ECLI:NL:RBGRO:2010:BO5050
Rechtbank Groningen
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek van verzoeker tegen mr. R.L. Vucsán in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft verzoeker, wonende aan [adres], [woonplaats], een wrakingsverzoek ingediend tegen mr. R.L. Vucsán, rechter in de bestuurssector van de Rechtbank Groningen. Dit verzoek is gedaan in het kader van een lopende procedure met zaaknummer AWB 08/880 WWB G. De wrakingskamer heeft het verzoek beoordeeld aan de hand van artikel 8:16 lid 4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), dat stelt dat een volgend verzoek om wraking van dezelfde rechter niet in behandeling wordt genomen, tenzij er nieuwe feiten of omstandigheden zijn die na het eerdere verzoek aan de verzoeker bekend zijn geworden.
De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoeker zich wederom baseert op een eerdere procedure met zaaksnummer 09/9, die is geëindigd met een uitspraak op 9 september 2010. De wrakingskamer oordeelt dat het verzoekschrift niet voldoet aan de vereisten van artikel 8:16 lid 4 Awb, omdat er geen nieuwe feiten of omstandigheden zijn gepresenteerd die na het eerdere verzoek aan verzoeker bekend zijn geworden.
Daarom heeft de rechtbank besloten dat verzoeker niet ontvankelijk is in zijn verzoek tot wraking. De procedure in de hoofdzaak (zaaknummer AWB 08/880 WWB G) zal worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van het indienen van het wrakingsverzoek. De beslissing is openbaar uitgesproken op 19 oktober 2010 door de meervoudige kamer van de Rechtbank Groningen, bestaande uit mrs. R.B.M. Keurentjes, E.J. Oostdijk en G.J.J. Smits, in tegenwoordigheid van K. Bootsman als griffier.