ECLI:NL:RBGRO:2010:BO5061
Rechtbank Groningen
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek van verzoeker tegen mr. R.L. Vucsán niet ontvankelijk verklaard
Op 12 oktober 2010 heeft de Rechtbank Groningen uitspraak gedaan op een wrakingsverzoek van verzoeker tegen mr. R.L. Vucsán, rechter in de bestuurssector. Verzoeker, wonende aan [adres], [woonplaats], had een verzoek ingediend tot wraking op basis van artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank heeft vastgesteld dat het wrakingsverzoek niet voldoet aan de vereisten van artikel 8:16 lid 4 Awb, dat bepaalt dat een volgend verzoek om wraking van dezelfde rechter niet in behandeling wordt genomen, tenzij er nieuwe feiten of omstandigheden zijn die na het eerdere verzoek aan de verzoeker bekend zijn geworden.
De rechtbank heeft geconstateerd dat verzoeker zich wederom baseert op de zitting en de beslissing in een eerdere zaak met zaaksnummer 09/9. De enige nieuwe grond die verzoeker aanvoert, betreft een vermeende onjuiste melding van de intrekking van een voorgenomen behandeling. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat deze stelling feitelijk onjuist is en dat het verzoekschrift niet duidelijk maakt op welke procedure verzoeker doelt. Bovendien is de intrekking van de oproeping voor de zitting een administratieve handeling die de onafhankelijkheid van de rechter niet in gevaar brengt.
Aangezien niet aan de formele vereisten voor wraking is voldaan, heeft de rechtbank verzoeker niet ontvankelijk verklaard in zijn verzoek. De procedure in de hoofdzaak met zaaknummer AWB 08/880 WWB G zal worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van het indienen van het wrakingsverzoek. De rechtbank heeft de onmiddellijke mededeling van deze beslissing aan verzoeker, mr. Vucsán en het College van Burgemeester en Wethouders Groningen, Dienst SOZAWE, afdeling Juridische Zaken bevolen. De uitspraak is gedaan door de meervoudige kamer van de Rechtbank Groningen, in het openbaar uitgesproken op 12 oktober 2010.