In deze uitspraak van de Rechtbank Gelderland, enkelvoudige kamer, wordt het beroep van eiser tegen de terugvordering van te veel betaalde WAO-uitkering ongegrond verklaard. Eiser had recht op een WAO-uitkering tot en met 29 mei 2022, maar het UWV heeft vastgesteld dat er geen sprake was van een gedeeltelijke staking of duurzame inkrimping van de onderneming in 2022. Het UWV heeft de bedrijfswinst van dat jaar terecht als inkomsten uit arbeid beschouwd, wat leidde tot de terugvordering van € 4.454,85. Eiser voerde aan dat de verkoop van fosfaatrechten in 2022 duidde op een gedeeltelijke staking van zijn onderneming, maar de rechtbank oordeelde dat de feitelijke situatie niet overeenkwam met de fiscale gegevens die aan de Belastingdienst waren verstrekt. De rechtbank concludeert dat het UWV de belastbare winst uit de onderneming terecht als inkomsten uit arbeid heeft aangemerkt en dat de terugvordering van de WAO-uitkering terecht heeft plaatsgevonden. Eiser krijgt geen gelijk en het beroep wordt ongegrond verklaard.