RECHTSOVERWEGINGEN
1. De rechtbank verwijst naar hetgeen ter comparitie is gesteld en gebleken, een en ander zoals in het proces-verbaal is opgenomen en beschouwt de inhoud daarvan als hier ingelast.
2. De feiten
a. Bij notariële akte van 30 december 1996 zijn een zestal aandelen in het kapitaal van Informad Beheer B.V. (hierna te noemen Informad Beheer), nominaal groot f 1.000,- tegen een uitgiftekoers van 500% bij Pietersen Holding geplaatst.
b. In voornoemde akte is sub H. het navolgende opgenomen:
"(...) dat de vennootschap en Pietersen Holding voorts zijn overeengekomen dat terzake van de uitgifte en de agiostorting de volgende voorwaarden van toepassing zullen zijn:
1. een bedrag groot negentienduizend vijfhonderd gulden (f 19.500,-) behoeft niet op heden te worden voldaan;
2. het nog verschuldigde bedrag, of het restant daarvan, mag door Pietersen Holding verrekend worden met hetgeen Pietersen Holding, uit welken hoofde dan ook, van de vennootschap te vorderen heeft of in de toekomst te vorderen zal hebben;
3. het door Pietersen Holding nog niet voldane bedrag van de stortingsplicht kan door de vennootschap te allen tijde worden opgeëist."
Voorts staat sub III het navolgende vermeld:
"(...) Pietersen Holding heeft tienduizend vijfhonderd gulden (f 10.500,-) in contanten voldaan, terwijl van de restantschuld ad negentienduizend vijfhonderd gulden (f 19.500,-) (...) een bedrag van vierduizend vijfhonderd gulden (f 4.500,-) door partijen is verrekend, zodat thans nog een bedrag groot vijftienduizend gulden (f 15.000,-) door Pietersen Holding nog niet is voldaan of verrekend. (...)"
c. In het voorjaar van 1998 heeft Pietersen Holding de aandelen terugverkocht aan [directeur], de directeur-eigenaar van Informad Beheer. Een en ander is onderwerp geweest van een aan deze rechtbank voorgelegd geschil tussen [directeur] en Pietersen Holding. [directeur] heeft geen uitvoering aan deze koopovereenkomst gegeven.
d. Bij vonnis van deze rechtbank van 2 november 1999 is Informad Beheer in staat van faillissement verklaard met benoeming van mr. Entzinger tot curator.
e. De curator heeft bij schrijven van 25 november 1999 Pietersen Holding uitgenodigd aan te tonen dat zij aan haar stortingsplicht jegens Informad Beheer heeft voldaan.
f. In reactie op voornoemde brief heeft Pietersen Holding een tweetal facturen d.d. 3 januari 1997 aan de curator doen toekomen. Deze facturen ad f 4.500,- en f 15.000,- zijn beide ten name van Interformad (Totaal-)Automatisering B.V., een dochtervennootschap van Informad Beheer (hierna te noemen de werkmaatschappij) gesteld. Uit de op de facturen vermelde specificaties volgt dat de facturen betrekking hebben op ten behoeve van de werkmaatschappij verrichte normale verkoop ondersteunende activiteiten over 1996 en 1997.
g. Bij brief van 14 juli 2000 heeft de curator Pietersen Holding in de gelegenheid gesteld binnen een maand andere bescheiden over te leggen waaruit zou blijken dat zij aan haar stortingsplicht heeft voldaan.
Hierop heeft Pietersen Holding niet gereageerd.
3. Standpunt van de curator
3.1 Pietersen Holding heeft niet ten volle aan haar stortingsplicht voldaan. Ze heeft -zoals zijzelf in de tegen [directeur] gevoerde procedure heeft gesteld- slechts f 10.500,- op de aandelen gestort. Pietersen Holding is aan de boedel nog een bedrag van f 19.500,- met rente verschuldigd.
3.2 De twee facturen kunnen niet overtuigen dat Pietersen Holding haar stortingsplicht jegens Informad Beheer heeft voldaan. De facturen wijzen immers niet Informad Beheer, maar de werkmaatschappij aan als debiteur. Bovendien hield Informad Beheer zich als houdstermaatschappij niet bezig met verkoopactiviteiten. Onaannemelijk is dat Pietersen Holding in de eerste paar dagen van 1997 al voor een bedrag van f 15.000,- verkoopondersteunende werkzaamheden heeft verricht.
3.3 Informad Beheer kan zich zonder enige beperkende afspraak niet gehouden achten aansprakelijk te zijn voor schulden van haar werkmaatschappij; een en ander zou doeloverschrijding met zich meebrengen.
4. Standpunt van Pietersen Holding
4.14.1 Door storting en verrekening heeft Pietersen Holding aan haar stortingsplicht jegens Informad Beheer voldaan.
4.2 Onderdeel van de afspraak tussen Informad Beheer en Pietersen Holding was dat de wegens verrichte werkzaamheden voor de werkmaatschappij in rekening te brengen fees ook als schulden van Informad Beheer zouden hebben te gelden en dus door Pietersen Holding zouden kunnen worden verrekend met de openstaande stortingsplicht op de agio der aandelen. Deze afspraak wordt erkend in de brief d.d. 6 mei 1998 van Informad Beheer aangaande de terugkoop van de aandelen.
4.3 Eind 1997 had Pietersen Holding -in ieder geval- een vordering op de werkmaatschappij en/of Informad Beheer ad f 19.500,- terzake een nabetaling over 1996 en 1997. De vordering van f 19.500,- blijkt uit de brief d.d. 22 oktober 1997 van de werkmaatschappij. De factuur ad f 4.500,- correspondeert met de in de notariële akte vermelde verrekening.
4.4 Van doeloverschrijding is geen sprake; op grond van de verrekeningsovereenkomst behoefde de werkmaatschappij Pietersen Holding niet te betalen voor uit te voeren werkzaamheden, hetgeen in het belang was van het gehele concern.
5. Beoordeling
5.1 In de notariële akte d.d. 30 december 1996 is ten aanzien van de stortingsverplichting van Pietersen Holding opgenomen dat een bedrag van f 10.500,- contant is voldaan, terwijl van de restantschuld een bedrag van f 4.500,-, ingevolge de sub H van die akte vermelde overeenkomst, is verrekend. Het bedrag dat Pietersen Holding destijds nog diende te voldoen of te verrekenen bedraagt blijkens deze akte dan ook f 15.000,-.