groningen, bestaande uit de rechters R.B.M. Keurentjes (voorzitter), L.H.A.M. Voncken en E.J. Oostdijk, in aanwezigheid van griffier K. Bootsman. De rechtbank verklaarde verzoeker niet ontvankelijk in zijn verzoek en beval de onmiddellijke mededeling van deze beslissing aan verzoeker, mr. Vucsán en het College van Burgemeester en Wethouders Groningen, Dienst SOZAWE, afdeling Juridische Zaken.