In deze zaak heeft de voorzieningenrechter op 22 oktober 2024 een verzoek om een voorlopige voorziening beoordeeld tegen het besluit van de burgemeester van de gemeente Heumen om de sluiting van de woning van verzoekers met vier weken te verlengen. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de burgemeester bevoegd was om de sluiting te verlengen, maar dat deze verlenging in dit geval niet evenwichtig was. De burgemeester had eerder besloten de woning te sluiten na een melding van een verdachte situatie, waarbij een vuurwapen was aangetroffen. Verzoekers hebben bezwaar gemaakt tegen de verlenging van de sluiting en vroegen de voorzieningenrechter om het besluit te schorsen. De voorzieningenrechter heeft het verzoek toegewezen en het besluit van de burgemeester geschorst, waardoor verzoekers met ingang van 23 oktober 2024 weer toegang tot hun woning krijgen. De voorzieningenrechter oordeelde dat de belangen van verzoekers zwaarder wogen dan die van de burgemeester, vooral gezien de impact van de sluiting op hun leven en de afwezigheid van nieuwe incidenten sinds de eerste sluiting.