ECLI:NL:RBGRO:2008:BC9394
Rechtbank Groningen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit over aangepast leerlingenvervoer en vergoeding openbaar vervoer
In deze zaak hebben eisers beroep ingesteld tegen een besluit van het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Scheemda, waarin hun aanvraag voor aangepast leerlingenvervoer voor hun dochter werd afgewezen. De rechtbank Groningen heeft de zaak behandeld op 6 maart 2008 en op 8 april 2008 uitspraak gedaan. Het bestreden besluit, dat op 14 februari 2007 was genomen, verklaarde het bezwaar van eisers ongegrond. Eisers stelden dat hun dochter, die naar de Speciale School voor Basisonderwijs de Meerpaal in Groningen gaat, in aanmerking moet komen voor bekostiging van aangepast vervoer, omdat zij door haar handicap niet in staat is om zelfstandig met het openbaar vervoer te reizen.
De rechtbank oordeelde dat het besluit van verweerder niet deugde, omdat het advies van de Gemeentelijke Gezondheidsdienst (GGD) niet zorgvuldig was tot stand gekomen. De rechtbank stelde vast dat de GGD geen rekening had gehouden met de adviezen van de Permanente Commissie Leerlingenzorg en de Commissie van Begeleiding, die beide adviseerden dat de dochter van eisers aangepast vervoer nodig had. De rechtbank oordeelde dat het bestreden besluit in strijd was met de Algemene wet bestuursrecht, omdat het niet voldoende gemotiveerd was en verweerder niet had voldaan aan zijn onderzoeksplicht.
De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde het bestreden besluit en droeg verweerder op om een nieuw besluit te nemen, waarbij de rechtbank de kosten van de procedure aan eisers vergoedde. De gemeente Scheemda werd veroordeeld tot betaling van de proceskosten van € 652,10 en het griffierecht van € 143,00. De rechtbank merkte op dat het onduidelijk was waarom voor het schooljaar 2006-2007 geen vergoeding was verstrekt, terwijl dit voor het schooljaar 2007-2008 wel was gebeurd, ondanks dat dezelfde gegevens ten grondslag lagen aan beide besluiten.