ECLI:NL:RBGRO:2008:BC5960
Rechtbank Groningen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Hoofdverblijf en omgangsregeling van minderjarige kinderen in een complexe echtscheidingssituatie
In deze zaak heeft de Rechtbank Groningen op 19 februari 2008 uitspraak gedaan over het hoofdverblijf en de omgangsregeling van de minderjarige kinderen A en B, in het kader van een echtscheiding tussen de vrouw en de man. De vrouw, die de zorg voor de kinderen wenst, heeft aangevoerd dat de man haar en de kinderen heeft mishandeld en dat het hoofdverblijf van het jongste kind bij haar moet zijn. De man daarentegen stelt dat het hoofdverblijf bij hem moet blijven, omdat de kinderen goed gedijen in zijn zorg en er geen reden is om dit te veranderen. De rechtbank heeft de standpunten van beide partijen en het advies van de Raad voor de Kinderbescherming in overweging genomen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de kinderen al geruime tijd bij de man wonen en dat zij aangeven bij hem te willen blijven. De rechtbank oordeelt dat het in het belang van de kinderen is dat zij hoofdverblijf bij de man hebben, gezien de stabiliteit en de zorg die hij biedt. De rechtbank heeft ook de omgangsregeling tussen de vrouw en de kinderen beoordeeld. Gezien de ernstige verstoorde verhouding tussen de ouders en de negatieve gevoelens van de kinderen ten opzichte van de vrouw, heeft de rechtbank besloten het recht van de vrouw op omgang met de kinderen voor de duur van één jaar te schorsen. Dit besluit is genomen om de kinderen de gelegenheid te geven om tot rust te komen en om de ouders de kans te geven om aan hun onderlinge communicatie te werken.
Daarnaast heeft de rechtbank het verzoek van de vrouw om kinderalimentatie afgewezen, omdat het hoofdverblijf van de kinderen bij de man is vastgesteld. De beslissing over de partneralimentatie is aangehouden, omdat de vrouw zonder procureur geen adequate reactie heeft kunnen geven op de door de man overgelegde draagkrachtberekening. De rechtbank heeft de vrouw de gelegenheid gegeven om binnen een maand een nieuwe procureur te vinden, waarna de behandeling van de zaak zal worden voortgezet.