In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 11 juli 2025 uitspraak gedaan over de beëindiging van het persoonsgebonden budget (pgb) van de zoon van eisers, die per 1 september 2023 inging. Eisers, de ouders van de zoon, waren het niet eens met deze beslissing van het zorgkantoor, dat hen verweten had de inlichtingenverplichting te hebben geschonden door niet te melden dat de vader van de zoon in detentie zat. De rechtbank heeft vastgesteld dat het zorgkantoor bevoegd was om het pgb te beëindigen, omdat de ouders niet aan hun verplichtingen voldeden. De rechtbank heeft het beroep van eisers ongegrond verklaard en hen in het ongelijk gesteld. De rechtbank heeft in haar beoordeling benadrukt dat de ouders als wettelijk vertegenwoordigers verantwoordelijk zijn voor het tijdig informeren van het zorgkantoor over relevante wijzigingen in de situatie van de budgethouder. De rechtbank heeft ook aangegeven dat de gevolgen van de beëindiging van het pgb niet onevenredig waren in verhouding tot de doelen die met de beëindiging werden gediend. De uitspraak benadrukt het belang van transparantie en communicatie tussen zorgverleners en zorgkantoren, vooral in situaties waarin de zorgverlening in het geding is.