ECLI:NL:RBGEL:2025:6377

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
30 juli 2025
Publicatiedatum
1 augustus 2025
Zaaknummer
25/3301
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening sluiting woning burgemeester Heumen na geweldsincident

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter op 30 juli 2025 een verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Verzoekers, een gezin uit Heumen, hadden bezwaar gemaakt tegen een besluit van de burgemeester om hun woning en erf voor vier weken te sluiten op grond van artikel 174a van de Gemeentewet. Dit besluit volgde op een ernstig geweldsincident waarbij meerdere keren op hun woning was geschoten. De burgemeester had geconstateerd dat er ernstige vrees bestond voor verdere verstoring van de openbare orde en dat sluiting noodzakelijk was om de veiligheid van de buurt en het gezin te waarborgen.

De voorzieningenrechter heeft de rechtmatigheid van het besluit van de burgemeester beoordeeld en geconcludeerd dat de sluiting van de woning gerechtvaardigd was. De burgemeester had voldoende redenen om aan te nemen dat de sluiting noodzakelijk was, gezien de ernst van de dreiging en de eerdere incidenten. De voorzieningenrechter heeft ook de belangen van verzoekers afgewogen tegen het algemeen belang van de openbare orde. Hoewel de sluiting ingrijpende gevolgen had voor het gezin, woog het belang van de openbare orde zwaarder. De burgemeester had bovendien compensatie aangeboden, zoals vervangende woonruimte en de mogelijkheid om het perceel tweemaal daags te betreden voor de verzorging van dieren.

De voorzieningenrechter heeft uiteindelijk geoordeeld dat de sluiting evenwichtig was en dat er geen aanleiding was om het besluit van de burgemeester te schorsen. Het verzoek om voorlopige voorziening werd afgewezen, wat betekent dat de sluiting van de woning in stand blijft. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Zittingsplaats Arnhem
Bestuursrecht
zaaknummer: ARN 25/3301
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter van 30 juli 2025 op het verzoek om voorlopige voorziening in de zaak tussen

[verzoeker 1] en [verzoeker 2], uit [plaats], verzoekers

en

de burgemeester van de gemeente Heumen

(gemachtigde: mr. J. Hagelaars).

Inleiding

1. Met het bestreden besluit van 29 juli 2025 heeft de burgemeester de woning en het erf van verzoekers aan de [locatie] in [plaats] (de woning) op grond van artikel 174a van de Gemeentewet voor de duur van vier weken gesloten
.Verzoekers hebben hiertegen bezwaar gemaakt en de voorzieningenrechter gevraagd om een voorlopige voorziening te treffen.
1.1.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 30 juli 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: verzoeker ([verzoeker 2]), zijn partner en de gemachtigde van de burgemeester.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.

Beoordeling door de voorzieningenrechter

2. De voorzieningenrechter beoordeelt of het nodig is om het besluit van burgemeester te schorsen in afwachting van de beslissing op het bezwaar. De voorzieningenrechter geeft daarvoor een voorlopige beoordeling van de rechtmatigheid van het besluit en daarmee van de kans van slagen van het bezwaarschrift. Daarnaast weegt hij de belangen van verzoekers en van de burgemeester bij een schorsing. Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en bindt de rechtbank in een (eventueel) bodemgeding niet.
3. Op 28 juli 2025 omstreeks 03:58 uur heeft de politie meerdere meldingen gekregen dat er geschoten wordt in [plaats]. Uit onderzoek blijkt dat meermaals is geschoten op (de poort van) de woning aan de [locatie] te [plaats]. Ter plaatse heeft de politie meerdere (minimaal 17) kogelhulzen op straat aangetroffen. Daarnaast zijn er doorgescheurde foto’s aangetroffen met daarop een afbeelding van het gezicht van [verzoeker 2] (hierna: verzoeker).
4. Op 28 juli 2025 heeft de politie de burgemeester met een bestuurlijke rapportage op de hoogte gesteld van het incident. Er is meermaals en gericht geschoten, met vermoedelijk een automatisch vuurwapen. Er lijkt sprake te zijn van een escalatie in de geweldsspiraal, gelet op de eerdere incidenten in oktober 2024. Op 28 juli 2025 hebben meerdere melders de politie gebeld en aangegeven erg bang te zijn. De politie vermeldt dat er ernstige vrees bestaat voor verdere of nieuwe geweldsincidenten richting de woning en derhalve ernstige vrees voor verdere verstoring van de openbare orde. Hierna heeft de burgemeester het bestreden besluit van 29 juli 2025 genomen.
Is de burgemeester bevoegd om tot sluiting van de woning over te gaan?
5. Op grond van artikel 174a, eerste lid, onder b, van de Gemeentewet kan de burgemeester besluiten een woning, een niet voor het publiek toegankelijk lokaal of een bij die woning of dat lokaal behorend erf te sluiten, indien door ernstig geweld, of bedreiging daarmee, in of in de onmiddellijke nabijheid van de woning of het lokaal of op het erf of in de onmiddellijke nabijheid van het erf, de openbare orde rond de woning, het lokaal of het erf ernstig wordt verstoord of ernstige vrees bestaat voor het ontstaan van een zodanige verstoring.
6.1.
Tussen partijen staat niet ter discussie dat de burgemeester bevoegd is om in dit geval tot sluiting over te gaan.
Mocht de burgemeester de bevoegdheid tot sluiting gebruiken?
6. Sluiting van een woning is een ingrijpende maatregel. Als de burgemeester gebruik wil maken van zijn sluitingsbevoegdheid, moet hij het concrete geval toetsen aan het evenredigheidsbeginsel uit artikel 3:4, tweede lid, van de Awb. Die toets houdt in dat beoordeeld moet worden of de sluiting van de woning geschikt, noodzakelijk en evenwichtig is, gezien de overige in het geding zijnde belangen.
Is de sluiting een geschikt middel?
7. De burgemeester heeft in zijn besluit gemotiveerd dat de sluiting geschikt is om de openbare orde te herstellen en herhaling van ordeverstorende gedragingen te voorkomen. De burgemeester wil de gevaren voor verzoekers en de buurt en de gevoelens van onveiligheid en onrust zoveel als mogelijk voorkomen en wegnemen. Er is ernstige vrees voor herhaling en dit kan zonder aanhouding van de opdrachtgevers of duidelijkheid over de achtergrond van de dreiging niet uitgesloten worden.
7.1.
Tussen partijen staat niet ter discussie dat de sluiting een geschikt middel is om het doel van de burgemeester te bereiken.
Is er een noodzaak tot sluiting?
8. De sluiting van de woning is noodzakelijk als de burgemeester aannemelijk heeft gemaakt dat de verstoring van de openbare orde rond de woning niet afdoende kan worden bestreden met een minder ingrijpend middel dan een sluiting. Daarbij is van belang of de sluiting noodzakelijk is ter herstel van de openbare orde en het voorkomen van herhaling van een verstoring van de openbare orde.
8.1.
De burgemeester heeft in zijn besluit uiteengezet dat de sluiting noodzakelijk is en er niet kan worden volstaan met een minder ingrijpende maatregel. Er lijkt geen sprake te zijn van een vergissing, omdat een foto van verzoeker bij de poort is gevonden. Ook bij het incident in oktober 2024 was geen sprake van een vergissing. De burgemeester stelt dat de ernst en omvang van de dreiging groot is en dat het belang bij voorkomen van herhaling groot is. De burgemeester veronderstelt dat de dreiging gerelateerd is aan drugscriminaliteit. Verzoeker heeft antecedenten op dat gebied en op het perceel van verzoeker is eerder een drugslab ontmanteld. Bij een sluiting is het voor eenieder duidelijk dat het gezin zich niet meer op het perceel bevindt, waardoor bedreiging ter plaatse geen zin heeft. Zonder sluiting kan niet worden uitgesloten dat er niet opnieuw gevaar ontstaat voor bewoners, omwonenden en passanten. Een sluiting stelt de politie bovendien in de gelegenheid om onderzoek te doen naar de daders en hopelijk verdachten aan te houden, zodat de dreiging definitief wordt beëindigd.
8.2.
Verzoekers stellen dat een sluiting niet noodzakelijk is en dat de dreiging afgewend kan worden door het instellen van permanente beveiliging bij de poort. Verzoekers geven aan bereid te zijn de beveiliging zolang als nodig in stand te houden. In het verleden heeft dit ook gewerkt.
8.3.
Het betoog slaagt niet. De voorzieningenrechter is van oordeel dat de burgemeester aan heeft mogen nemen dat er noodzaak is om de woning te sluiten. De voorzieningenrechter volgt verzoekers niet in hun stelling dat permanente beveiliging een geschikt alternatief is om de openbare orde te herstellen. De burgemeester heeft er op gewezen dat de beveiliger mogelijk gevaar loopt en dat dit onwenselijk is. De voorzieningenrechter kan de burgemeester hierin volgen. Een ander alternatief is niet goed denkbaar. Dit betekent dat de sluiting noodzakelijk is.
Is de sluiting van de woning evenwichtig?
9. Als sluiting van een woning in beginsel noodzakelijk wordt geacht, neemt dat niet weg dat de sluiting ook evenwichtig moet zijn. Er moet evenwicht zijn tussen de bescherming van het algemeen belang, in dit geval het herstel van de openbare orde en het voorkomen van herhaling van de verstoring van de openbare orde, en de te respecteren belangen van verzoekers. Een sluiting met veel nadelige gevolgen is niet per definitie onevenwichtig.
9.1.
De burgemeester heeft in zijn besluit gemotiveerd dat de sluiting nadelige gevolgen heeft voor verzoekers en de rest van het gezin, maar toch evenwichtig is. De burgemeester stelt dat het afzien van een sluiting mogelijk kan leiden tot een nieuw incident waarvan de gevolgen ongekend kunnen zijn. De woning is het doelwit van criminelen en vormt geen veilige omgeving voor een jong gezin. De sluiting is redelijk gelet op de ernst van de situatie en strekt tot de bescherming van het gezin en de buurtbewoners. Dit weegt de burgemeester zwaarder dan het huisrecht van verzoekers. Indien verzoekers niet in staat zijn om in alternatieve huisvesting te voorzien, dan zal de burgemeester opvang organiseren. Verder is het mogelijk om tweemaal daags het perceel voor een uur te betreden in verband met de verzorging van de aanwezige dieren en voor het ophalen van spullen.
9.2.
Verzoekers geven aan dat de sluiting ernstige gevolgen zal hebben voor het gezin en dat de sluiting daarom onevenredig is. De vriendin van verzoeker is momenteel hoogzwanger met ernstige klachten. Verhuizen en reizen wordt door de verloskundige afgeraden en daarnaast is op een alternatieve locatie geen verloskundige of kraamzorg beschikbaar. Verzoeker [verzoeker 1] is ernstig depressief en suïcidaal. Bij een eerdere sluiting heeft hij geprobeerd zichzelf iets aan te doen. Verder betekent de sluiting dat verzoeker zijn werk niet uit kan voeren, waardoor betalingsregelingen niet gehonoreerd kunnen worden. Verzoekers merken op dat, nu zij het perceel tweemaal daags mogen bezoeken, eerder sprake lijkt van een maatregel die bestraffend is dan een maatregel die strekt tot het herstellen van de openbare orde.
9.3.
Het betoog slaagt niet. Voorop staat dat er een ernstig geweldsincident heeft plaatsgevonden. Daarnaast is dit ook niet het eerste incident aan het adres van verzoekers. Er is blijvende aandacht voor de woning, hetgeen een stevig onderliggend conflict veronderstelt. Verzoeker geeft aan niet te weten waar de dreiging vandaan komt. DDat kan zo zijn, maar het heeft er de schijn van dat hij geen openheid van zaken geeft en niet het achterste van zijn tong laat zien. Gelet op de verscheurde foto van verzoeker die is aangetroffen, lijkt het incident geen vergissing, maar is dit uitdrukkelijk op verzoeker gericht. Het gevaar van herhaald geweld blijft daarmee aanwezig en dat raakt niet alleen de omgeving maar ook alle leden van het gezin. De burgemeester heeft, gelet op de herhaling van het geweld, de toenemende escalatie in de geweldsspiraal en de zorgen in de buurt over de eigen veiligheid, een zwaar gewicht mogen toekennen aan het belang van herstel van de openbare orde. De voorzieningenrechter is bekend met de belangen van verzoekers. Ook die zijn niet gering. Deze belangen zijn grotendeels gelijk aan de belangen die verzoeker had bij zijn eerdere procedures. De voorzieningenrechter verwijst naar zijn eerdere uitspraken. [1] Een nieuw belang is dat de vriendin van verzoeker momenteel hoogzwanger is. De burgemeester heeft het belang van het herstel van de openbare orde echter zwaarder mogen wegen dan de belangen van verzoekers. De voorzieningenrechter begrijpt dat de woningsluiting op dit moment verstrekkende gevolgen heeft voor verzoekers, maar de burgemeester heeft voldoende compensatie geboden om een oplossing te bieden. Niet alleen kan het perceel tweemaal daags worden bezocht voor het verzorgen van de dieren en het ophalen van spullen. Ook is vervangende woonruimte aangeboden, die wordt bekostigd door de gemeente en die ligt binnen het gebied van Kraamzorg Gelderland-Zuid, waarbij de burgemeester op zitting heeft aangeboden te bemiddelen bij het verkrijgen van de nodige kraamzorg. Dit betekent dat het besluit in dit concrete geval niet onevenwichtig is. Dat sprake is van een bestraffende maatregel, zoals verzoeker nog heeft gesteld, kan niet worden gevolgd. De maatregel tot sluiting betreft, zoals gezegd, het herstel van de openbare orde.

Conclusie en gevolgen

10. De voorzieningenrechter wijst het verzoek af. Dat betekent dat de sluiting van de woning in stand blijft. Voor vergoeding van het griffierecht of een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.A. van Hoof, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. Y.A.J. van Egmond, griffier.
Uitgesproken in het openbaar op 30 juli 2025.
De voorzieningenrechter en griffier zijn verhinderd deze uitspraak te ondertekenen.
griffier
voorzieningenrechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Voetnoten

1.Uitspraak van 4 oktober 2024 (ECLI:NL:RBGEL:2024:6852) en de uitspraak van 22 oktober 2024 (ECLI:NL:RBGEL:2024:7322).