ECLI:NL:RBGRO:2009:BI7432

Rechtbank Groningen

Datum uitspraak
7 januari 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
104535 / HA ZA 08-726
Instantie
Rechtbank Groningen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • W.J.A.M. Dijkers
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toepasselijkheid van algemene voorwaarden in internationale handelszaak

In de handelszaak tussen Wagenborg-Nedlift B.V. en Natus GmbH & Co. KG, die zich afspeelt in een internationale context, heeft de Rechtbank Groningen op 7 januari 2009 uitspraak gedaan over een bevoegdheidsincident. De zaak betreft een geschil over de toepasselijkheid van algemene voorwaarden en de vraag welke rechter bevoegd is. Wagenborg, een Nederlands transportbedrijf, vorderde een verklaring van niet-aansprakelijkheid voor schade die op 21 januari 2008 aan Natus, een Duits bedrijf, was ontstaan tijdens de uitvoering van werkzaamheden. Natus weigerde de factuur te betalen en stelde dat haar eigen algemene voorwaarden van toepassing waren, die een andere bevoegde rechter in Duitsland aanwijzen.

De rechtbank oordeelde dat de toepasselijkheid van de algemene voorwaarden moet worden beoordeeld aan de hand van het Verdrag inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst (EVO). De rechtbank concludeerde dat het Nederlands recht van toepassing is, omdat Wagenborg de kenmerkende prestatie in Nederland verrichtte. De rechtbank verwierp het verweer van Natus dat de algemene voorwaarden van Wagenborg niet van toepassing waren, omdat deze niet bij de offerte waren gevoegd. De rechtbank stelde dat een professionele partij, zoals Natus, het gerechtvaardigd vertrouwen wekt dat zij instemt met de voorwaarden, ook al had zij deze niet voorafgaand aan de overeenkomst ontvangen.

Daarnaast behandelde de rechtbank het bezwaar van Natus tegen de exoneratieclausule in de algemene voorwaarden van Wagenborg. De rechtbank oordeelde dat, zelfs als er sprake was van grove schuld aan de zijde van Wagenborg, dit niet automatisch betekent dat de exoneratie onaanvaardbaar is. De rechtbank wees de vordering van Natus af en bepaalde dat de zaak op 18 februari 2009 weer op de rol komt voor conclusie van antwoord. Deze uitspraak benadrukt het belang van de toepasselijkheid van algemene voorwaarden in internationale handelsrelaties en de rol van de rechter in het vaststellen van bevoegdheid.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK GRONINGEN
Sector civielrecht
zaaknummer / rolnummer: 104535 / HA ZA 08-726
Vonnis in incident van 7 januari 2009
in de zaak van
de besloten vennootschap
WAGENBORG NEDLIFT B.V,
gevestigd te Groningen,
eiseres in de hoofdzaak,
verweerster in het incident,
advocaat mr. P.E. Mazel,
tegen
de vennootschap naar Duits recht
NATUS GMBH & CO.KG,
gevestigd te 54282 Trier,
gedaagde in de hoofdzaak,
eiseres in het incident,
advocaat mr. J.A.M. Janssen.
Partijen zullen hierna Wagenborg en Natus genoemd worden.
1. De op dit moment relevante feiten
Het volgende kan, gezien het over en weer aangevoerde, tussen partijen als vaststaand worden aangemerkt.
1.1. Wagenborg is een in Groningen, Nederland gevestigde vennootschap. Natus is een in Trier, Duitsland gevestigde vennootschap naar Duits recht.
1.2. Op 19 november 2007 brengt Wagenborg aan Natus uit een schriftelijke offerte ter zake van in Nederland te verrichten werkzaamheden, in welk stuk de toepasselijkheid van de algemene voorwaarden van Wagenborg wordt bedongen; de betreffende clausule staat in het Nederlands voorgedrukt op het briefpapier en wordt in de aanbieding zelf ook in het Duits verwoord.
1.3. Naar aanleiding van deze offerte vindt op 15 januari 2008 een gesprek tussen partijen plaats.
1.4. Op 17 januari 2008 zendt Wagenborg aan Natus een gewijzigde offerte, in welk stuk (opnieuw) de toepasselijkheid van de algemene voorwaarden van Wagenborg wordt bedongen; de betreffende clausule staat in het Nederlands voorgedrukt op het briefpapier en wordt (wederom) in de aanbieding zelf ook in het Duits verwoord.
1.5. Na mondelinge aanvaarding van het aanbod van Wagenborg, worden de werkzaamheden vanaf 21 januari 2008 in Nederland uitgevoerd. Bij de uitvoering van de werkzaamheden valt een schakelkast om, waardoor Natus schade lijdt.
1.6. Op 23 januari 2008 zendt Natus ter zake van de hiervoor bedoelde werkzaamheden aan Wagenborg een brief met – voor zover thans van belang - de volgende inhoud: “Wir bestellen gemass de “Allgemeinen Geschaftsbedingungen der Natus Gmbh & Co”.
1.7. Natus weigert de ter zake van de werkzaamheden aan haar verzonden facturen aan Wagenborg te voldoen.
2. Het verloop van de procedure
2.1. Bij dagvaarding vordert Wagenborg dat deze rechtbank voor recht zal verklaren dat Wagenborg niet aansprakelijk is voor op 21 januari 2008 aan Natus opgekomen schade, alsmede veroordeling van Natus om € 19.716,00 te voldoen. Wagenborg stelt daarbij dat haar algemene voorwaarden, niet die van Natus op de overeenkomst toepasselijk zijn.
2.2. Bij incidentele conclusie werpt Natus een exceptie van onbevoegdheid op. Zij stelt dat op de overeenkomst van partijen haar algemene voorwaarden van toepassing zijn geworden; volgens die voorwaarden is het Landsgericht te Trier, Duitsland, bij uitsluiting bevoegd om van geschillen aangaande de overeenkomst kennis te nemen.
2.3. Bij conclusie van antwoord in het bevoegdheidsincident voert Wagenborg aan dat haar voorwaarden toepasselijk zijn; volgens die voorwaarden is de bevoegde rechter te Groningen bij uitsluiting bevoegd van geschillen kennis te nemen.
2.4. Vervolgens bepaalt de rechtbank vonnis in het incident.
3. Beoordeling
3.1. De vraag naar toepasselijkheid van algemene voorwaarden dient, op grond van
art. 4 van het hier toepasselijke Verdrag inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst (EVO), te worden beantwoord door te bepalen met welk land de overeenkomst het meest is verbonden, hetwelk het land is alwaar de partij die de kenmerkende prestatie moet verrichten is gevestigd. De kenmerkende prestatie is de verrichting van Wagenborg, zodat het Nederlands recht bepalend is voor de toepasselijkheid van die voorwaarden.
3.2. Volgens het Nederlandse recht geldt in dezen het volgende
Uit het gegeven dat de werkzaamheden op 21 januari 2008 zijn uitgevoerd volgt dat vóór haar “Bestellung” van 23 januari 2008, Natus al mondeling het aanbod van Wagenborg van 17 januari 2008 had aanvaard, althans stilzwijgend ingestemd had met dat aanbod. De brief van 23 januari 2008 kon derhalve niet (meer) gelden als de overeenkomst tot stand brengend, deze overeenkomst was (tenminste) twee dagen eerder al een feit. En zelfs al zou dit anders zijn geweest en had de brief van 23 januari 2008 de ‘aanvaarding’ belichaamd, dan nog zou volgens art. 6:225 BW lid 3 de verwijzing door Natus naar haar algemene voorwaarden in die brief in de gegeven omstandigheden ontoereikend zijn geweest om de gestipuleerde toepasselijkheid van de voorwaarden van Wagenborg ongedaan te maken.
3.3. Gelet op het voorgaande dient de incidentele vordering te worden afgewezen.
3.4. De rechtbank zal de beslissing omtrent de kosten van het incident aanhouden, totdat in de hoofdzaak zal worden beslist.
4. De beslissing
De rechtbank
in het incident
4.1. wijst het gevorderde af,
4.2. houdt de beslissing omtrent de kosten van het incident aan,
in de hoofdzaak
4.3. bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van 18 februari 2009 voor conclusie van antwoord.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.J.A.M. Dijkers en in het openbaar uitgesproken op 7 januari 2009.?