ECLI:NL:RBGRO:2007:BB5033
Rechtbank Groningen
- Eerste aanleg - meervoudig
- D.A. Flinterman
- K.R. Bosker
- L.C. Bosch
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot erkenning van een nog ongeboren kind door een gehuwde man
In deze zaak heeft de rechtbank Groningen op 6 juli 2007 uitspraak gedaan in een verzoekschrift van een man die zijn nog ongeboren kind wilde erkennen, terwijl hij nog gehuwd was met een andere vrouw. De man, die sinds 1 april 2005 samenwoont met de vrouw, heeft een duurzame affectieve relatie met haar en verwacht medio juli 2007 een kind. De man is echter nog niet in staat om te scheiden van zijn echtgenote vanwege financiële overwegingen. De vrouw, die de Litouwse nationaliteit heeft, is bereid om haar toestemming te verlenen voor de erkenning van het kind, zodat het de Nederlandse nationaliteit kan verkrijgen. De bijzondere curator heeft in deze zaak het belang van het ongeboren kind benadrukt en de duurzaamheid van de relatie tussen de man en de vrouw in twijfel getrokken, gezien de huidige huwelijkse situatie van de man. De rechtbank heeft vastgesteld dat er voldoende aannemelijk is gemaakt dat er tussen de man en de vrouw een band bestaat die in voldoende mate met een huwelijk op één lijn valt te stellen. De rechtbank heeft geoordeeld dat het belang van het kind voorop staat en dat de man, ondanks zijn huwelijk, het kind kan erkennen. De rechtbank heeft het verzoek van de man toegewezen en vastgesteld dat er een band bestaat die vergelijkbaar is met een huwelijk, en heeft het meer of anders verzochte afgewezen.