ECLI:NL:RBGRO:2011:BQ0907

Rechtbank Groningen

Datum uitspraak
17 januari 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
123849-HA RK 11-7
Instantie
Rechtbank Groningen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot wraking van de behandelend rechter in civiele procedure

Op 17 januari 2011 heeft de Rechtbank Groningen uitspraak gedaan in een kort geding betreffende een verzoek tot wraking van de behandelend rechter. Verzoekers, vertegenwoordigd door H. Zijlstra, dienden een verzoek in op basis van artikel 36 en verder van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). Het verzoek tot wraking voldeed echter niet aan de formele vereisten zoals gesteld in artikel 37 Rv, aangezien de naam van de behandelend rechter niet was vermeld. Hierdoor konden de verzoekers niet in hun verzoek worden ontvangen. De rechtbank oordeelde dat er geen noodzaak was voor een mondelinge behandeling, gezien de onvolledigheid van het verzoek.

De rechtbank benadrukte dat het ontbreken van de naam van de behandelend rechter in de oproep niet automatisch de schijn van vooringenomenheid wekt. Desondanks erkende de rechtbank het belang van transparantie en heeft zij besloten om in de toekomst de naam van de behandelend rechter in de oproeping op te nemen. De rechtbank verklaarde verzoekers niet ontvankelijk in hun verzoek en bepaalde dat de procedure in de hoofdzaak, met zaaknummer 122829 FA RK 10-2810, voortgezet zal worden in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van het indienen van het verzoek tot wraking. De beslissing werd openbaar uitgesproken door de meervoudige kamer van de rechtbank, bestaande uit de voorzitter en twee rechters, in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

beslissing
RECHTBANK GRONINGEN
MEERVOUDIGE KAMER
Zaaknummer: 123849 / HA RK 11-7
Datum beslissing: 17 januari 2011
Beslissing op het schriftelijke verzoek van H. Zijlstra, gemachtigde van [verzoekers] kantoorhoudende te Zoetermeer (hierna: verzoekers) tot wraking ingevolge artikel 36 e.v. Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (hierna: Rv).
1. Procesverloop
1.1. Bij brief van 7 januari 2011, heeft verzoeker een verzoek ingediend tot wraking van de behandelend rechter, in het geschil met zaaknummer 122829 FA RK 10-2810, waarbij verzoekers als partij zijn betrokken.
2. De beoordeling
Ingevolge het bepaalde in artikel 37 Rv dient een verzoek tot wraking te bevatten de naam van de behandelend rechter van wie de wraking wordt verzocht.
Nu niet aan dit formele vereiste voor wraking is voldaan, kunnen verzoekers niet in hun verzoek worden ontvangen. Tot een mondelinge behandeling behoeft niet te worden overgegaan.
De rechtbank hecht er aan te melden dat het niet vermelden van de naam van de behandelend rechter in de oproep niet met zich brengt dat de schijn van vooringenomenheid is gewekt. Wel is de rechtbank met verzoekers eens dat het wenselijk is partijen op voorhand te informeren welke rechter de zaak zal behandelen. Daarom zal in de toekomst de naam van de behandelend rechter in de oproeping worden opgenomen.
3. Beslissing
De rechtbank:
3.1. verklaart verzoekers niet ontvankelijk in hun verzoek,
3.2 bepaalt dat de procedure in de hoofdzaak (met zaaknummer 122829 FA RK 10-2810) wordt voortgezet in de stand waarin zij zich bevond ten tijde van het indienen van het schriftelijke verzoek tot wraking,
3.3. beveelt de onmiddellijke mededeling van deze beslissing aan verzoeker,
de sectorvoorzitter van de sector civiel, mr. A.M. Crouwel en de officier van justitie.
Aldus gegeven door mrs. R.B.M. Keurentjes, voorzitter, M.W. de Jonge en
E.J. Oostdijk, rechters, in tegenwoordigheid van K. Bootsman als griffier en in het openbaar uitgesproken op 17 januari 2011.
kb