ECLI:NL:RBGRO:2007:BA1386
Rechtbank Groningen
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vernietiging erkenning en vervangende toestemming tot erkenning van een minderjarig kind
In deze zaak heeft de rechtbank Groningen op 20 februari 2007 uitspraak gedaan in een geschil tussen een man en een vrouw over de erkenning van hun minderjarige kind. De partijen hebben een affectieve relatie gehad, waaruit het kind is geboren. De vrouw heeft het kind erkend door een andere man, C., met toestemming van de vrouw. De man heeft verzocht om de vernietiging van deze erkenning, stellende dat de vrouw misbruik heeft gemaakt van haar bevoegdheid door de erkenning te verlenen met het oogmerk om hem te schaden. De rechtbank oordeelt dat de toestemming van de vrouw tot erkenning door C. geen te respecteren belang had en dat de vrouw inderdaad misbruik heeft gemaakt van haar bevoegdheid. De rechtbank heeft het verzoek van de man tot vernietiging van de erkenning toegewezen en ook het verzoek om vervangende toestemming tot erkenning van het kind door de man toegewezen, omdat er onvoldoende aanwijzingen zijn dat de belangen van het kind of de vrouw bij een ongestoorde verhouding met het kind geschaad worden. De rechtbank heeft de beslissing over de omgangsregeling aangehouden en de Raad voor de Kinderbescherming verzocht om een onderzoek in te stellen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de man de verwekker van het kind is en dat het van groot belang is dat de familierechtelijke betrekkingen tussen hem en het kind worden erkend. De rechtbank heeft de erkenning door C. vernietigd en de man vervangende toestemming verleend om het kind te erkennen. De beslissing over de omgangsregeling zal later worden behandeld.