ECLI:NL:RBGRO:2008:BD6583
Rechtbank Groningen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Schadevergoeding in verband met huursubsidie en de redelijkheid van kosten in bezwaarprocedures
In deze zaak heeft eiser beroep ingesteld tegen een besluit van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, waarin zijn verzoek om schadevergoeding werd afgewezen. Het geschil betreft de vergoeding van kosten en schade in verband met bezwaarprocedures over de vaststelling van huursubsidie voor de periode van 1 juli 1996 tot 1 juli 1997. Eiser had eerder bezwaar gemaakt tegen besluiten van de verweerder, maar deze werden ongegrond verklaard. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 11 maart 2008, waarbij eiser in persoon verscheen en verweerder werd vertegenwoordigd door mr. M.G. Eckhardt.
De rechtbank oordeelt dat de verweerder ten onrechte het verzoek om schadevergoeding heeft afgewezen. De rechtbank stelt vast dat er sprake is van een onrechtmatige beslissing, omdat de verweerder niet heeft voldaan aan de criteria voor schadevergoeding. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser niet in aanmerking komt voor immateriële schadevergoeding, omdat hij deze claim niet met medische verklaringen heeft onderbouwd. Echter, de rechtbank heeft wel geoordeeld dat de materiële kosten die eiser heeft gemaakt in de bezwaarprocedures, gezien de omstandigheden van de zaak, voor vergoeding in aanmerking komen.
De rechtbank heeft de kosten vastgesteld op € 250,00 en heeft bepaald dat verweerder eiser een bedrag van € 1.000,00 moet vergoeden voor de lange duur van de procedures en de kosten in verband met de bezwaarprocedures. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd en bepaald dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde besluit. Tevens is bepaald dat de Staat der Nederlanden het betaalde griffierecht van € 39,00 dient te vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. R.L. Vucsán en openbaar uitgesproken op 4 juni 2008.