ECLI:NL:RBGRO:2010:BO5062
Rechtbank Groningen
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek tegen rechter in bestuursrechtelijke procedure
Op 5 oktober 2010 heeft de Rechtbank Groningen uitspraak gedaan in een wrakingsverzoek van een verzoeker tegen mr. R.L. Vucsán, rechter in de bestuurssector. Het verzoek tot wraking was ingediend op 22 september 2010 in het kader van een lopende procedure met zaaknummer AWB 08/880 WWB G. De verzoeker stelde dat er gronden waren voor wraking, maar de rechtbank oordeelde dat het verzoek niet voldeed aan de vereisten van artikel 8:16 lid 4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Dit artikel bepaalt dat een volgend verzoek om wraking van dezelfde rechter niet in behandeling wordt genomen, tenzij er nieuwe feiten of omstandigheden zijn die na het eerdere verzoek aan de verzoeker bekend zijn geworden. Aangezien de verzoeker niet aan deze formele vereisten voldeed, werd hij niet ontvankelijk verklaard in zijn verzoek. De rechtbank besloot dat er geen mondelinge behandeling nodig was en dat de procedure in de hoofdzaak voortgezet zou worden in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van het indienen van het wrakingsverzoek. De beslissing werd openbaar uitgesproken door de meervoudige kamer van de rechtbank, bestaande uit de rechters R.B.M. Keurentjes, E.J. Oostdijk en G.J.J. Smits, in aanwezigheid van griffier K. Bootsman.