ECLI:NL:RBGRO:2008:BD2875
Rechtbank Groningen
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Wraking van rechter wegens vermeende vooringenomenheid in bestuursrechtelijke procedure
Op 29 april 2008 heeft de Rechtbank Groningen een beslissing genomen op een wrakingsverzoek van verzoeker tegen mr. T.F. Bruinenberg. Verzoeker stelde dat mr. Bruinenberg vooringenomen was, omdat deze eerder een beroep van verzoeker tegen de Informatie Beheer Groep niet-ontvankelijk had verklaard. Verzoeker vreesde dat mr. Bruinenberg niet objectief en onpartijdig zou zijn in de huidige procedure, die opnieuw door hem behandeld zou worden. Mr. Bruinenberg ontkende deze beschuldigingen en stelde dat hij zijn taak onpartijdig had vervuld. Hij voerde aan dat verzoeker geen feiten of omstandigheden had aangedragen die zijn vooringenomenheid konden onderbouwen.
De wrakingskamer heeft het verzoek behandeld op 17 april 2008, waarbij verzoeker niet aanwezig was. Mr. Bruinenberg heeft zijn standpunt mondeling toegelicht. De rechtbank overwoog dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling vermoed wordt onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit tegenspreken. Het enkele feit dat verzoeker in een eerdere procedure door mr. Bruinenberg in het ongelijk is gesteld, was volgens de rechtbank onvoldoende om te concluderen tot vooringenomenheid.
De rechtbank heeft het wrakingsverzoek afgewezen en bepaald dat de procedure in de hoofdzaak (zaaknummer AWB 07/1202) voortgezet wordt in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van het indienen van het wrakingsverzoek. De beslissing is openbaar uitgesproken en de betrokken partijen zijn geïnformeerd.