ECLI:NL:RBGRO:2010:BO5061

Rechtbank Groningen

Datum uitspraak
12 oktober 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
121636/HA RK 10-363
Instantie
Rechtbank Groningen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wrakingsverzoek van verzoeker tegen mr. R.L. Vucsán niet ontvankelijk verklaard

Op 12 oktober 2010 heeft de Rechtbank Groningen uitspraak gedaan op een wrakingsverzoek van verzoeker tegen mr. R.L. Vucsán, rechter in de bestuurssector. Verzoeker, wonende aan [adres], [woonplaats], had een verzoek ingediend tot wraking op basis van artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank heeft vastgesteld dat het wrakingsverzoek niet voldoet aan de vereisten van artikel 8:16 lid 4 Awb, dat bepaalt dat een volgend verzoek om wraking van dezelfde rechter niet in behandeling wordt genomen, tenzij er nieuwe feiten of omstandigheden zijn die na het eerdere verzoek aan de verzoeker bekend zijn geworden.

De rechtbank heeft geconstateerd dat verzoeker zich wederom baseert op de zitting en de beslissing in een eerdere zaak met zaaksnummer 09/9. De enige nieuwe grond die verzoeker aanvoert, betreft een vermeende onjuiste melding van de intrekking van een voorgenomen behandeling. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat deze stelling feitelijk onjuist is en dat het verzoekschrift niet duidelijk maakt op welke procedure verzoeker doelt. Bovendien is de intrekking van de oproeping voor de zitting een administratieve handeling die de onafhankelijkheid van de rechter niet in gevaar brengt.

Aangezien niet aan de formele vereisten voor wraking is voldaan, heeft de rechtbank verzoeker niet ontvankelijk verklaard in zijn verzoek. De procedure in de hoofdzaak met zaaknummer AWB 08/880 WWB G zal worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van het indienen van het wrakingsverzoek. De rechtbank heeft de onmiddellijke mededeling van deze beslissing aan verzoeker, mr. Vucsán en het College van Burgemeester en Wethouders Groningen, Dienst SOZAWE, afdeling Juridische Zaken bevolen. De uitspraak is gedaan door de meervoudige kamer van de Rechtbank Groningen, in het openbaar uitgesproken op 12 oktober 2010.

Uitspraak

beslissing
RECHTBANK GRONINGEN
MEERVOUDIGE KAMER
Zaaknummer: 121636 / HA RK 10-363
Datum beslissing: 12 oktober 2010
Beslissing op het schriftelijke verzoek van [verzoeker], wonende aan de [adres], [woonplaats] (hierna: verzoeker) tot wraking ingevolge artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) van mr. R.L. Vucsán.
1. Procesverloop
1.1. Bij brief van 6 oktober 2010 heeft verzoeker een verzoek ingediend tot wraking van mr. R.L. Vucsán, rechter in de bestuurssector van deze rechtbank, in het geschil met zaaknummer AWB 08/880 WWB G, waarbij verzoeker als partij is betrokken.
2. De beoordeling
Artikel 8:16 lid 4 Algemene wet bestuursrecht luidt: een volgend verzoek om wraking van dezelfde rechter wordt niet in behandeling genomen, tenzij feiten of omstandigheden worden voorgedragen die pas na het eerdere verzoek aan de verzoeker bekend zijn geworden.
Uit het verzoekschrift blijkt dat verzoeker zich wederom baseert op de zitting en de beslissing in de zaak met zaaksnummer 09/9. De enige toegevoegde grond zou kunnen zijn het verwijt dat de intrekking van een voorgenomen behandeling alleen aan betrokkene zou zijn gemeld. Uit het verzoekschrift blijkt evenwel niet op welke procedure verzoeker hier doelt, nog los van het feit dat de stelling feitelijk onjuist is. Ingeval een wrakingsverzoek wordt ingediend, wordt standaard de behandeling van een zaak geschorst, hetgeen aan alle betrokkkenen wordt bekend gemaakt door intrekking van de oproeping voor de zitting. Bovendien is dit een louter administratieve handeling, die de onafhankelijkheid of de onpartijdigheid van de rechter, die de zaak behandelt, niet regardeert.
Nu niet aan het formele vereiste voor wraking is voldaan kan verzoeker niet in zijn verzoek worden ontvangen. Immers valt uit het verzoek niet af te leiden op welke procedure het verwijt van de ingetrokken oproeping doelt . Tot een mondelinge behandeling behoeft derhalve niet te worden overgegaan.
3. Beslissing
De rechtbank:
3.1. verklaart verzoeker niet ontvankelijk in zijn verzoek,
3.2 bepaalt dat de procedure in de hoofdzaak (met zaaknummer AWB 08/880 WWB G) wordt voortgezet in de stand waarin zij zich bevond ten tijde van het indienen van het schriftelijke verzoek tot wraking,
3.3. beveelt de onmiddellijke mededeling van deze beslissing aan verzoeker,
mr. Vucsán en het College van Burgemeester en Wethouders Groningen, Dienst SOZAWE, afdeling Juridische Zaken.
Aldus gegeven door mrs. R.B.M. Keurentjes, voorzitter, E.J. Oostdijk en G.J.J. Smits, rechters, in tegenwoordigheid van K. Bootsman als griffier en in het openbaar uitgesproken op 12 oktober 2010.
kb