In deze uitspraak van de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, wordt het beroep van eiseres, een B.V. die een hotel en restaurant exploiteert, tegen het opleggen van maatwerkvoorschriften voor geluid door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oost Gelre beoordeeld. Eiseres is het niet eens met het besluit van 30 augustus 2023, waarin het college bij het eerdere besluit is gebleven om maatwerkvoorschriften op te leggen voor de horeca-inrichting Hotel Restaurant [naam 2] aan [locatie] te [plaats]. De rechtbank heeft het beroep op 25 oktober 2024 behandeld, waarbij de gemachtigden van beide partijen aanwezig waren.
De rechtbank concludeert dat de maatwerkvoorschriften, die onder andere vereisen dat bij het ten gehore brengen van muziek gebruik moet worden gemaakt van een geluidbegrenzer, rechtmatig zijn opgelegd. Eiseres stelt dat de woning die zij heeft gerealiseerd een bedrijfswoning is en daarom geen bescherming behoeft, maar de rechtbank oordeelt dat de woning niet als zodanig kan worden gekwalificeerd. De feitelijke gebruiksstatus van de woning is bepalend, en de rechtbank stelt vast dat de woning en de horeca-inrichting afzonderlijke adressen en toegangen hebben, wat erop wijst dat de woning niet noodzakelijk is voor de exploitatie van de horeca-inrichting.
De rechtbank oordeelt verder dat het college in redelijkheid de maatwerkvoorschriften heeft kunnen opleggen, gezien de overschrijding van de geluidsnormen zoals vastgesteld in het Activiteitenbesluit. De beroepsgrond van eiseres dat er geen klachten zijn van bewoners wordt verworpen, aangezien dit niet afdoet aan de noodzaak van de maatwerkvoorschriften. De rechtbank concludeert dat het bestreden besluit zorgvuldig tot stand is gekomen en verklaart het beroep ongegrond. Eiseres krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten.