ECLI:NL:RBGEL:2024:7322

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
22 oktober 2024
Publicatiedatum
25 oktober 2024
Zaaknummer
AWB - 24_7243
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursprocesrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening tegen verlenging sluiting woning door burgemeester

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter op 22 oktober 2024 een verzoek om een voorlopige voorziening beoordeeld tegen het besluit van de burgemeester van de gemeente Heumen om de sluiting van de woning van verzoekers met vier weken te verlengen. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de burgemeester bevoegd was om de sluiting te verlengen, maar dat deze verlenging in dit geval niet evenwichtig was. De burgemeester had eerder besloten de woning te sluiten na een melding van een verdachte situatie, waarbij een vuurwapen was aangetroffen. Verzoekers hebben bezwaar gemaakt tegen de verlenging van de sluiting en vroegen de voorzieningenrechter om het besluit te schorsen. De voorzieningenrechter heeft het verzoek toegewezen en het besluit van de burgemeester geschorst, waardoor verzoekers met ingang van 23 oktober 2024 weer toegang tot hun woning krijgen. De voorzieningenrechter oordeelde dat de belangen van verzoekers zwaarder wogen dan die van de burgemeester, vooral gezien de impact van de sluiting op hun leven en de afwezigheid van nieuwe incidenten sinds de eerste sluiting.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND

Zittingsplaats Arnhem
Bestuursrecht
zaaknummer: ARN 24/7243
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter van 22 oktober 2024 op het verzoek om voorlopige voorziening in de zaak tussen

[verzoeker 1] en [verzoeker 2] , uit [plaats] , verzoekers

en

de burgemeester van de gemeente Heumen

(gemachtigden: mr. J. Hagelaars en mr. L.G.H. Wichern).

Samenvatting

1. In deze uitspraak beslist de voorzieningenrechter op het verzoek om een voorlopige voorziening tegen het besluit van de burgemeester om de sluiting van de woning van verzoekers te verlengen met vier weken. De voorzieningenrechter beoordeelt aan de hand van de gronden van verzoekers of de burgemeester bevoegd was om de sluiting van de woning te verlengen en zo ja, of hij daartoe in dit geval mocht overgaan.
2. De voorzieningenrechter wijst het verzoek toe en schorst het besluit van 15 oktober 2024 met ingang van 23 oktober 2024 om 12.00 uur. Hierna legt de voorzieningenrechter uit hoe hij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.

Procesverloop

3. Met het bestreden besluit van 15 oktober 2024 heeft de burgemeester besloten de sluiting van de woning van verzoekers aan [locatie] [huisnummer] in [plaats] (de woning) voor de duur van vier weken te verlengen. Verzoekers hebben hiertegen bezwaar gemaakt en de voorzieningenrechter gevraagd om hangende de behandeling van het bezwaarschrift een voorlopige voorziening te treffen en het besluit te schorsen.
3.1.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 22 oktober 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben [verzoeker 2] en de gemachtigden van de burgemeester deelgenomen.
3.2.
Na afloop van de zitting heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk uitspraak gedaan.

Totstandkoming van het besluit

4. De voorzieningenrechter wijst het verzoek toe. Hierna legt de voorzieningenrechter uit hoe hij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft. Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en bindt de rechtbank in een (eventueel) bodemgeding niet.
5. Op 1 oktober 2024 kreeg de politie omstreeks 03.00 uur een melding van een verdachte situatie op [locatie] te [plaats] . De melder verklaarde dat ze op de camera zag dat er een voertuig op straat stond geparkeerd ter hoogte van de woning van verzoekers. Bij deze auto zag ze twee personen staan waarbij één persoon gezichtsbedekking droeg en een lang vuurwapen vast had. Het kenteken van dit voertuig was zichtbaar op de camera's. Het voertuig met de twee personen is weggereden in de richting van perceel [nummer] . Korte tijd later is dit voertuig staande gehouden op de A15 ter hoogte van Tiel. In de kofferbak van het voertuig werd een Kalasjnikov aangetroffen met een houder gevuld met scherpe munitie. De twee inzittenden zijn daarop aangehouden.
6. Op 2 oktober 2024 heeft de politie de burgemeester met een bestuurlijke rapportage op de hoogte gesteld van de melding en de aanhouding. Verder is vermeld dat de aangehouden personen zich op hun zwijgrecht beroepen maar wel hebben verklaard dat zij bewust en in opdracht naar het woonadres van verzoekers zijn gereden. De burgemeester heeft hierin aanleiding gezien de woning met ingang van 2 oktober 2024 voor de duur van twee weken te sluiten.
7. In de uitspraak van 4 oktober 2024 heeft de voorzieningenrechter geoordeeld dat de burgemeester bevoegd was de woning te sluiten en dat hij ook in redelijkheid van deze bevoegdheid gebruik heeft kunnen maken. Het belang van de burgemeester bij herstel van de openbare orde en het beschermen van de rust en het veiligheidsgevoel van de woonomgeving woog op dat moment zwaarder dan de belangen van verzoekers om in de woning te kunnen blijven. Een sluiting gedurende een periode van twee weken was gerechtvaardigd. [1] Daarbij is betrokken dat het politieonderzoek net was opgestart en dat een acute dreiging niet was weggenomen.
8. Op 14 oktober 2024 heeft de politie de burgemeester met een bestuurlijke rapportage op de hoogte gesteld van de onderzoeksbevindingen tot dat moment. Naar aanleiding van deze bestuurlijke rapportage heeft de burgemeester besloten de duur van de sluiting met vier weken te verlengen.
9. Verzoekers hebben bezwaar gemaakt tegen het besluit van 15 oktober 2024 en de voorzieningenrechter gevraagd dit besluit gedurende de bezwaarprocedure te schorsen.
10. De burgemeester heeft de bestuurlijke rapportage van de politie van 14 oktober 2024 met een verzoek om geheimhouding op grond van artikel 8:29 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in het geding gebracht. De geheimhoudingskamer van de rechtbank heeft geoordeeld dat beperkte kennisname door alleen de voorzieningenrechter gerechtvaardigd is. Verzoekers hebben de voorzieningenrechter op zitting toestemming gegeven kennis te nemen van de vertrouwelijke passages in de bestuurlijke rapportage.
Beoordeling door de voorzieningenrechter
10. De voorzieningenrechter beoordeelt bij de vraag of hij een voorlopige voorziening zal treffen of het bezwaar een redelijke kans van slagen heeft. Dat kan een reden zijn om het bestreden besluit te schorsen. Om dit te beoordelen beantwoordt hij aan de hand van de gronden van verzoekers of de burgemeester bevoegd was de sluiting van de woning voor de duur van vier weken te verlengen en of hij ook in redelijkheid van die bevoegdheid gebruik heeft kunnen maken.
De burgemeester is bevoegd om tot verlenging van de sluiting van de woning over te gaan
12. Op grond van artikel 174a, eerste lid, onder b, van de Gemeentewet kan de burgemeester besluiten een woning, een niet voor het publiek toegankelijk lokaal of een bij die woning of dat lokaal behorend erf te sluiten, indien door ernstig geweld, of bedreiging daarmee, in of in de onmiddellijke nabijheid van de woning of het lokaal of op het erf of in de onmiddellijke nabijheid van het erf, de openbare orde rond de woning, het lokaal of het erf ernstig wordt verstoord of ernstige vrees bestaat voor het ontstaan van een zodanige verstoring.
12.1.
Tussen partijen is niet in geschil dat de burgemeester op zichzelf bevoegd is om de sluiting van de woning te verlengen. Er was sprake van een ernstige dreigende situatie en kort na de eerste sluiting (op 4 oktober) is brand gesticht bij de woning, waardoor schade is ontstaan aan een deur en een stoel.
Mocht de burgemeester van zijn bevoegdheid gebruik maken?
13. Sluiting van een woning is een ingrijpende maatregel. Als de burgemeester gebruik wil maken van zijn sluitingsbevoegdheid, moet hij het concrete geval toetsen aan het evenredigheidsbeginsel uit artikel 3:4, tweede lid, van de Awb. Hierbij wordt beoordeeld of de sluiting van de woning geschikt, noodzakelijk en evenwichtig is, gezien de overige in het geding zijnde belangen. Dit geldt ook bij een verlenging van een eerder opgelegde sluiting.
13.1.
In zijn eerste uitspraak van 4 oktober 2024 heeft de voorzieningenrechter geoordeeld dat de maatregel geschikt is om het doel, te weten het wegnemen van de ernstige verstoring van de openbare orde, te bereiken. De voorzieningenrechter ziet geen reden om hier nu anders over te oordelen.
13.2.
De voorzieningenrechter heeft in zijn uitspraak van 4 oktober 2024 verder overwogen dat sluiting noodzakelijk was om de openbare orde te herstellen en een herhaling van een verstoring van de openbare orde te voorkomen. Daarbij is geoordeeld dat minder ingrijpende maatregelen dan een sluiting niet voor de hand liggen. De voorzieningenrechter ziet geen reden daar nu anders over te oordelen. Uit de bestuurlijke rapportage van de politie van 14 oktober 2024 blijkt dat het onderzoek nog niet is afgerond en dat het nog altijd geen uitsluitsel is over de achtergrond van het incident. Reeds daarom is de voorzieningenrechter van oordeel dat de burgemeester verlenging van de sluiting van de woning noodzakelijk heeft kunnen achten om de openbare orde te herstellen.
13.3.
Vraag is vervolgens of de verlenging van de sluiting ook evenwichtig is. Ook als een sluiting van een woning noodzakelijk is, mag die in het licht van alle van belang zijnde feiten en omstandigheden niet onredelijk bezwarend zijn. Het is als het ware een weegschaal waarin het algemeen belang dat de burgemeester behartigt aan de ene zijde en de belangen van verzoekers aan de andere zijde tegen elkaar worden afgewogen. Als de balans in het voordeel van verzoekers uitslaat, kan de burgemeester in redelijkheid niet langer gebruik maken van zijn bevoegdheid om de woning te sluiten.
13.3.1.
De burgemeester erkent dat met sluiting van de woning een zware inbreuk wordt gemaakt op de rechten van verzoekers op grond van artikel 8 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM), maar stelt dat het belang van de herstel van de openbare orde en het behouden van de rust in de omgeving zwaarder weegt dan de belangen van verzoekers. Het onderzoek van de politie loopt nog, een mogelijke opdrachtgever is niet bekend en bij buurtbewoners bestaan volgens de burgemeester gevoelens van angst en onrust.
13.3.2.
De voorzieningenrechter heeft hiervoor al vastgesteld dat de sluiting noodzakelijk is. Daaruit volgt reeds dat de burgemeester een zwaarwegend belang heeft om de sluiting te verlengen. Dit betekent dat er heel wat tegenover moet staan om de balans toch in het voordeel van verzoekers te doen doorslaan. In dit verband overweegt de voorzieningenrechter het volgende.
13.3.3.
De voorzieningenrechter stelt vast dat het hier gaat om een woning in het buitengebied, op een ruim perceel waarbij de woning op behoorlijke afstand is gelegen van de openbare weg. Direct naaste buren zijn er niet. Dit is niet zonder belang. Anders dan bijvoorbeeld bij een rijtjeswoning, is de kans dat omwonenden direct worden geconfronteerd met gevolgen van de verstoring van de openbare orde rondom de woning van verzoekers een stuk kleiner in het geval zich daadwerkelijk een incident voordoet. Dit maakt dat het belang van de burgemeester iets aan gewicht verliest. Vervolgens stelt de voorzieningenrechter vast, na kennisneming van de onder geheimhouding overgelegde stukken, dat uit de bestuurlijke rapportage niet kan worden afgeleid dat buurtbewoners als gevolg van het incident bij de woning van verzoekers gevoelens van onveiligheid ervaren. Ook dit maakt dat het belang van de burgemeester iets aan gewicht verliest. De voorzieningenrechter stelt verder vast dat het politieonderzoek ook na de periode van de eerste sluiting nog geen kenbare resultaten heeft opgeleverd. Onduidelijk is of de politie concrete sporen volgt of nog steeds verschillende scenario’s onderzoekt. Na het incident op 4 oktober 2024 – inmiddels 18 dagen geleden – hebben zich geen nieuwe incidenten voorgedaan. Het is begrijpelijk dat een politieonderzoek niet altijd tot direct resultaat leidt, maar als dit onderzoek langer duurt zonder dat zich concrete aanknopingspunten voordoen die mogelijk licht kunnen werpen op de achtergrond van het incident, heeft dit wel tot gevolg dat het belang bij het verlengen van een sluiting afneemt. Dat is hier ook het geval. Dit betekent dat ook hierdoor het belang van de burgemeester iets aan gewicht verliest.
13.3.4.
Daar staan tegenover de belangen van verzoekers. Zij moeten hun woning verlaten zonder dat hen een verwijt kan worden gemaakt. In zekere zin zijn zij slachtoffer. Dit betekent dat ook aan de kant van verzoekers een zwaarwegend belang is om niet buiten hun wil met een woningsluiting te worden geconfronteerd. Door [verzoeker 2] is op zitting toegelicht dat het hem, zijn gezin en zijn familie zwaar valt dat zij niet naar de woning terug kunnen en dat het lastig is om zo lang bij familie te logeren met een kind van zeven maanden. Op dit moment zoekt hij naar alternatieve woonruimte op bijvoorbeeld een recreatiepark, maar dit is duur en door de herfstvakantie moeilijk te vinden. Daarnaast heeft hij een eigen onderneming die is gevestigd op zijn woonlocatie en kan hij door de sluiting zijn werk niet goed verrichten. Verder hebben de op het perceel noodgedwongen achtergebleven dieren (honden en paarden) aandacht en verzorging nodig en heeft zijn vader, [verzoeker 1] , psychische klachten die worden verergerd door de woningsluiting. Het bestaan van deze psychische klachten is door de burgemeester niet betwist.
13.3.5.
Met het in zwaarte afgenomen gewicht van de belangen van de burgemeester aan de ene kant en de zwaarwegende belangen van verzoekers aan de andere kant, is de voorzieningenrechter van oordeel dat in dit geval de belangen van verzoekers zwaarder moeten wegen dan de belangen van de burgemeester bij het verlengen van de sluitingsduur van de woning. De voorzieningenrechter is daarom van oordeel dat de burgemeester sluiting van de woning geschikt en noodzakelijk heeft mogen achten, maar dat de sluiting in de gegeven omstandigheden niet evenwichtig is. Hieruit volgt dat het bezwaar een redelijke kans van slagen heeft.
13.3.6.
Tot slot het volgende. De voorzieningenrechter heeft moeten vaststellen dat
de burgemeester verzoekers weinig tot geen begeleidende ondersteuning of financiële hulp heeft geboden bij het zoeken van tijdelijke alternatieve woonruimte en opvangmogelijkheden voor de honden. Dit had de burgemeester gelet op de inbreuk die met sluiting van de woning op de rechten van verzoekers op grond van artikel 8 van het EVRM wordt gemaakt, wel moeten doen. Dat verzoekers, zoals de burgemeester op de zitting heeft gesteld, moeten aantonen dat zij daartoe onvoldoende financiële middelen hebben, is een omgekeerde wereld. Verzoekers zijn slachtoffer en kiezen er niet voor hun woning te verlaten. Ook in het geval zij financieel in staat zouden zijn vervangende woonruimte te vinden, mag van de burgemeester worden verwacht dat hij meedenkt en in ieder geval zorgt voor financiële compensatie als kosten worden gemaakt voor vervangende woonruimte.

Conclusie en gevolgen

14. De voorzieningenrechter wijst het verzoek toe en treft de voorlopige voorziening dat het besluit van 15 oktober 2024 wordt geschorst. Omdat de voorzieningenrechter niet kan beoordelen wat ten behoeve van de opening van de woning dient te gebeuren zal de voorzieningenrechter het besluit van 15 oktober 2024 met ingang van 23 oktober 2024 om 12.00 uur schorsen. Dit betekent dat de burgemeester verzoekers met ingang van 23 oktober 2024 om 12.00 uur toegang moet verlenen tot het erf en de woning.
15. Voor een proceskostenveroordeling is geen reden.
16. Partijen zijn erop gewezen dat tegen deze mondelinge uitspraak geen hoger beroep of verzet openstaat.

Beslissing

De voorzieningenrechter:
- wijst het verzoek om voorlopige voorziening toe;
- schorst het besluit van 15 oktober 2024 met ingang van 23 oktober 2024 om 12.00 uur.
Deze uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 22 oktober 2024 door mr. S.A. van Hoof, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. M.H.Y Snoeren-Bos, griffier.
griffier
voorzieningenrechter
Een afschrift van dit proces-verbaal is verzonden aan partijen op:

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Voetnoten

1.ARN 24/6955