ECLI:NL:RBGEL:2025:960

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
14 februari 2025
Publicatiedatum
5 februari 2025
Zaaknummer
11319263
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot afsluiting van energieaansluiting en betaling van afsluitkosten

In deze zaak vordert de netbeheerder, aangeduid als [eiser], dat de kantonrechter verklaart dat zij gerechtigd is om de energieaansluitingen op het verbruiksadres van [gedaagde] te onderbreken. [gedaagde] heeft sinds 2 november 2021 geen contract meer met een energieleverancier, waardoor de netbeheerder genoodzaakt is om de aansluiting te verwijderen. De kantonrechter oordeelt dat de netbeheerder wettelijk verplicht is om de afnemer af te sluiten wanneer er geen energieleverancier bekend is. Ondanks dat [gedaagde] heeft aangegeven akkoord te zijn met de afsluiting, heeft zij niet op de juiste wijze samengewerkt met de netbeheerder om de afsluiting te faciliteren. De kantonrechter wijst de vorderingen van [eiser] toe, inclusief de betaling van afsluitkosten van € 247,20, en veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten. Het vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANKGELDERLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Nijmegen
Zaaknummer: 11319263 \ CV EXPL 24-2851
Vonnis van 14 februari 2025
in de zaak van
[eiser],
te [vestigingsplaats] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser] ,
gemachtigde: mr. D. de Waard
tegen
[gedaagde],
te [woonplaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
gemachtigde: mr. K.T. Ghaffari.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord
- de conclusie van repliek
- de conclusie van dupliek.
1.2.
Ten slotte is bepaald dat een vonnis wordt uitgesproken.

2.De feiten

2.1.
[gedaagde] huurt de woning op [adres] (hierna: het verbruiksadres). Zij staat ook op dit adres ingeschreven.
2.2.
[eiser] is de netbeheerder in de zin van de Gaswet en de Elektriciteitswet 1998 en verzorgt het netwerk voor de levering van elektriciteit en gas in de regio waarin [gedaagde] woont.
2.3.
Op het verbruiksadres beschikt [gedaagde] over een elektriciteitsaansluiting op het netwerk van [eiser] .
2.4.
[gedaagde] heeft sinds 2 november 2021 geen overeenkomst meer met een energieleverancier op grond waarvan zij elektriciteit en gas geleverd krijgt.

3.Het geschil

3.1.
[eiser] vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, dat de kantonrechter voor recht verklaart dat [eiser] gerechtigd is om de energieaansluitingen op het verbruiksadres te onderbreken, en [gedaagde] veroordeelt tot ontruiming van de ruimtes die [eiser] moet betreden om de voor deze onderbreking noodzakelijke werkzaamheden te kunnen verrichten, met bevel tot afgifte van de meters aan [eiser] . Verder vordert [eiser] betaling van € 247,20 voor afsluitkosten, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf de datum van afsluiting van de aansluitingen tot de dag van volledige betaling en de veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.
3.2.
[eiser] legt aan haar vordering - kort weergegeven - het volgende ten grondslag. [gedaagde] heeft sinds 2 november 2021 geen contract meer bij een energieleverancier. [eiser] heeft [gedaagde] schriftelijk meerdere keren een termijn gegeven om zich opnieuw aan te melden bij een energieleverancier. Dit heeft zij niet gedaan. [eiser] is daarom verplicht het transport van energie op het verbruiksadres te beëindigen door afsluiting. Hier werkt [gedaagde] volgens [eiser] ook niet vrijwillig aan mee. [gedaagde] is voor het afsluiten aan [eiser] de afsluitkosten van € 247,20 verschuldigd.
3.3.
[gedaagde] voert verweer. [gedaagde] concludeert tot niet-ontvankelijkheid van [eiser] , dan wel tot afwijzing van de vorderingen van [eiser] , met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van [eiser] in de kosten van deze procedure.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Het gaat in deze zaak om de vraag of [gedaagde] door [eiser] mag worden afgesloten van haar energienetwerk. De kantonrechter beantwoordt deze vraag bevestigend, en overweegt daarover het volgende.
4.2.
Wanneer voor een verbruiksadres geen energieleverancier (meer) bekend is, is een netbeheerder wettelijk verplicht om de afnemer af te sluiten. Als de netbeheerder niet aan die verplichting voldoet, treedt zij feitelijk op als energieleverancier. Op grond van de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet is het verboden om tegelijk als energieleverancier en als netbeheerder op te treden.
4.3.
[gedaagde] heeft aangevoerd dat zij vanaf het begin af aan akkoord was dat [eiser] de toevoer zou afsluiten en de meter(s) permanent zou verwijderen. Zij vindt echter dat de vorderingen tot het gedogen van die werkzaamheden en tot ontruiming van het verbruiksadres moeten worden afgewezen, omdat zij hier op 18 maart 2022 en 18 november 2022 al reeds toestemming voor heeft verleend. De kantonrechter vindt dat echter geen gegronde reden. Het is ook niet gesteld of gebleken dat er andere bezwaren aan de kant van [gedaagde] zijn die van invloed kunnen zijn op de toewijzing van die vorderingen. Daarnaast voert zij ook meerdere keren in haar processtukken aan dat zij het voor [eiser] wel mogelijk maakt om in haar woning de aansluitingen af te koppelen. Maar [gedaagde] maakt daartoe met [eiser] niet op de voorgeschreven manier een afspraak. [gedaagde] zegt dus wel dat ze meewerkt aan wat [eiser] wil, maar handelt hier niet naar. Gelet op het voorgaande wordt de door [eiser] gevorderde verklaring voor recht toegewezen en wordt [gedaagde] veroordeeld om te gedogen dat [eiser] de noodzakelijke werkzaamheden verricht die voor het afsluiten van de aansluitingen nodig zijn. De vordering tot afgifte van de meter(s) aan [eiser] is eveneens toewijsbaar.
4.4.
[gedaagde] heeft niet betwist dat afsluiting slechts kan plaatsvinden binnen het verbruiksadres waar de aansluitingen zich bevinden. Daarom moet zij [eiser] toelaten tot de woning en medewerking verlenen aan de afsluiting van het energienetwerk. Gelet op het bepaalde in artikel 558 onder b van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering wordt ook de vordering tot (gedeeltelijke en tijdelijke) ontruiming toegewezen zoals in de beslissing staat vermeld.
4.5.
[eiser] vordert ook afsluitkosten van € 247,20. [gedaagde] heeft aangevoerd dat zij deze kosten niet wil betalen omdat hiervoor geen (wettelijke) grondslag bestaat en [eiser] in eerste instantie heeft aangegeven dat het verwijderen van de gasaansluiting kosteloos is.
4.6.
De kantonrechter overweegt als volgt. Een contractuele relatie tussen de afnemer van elektriciteit aan de ene kant (hier: [gedaagde] ) en de aangewezen netbeheerder aan de andere kant (hier: [eiser] ) ontstaat op het moment dat de netbeheerder de afnemer op verzoek van de leverancier (hier: [betrokkene 1] ), waarmee de afnemer een leveringsovereenkomst heeft gesloten, registreert. Deze relatie is het gevolg van het feit dat de afnemer een overeenkomst sluit met een leverancier van elektriciteit en ten behoeve van de daaruit volgende aflevering van elektriciteit gebruik moet worden gemaakt van het (exclusieve) netwerk van de netbeheerder. Dit volgt uit het systeem van de Elektriciteitswet 1998. Of [gedaagde] zich bewust is geweest van dit stelsel, doet niet ter zake: het is nu eenmaal hoe de wetgever het heeft bepaald. [1] Dat [gedaagde] tot 2 november 2021 met [betrokkene 1] heeft gecontracteerd, staat als onbetwist tussen partijen vast.
4.7.
Tussen [eiser] en [gedaagde] bestaat dus een overeenkomst voor de aansluiting en transport van elektriciteit, waarop algemene voorwaarden van toepassing zijn. Deze is niet van rechtswege geëindigd toen de overeenkomst tussen [gedaagde] en [betrokkene 1] op 2 november 2021 eindigde. De overeenkomst tussen [eiser] en [gedaagde] eindigt pas wanneer de aansluiting daadwerkelijk wordt afgesloten. De kantonrechter is van oordeel dat de aansluitkosten op grond van artikel 5.3 sub b van de algemene voorwaarden toewijsbaar zijn. Zoals [eiser] in de dagvaarding ook stelt heeft [gedaagde] nagelaten om een (nieuw) contract aan te gaan met een energieleverancier, waardoor zij wettelijk verplicht is om het transport van energie te beëindigen. De kosten hiervan bedragen volgens het tarievenblad voor afsluiten en heraansluiten van elektriciteit en gas € 247,20. Daarbij heeft [eiser] erkend dat het verwijderen van de gasaansluiting enige tijd gratis is geweest, maar dat het College van Beroep voor het bedrijfsleven deze regeling op 20 juni 2023 ongeldig heeft verklaard. Overigens heeft [gedaagde] in de periode dat het gratis was, de verwijdering niet toegestaan door hiervoor een afspraak met [eiser] te maken. De kantonrechter wijst de vordering tot betaling van de afsluitkosten dan ook toe, onder de voorwaarde dat daadwerkelijk tot de genoemde afsluiting wordt overgegaan. De gevorderde wettelijke rente over de afsluitkosten wordt ook toegewezen.
4.8.
[gedaagde] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van [eiser] worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
112,99
- griffierecht
130,00
- salaris gemachtigde
408,00
(2 punten × € 204,00)
- nakosten
102,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
752,99
4.9.
Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard, met uitzondering van de verklaring voor recht, die zich naar haar aard hiervoor niet leent (artikel 233 Rv).

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
verklaart voor recht dat [eiser] gerechtigd is om de aansluiting(en) op het verbruiksadres ( [adres] ) te onderbreken door het verrichten van de daarvoor noodzakelijke werkzaamheden en vervolgens onderbroken te houden,
5.2.
veroordeelt [gedaagde] tot ontruiming van het verbruiksadres, welke ontruiming wordt beperkt tot de ruimte(s) die betreden moet(en) worden om toegang tot de meter(s) en/of aansluiting(en) te verkrijgen en voor de duur van de voor de onderbreking van de aansluiting(en) noodzakelijke werkzaamheden,
5.3.
veroordeelt [gedaagde] om te gedogen dat [eiser] de hiervoor genoemde werkzaamheden verricht aan de aansluiting(en),
5.4.
beveelt [gedaagde] om de meter(s) aan [eiser] af te geven,
5.5.
veroordeelt [gedaagde] om na het voltooien van de hiervoor onder 5.1 genoemde werkzaamheden aan [eiser] , tegen kwijting, te betalen € 247,20 voor afsluitkosten, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf de datum van afsluiting tot aan de dag van volledige betaling,
5.6.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten van € 752,99, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [gedaagde] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
5.7.
verklaart dit vonnis wat betreft de onder 5.2. tot en met 5.6. genoemde beslissingen uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.J.C. van Leeuwen en in het openbaar uitgesproken op 14 februari 2025.
560/62956