ECLI:NL:RBGEL:2025:506

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
27 januari 2025
Publicatiedatum
24 januari 2025
Zaaknummer
AWB - 24_350
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van de omgevingsvergunning voor het kappen van esdoorns en aanplanten van bomen in de gemeente Hattem

In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Gelderland het beroep van eiseres tegen het verlenen van een omgevingsvergunning voor het kappen van 67 esdoorns en het aanplanten van 140 bomen op vier locaties in de gemeente Hattem. Het college van burgemeester en wethouders had op 6 december 2023 het bezwaar van eiseres afgewezen en de omgevingsvergunning gehandhaafd, met een aanvulling van de motivering en een tekening van de herbeplanting. Eiseres was het niet eens met dit besluit en heeft beroep ingesteld. De rechtbank heeft het beroep op 25 oktober 2024 behandeld, waarbij de gemachtigde van eiseres en de gemachtigden van het college aanwezig waren.

De rechtbank concludeert dat de omgevingsvergunning op juiste gronden is verleend. De Groenstructuurvisie, waar eiseres naar verwijst, maakt geen onderdeel uit van het toetsingskader voor de vergunning. De rechtbank stelt vast dat de vergunning is verleend op basis van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en dat er geen strijd is met de bestemmingsplannen. Eiseres heeft geen gronden aangevoerd die de vergunning in twijfel trekken, en de rechtbank oordeelt dat het bestreden besluit deugdelijk is gemotiveerd. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en wijst de verzoeken om proceskostenvergoeding af.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Zittingsplaats Arnhem
Bestuursrecht
zaaknummer: ARN 24/350

uitspraak van de enkelvoudige kamer

in de zaak tussen

[eiseres], uit [plaats], eiseres

(gemachtigde: [naam gemachtigde 1]),
en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hattem

(gemachtigden: [naam gemachtigde 2] en [naam gemachtigde 3]).
Als derde-partij heeft deelgenomen de gemeente Hattem (vergunninghouder).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen het verlenen van een omgevingsvergunning voor het kappen van 67 esdoorns en het aanplanten van 140 bomen (diverse soorten) op 4 locaties in [plaats].
1.1.
Met het bestreden besluit van 6 december 2023 op het bezwaar van eiseres is het college bij dat besluit gebleven, onder aanvulling van de motivering. Ook wordt aan het bestreden besluit een tekening van de herbeplanting toegevoegd. Eiseres is het niet eens met dit besluit en heeft beroep ingesteld. Het college heeft een verweerschrift ingediend.
1.2.
De rechtbank heeft het beroep op 25 oktober 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: de gemachtigde van eiseres, en de gemachtigden van het college, die tevens als gemachtigden voor de gemeente hebben opgetreden.

Beoordeling door de rechtbank

2. De rechtbank beoordeelt de omgevingsvergunning voor het kappen van 67 esdoorns en het aanplanten van 140 bomen (diverse soorten) op vier locaties in [plaats]. Zij doet dat aan de hand van de beroepsgronden van eiseres.
3. De rechtbank is van oordeel dat het beroep van eiseres ongegrond is. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.

Totstandkoming van het besluit

4. De rechtbank gaat uit van de volgende feiten. Op 21 december 2021 is door het college ingestemd met het project van de reconstructie van de [locatie 1] te [plaats], waarbij de [locatie 1] is aangewezen als 30 km/h zone. Op 16 februari 2023 is een onderzoek uitgevoerd naar het effect van de uit te voeren werkzaamheden op de bestaande bomen. In dit onderzoek is het volgende geconcludeerd:
"Vanuit het onderzoek blijken de groeiplaatsen niet toereikend om de bomen te voeden. Dit verklaart het verstoorde groeibeeld. Het is niet haalbaar de bomen te behouden binnen de huidige plannen van de wegreconstructie waarbij de weg en het trottoir vernieuwd gaan worden. Hierbij kan het niet anders dan dat de wortels onder de bestrating verwijderd moet worden en dat daarbij gemiddeld 40% wortelverlies optreed."
4.1.
Gezien de impact op de omgeving heeft het college twee bewonersavonden georganiseerd. Omwonenden hebben daarbij hun voorkeur kunnen aangeven voor wat betreft de nieuwe beplanting. Deze voorkeuren heeft het college meegenomen in het groenplan. Op 13 april 2022 heeft de gemeente Hattem een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend voor het kappen van 67 esdoorns en het aanplanten van 140 bomen (diverse soorten). Deze aanvraag is door het college op 18 juli 2023 verleend, waarbij het college aan de gemeente een herplantplicht heeft opgelegd van 140 bomen. Uit de omgevingsvergunning blijkt dat sprake is van een tweedeling binnen het project: 6 esdoorns, staande tussen de [locatie 2] en de [locatie 3] en de [locatie 4], worden alleen omgezaagd, waarbij de stobbe blijft zitten. De overige 61esdoorns worden met de stobbe verwijderd.
4.2.
Tegen dit besluit maakt eiseres bezwaar. In de beslissing op bezwaar van 6 december 2023 handhaaft het college de omgevingsvergunning onder aanvulling van de navolgende motivering:
‘Op de presentatietekeningen die aan het bestreden besluit worden toegevoegd, is een
overzicht weergeven van de locatie van de aan te planten bomen op de projectlocatie
(bijlage 2 en 3). De 13 bomen waarover in het besluit onduidelijkheid was, worden op de volgende locaties geplant:
  • 4 bomen in de groenstrook voor [locatie 5] (kadastraal perceel gemeente Hattem, [sectie], nummer [nummer 1]);
  • 3 bomen op het veldje tussen [locatie 6] (kadastraal perceel gemeente Hattem, [sectie], [nummer 2]);
  • 3 bomen langs de [locatie 4] tussen [locatie 7] en afslag naar de [locatie 8] (kadastraal perceel gemeente Hattem, [sectie], nummer [nummer 3] en nummer [nummer 4]);
  • 3 bomen in de groenstrook langs de [locatie 9] ter hoogte van [locatie 10] (kadastraal perceel gemeente Hattem, [sectie], nummer [nummer 5]).
Omvang van het geschil
5. De rechtbank stelt vast dat de omgevingsvergunning voor het kappen van 67 esdoorns en het aanplanten van 140 bomen (diverse soorten) is verleend op grond van artikel 2.1, eerste lid, onder b van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (hierna: Wabo) samen met artikel 2.11 van de Wabo. [1] Verder stelt de rechtbank vast dat alle 67 esdoorns vallen onder het bestemmingsplan ‘Kom [plaats]’ (hierna: de planregels) en de bestemming ‘Verkeer’ en de dubbelbestemming ‘Waarde Archeologie’ hebben.
Eiseres heeft geen gronden aangevoerd tegen het standpunt van het college dat het kappen van de 67 esdoorns niet in strijd is met de bestemming ‘Verkeer’. Ook heeft eiseres geen gronden aangevoerd tegen het standpunt van het college dat het kappen van de 6 esdoorns tussen de [locatie 2] en de [locatie 3] niet in strijd is met de bestemming ‘Waarde Archeologie’. Dit maakt dan ook geen onderdeel uit van het geschil.
Maakt de Groenstructuurvisie onderdeel uit van het toetsingskader?
6. Eiseres voert aan dat de omgevingsvergunning niet voldoet aan de Groenstructuurvisie omdat bij de keuze van de bomen de Groenstructuurvisie niet is gevolgd. Daarnaast is niet voldaan aan de op grond van de Groenstructuurvisie verplichte participatie van bewoners. Tot slot voert eiseres aan dat het groen minder ruimte krijgt, hetgeen in strijd is met het groenbeleid zoals weergegeven in de Groenstructuurvisie.
6.1.
Op grond van artikel 2.1, eerste lid, onder b van de Wabo in samenhang met artikel 2.11. van de Wabo, artikel 33.3.1 en artikel 33.3.3 van de planregels geldt er een vergunningplicht voor het verwijderen van de 61 esdoorns en het aanplanten van 140 nieuwe bomen. In de planregels is daartoe het volgende opgenomen:
33.3.1.
Vergunningplicht
Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is, ongeacht het bepaalde in de regels bij de andere op deze regels van toepassing zijnde bestemmingen een omgevingsvergunning vereist:
  • het ontgronden, afgraven (waaronder het graven van watergangen en waterpartijen), egaliseren en ophogen van gronden en/of het anderszins ingrijpend wijzigen van de bodemstructuur;
  • het uitvoeren van overige grondbewerkingen;
  • het aanleggen van grondwallen/aarden wallen;
  • het verwijderen en/of aanbrengen van bomen en diepwortelende beplanting;
  • het aanbrengen van houtsingels (met uitzondering van erfbeplanting);
  • het (gedeeltelijk) rooien van houtsingels;
  • het aanleggen van ondergrondse energie-, transport- en of communicatieleidingen.
33.3.3.
Toetsingscriteria
De omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de archeologische waarden van de gronden.
6.2.
De rechtbank is van oordeel dat de Groenstructuurvisie geen onderdeel uitmaakt van het toetsingskader. De aanvraag voor een omgevingsvergunning moet op grond van artikel 2.11 van de Wabo door het college worden geweigerd als sprake is van strijd met de planregels. Dit betekent in deze procedure dat de aanvraag door het college moet worden geweigerd indien sprake is van ‘onevenredige afbreuk aan de archeologische waarden’, zoals genoemd in artikel 33.3.3. van de planregels. Het toetsingskader voor het verlenen van de omgevingsvergunning is daarmee enkel de vraag of ‘onevenredige afbreuk aan de archeologische waarden van de gronden’ plaatsvindt of niet. Dit is niet door eiseres betwist, zowel voor het kappen van de bomen als de nieuwe aanplant. De Groenstructuurvisie maakt geen onderdeel uit van het toetsingskader. Op zitting heeft het college nog aangevuld dat de Groenstructuur een visie-document is en geen bindend toetsingskader. Het vorenstaande betekent dat al hetgeen eiseres nog meer heeft aangevoerd over de Groenstructuurvisie geen nadere bespreking behoeft. De beroepsgrond slaagt niet.
6.3.
Omdat de beroepsgrond niet slaagt, zal de rechtbank de vraag of het relativiteitsvereiste aan eiseres moet worden tegengeworpen in het midden laten.
Is het bestreden besluit deugdelijk gemotiveerd?
7. Eiseres voert aan dat het bestreden besluit niet deugdelijk is gemotiveerd omdat uit het besluit nog steeds niet volgt welke bomen waar komen. Verder voert eiseres aan dat het besluit niet volledig is heroverwogen aan de hand van het normstellende kader omdat de lijst eerst pas bij de beslissing op bezwaar is overgelegd. Het besluit is daardoor ook onzorgvuldig voorbereid.
7.1.
De rechtbank is van oordeel dat het college het besluit deugdelijk heeft gemotiveerd. De rechtbank stelt vast dat in overeenstemming met het advies van de commissie bezwaarschriften bij het bestreden besluit een gedetailleerde tekening is gevoegd waarop duidelijk is weergegeven waar bomen worden geplant, welk formaat boom wordt geplant en waar bomen verdwijnen. Hiermee is het voor eenieder duidelijk en verifieerbaar waar bomen worden geplant en waar bomen verdwijnen en waar dus mogelijk vanuit archeologisch oogpunt bodemberoering kan plaatsvinden. Het soort bomen is voor de archeologische beoordeling niet relevant. De beroepsgrond slaagt niet.
7.2.
De stelling van eiseres dat het besluit onzorgvuldig is voorbereid omdat de lijst met de locaties van de aan te planten bomen pas bij de beslissing op bezwaar is overgelegd, slaagt niet. De reden hiervoor is dat de bezwaarprocedure bij uitstek de gelegenheid is om het besluit volledig te heroverwegen en eventuele gebreken te herstellen. Dit heeft het college gedaan door middel van het alsnog toevoegen van de tekening van de herbeplanting. Er is dus geen sprake van een onzorgvuldige voorbereiding van het bestreden besluit.

Conclusie en gevolgen

8. Op grond van het vorenstaande komt de rechtbank tot de conclusie dat het college de omgevingsvergunning voor het kappen van 67 esdoorns en het aanplanten van 140 bomen (diverse soorten) op 4 locaties in [plaats] met juistheid heeft verleend aan de gemeente. Het beroep is ongegrond. Eiseres krijgt daarom het griffierecht niet terug. Zij krijgt ook geen vergoeding van haar proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.L.M. Steinebach-de Wit, rechter, in aanwezigheid van mr. B.C.M. van Riel, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Hierin is bepaald dat voor het uitvoeren van een werk of van werkzaamheden een omgevingsvergunning is benodigd in gevallen waarin dat bij een bestemmingsplan is bepaald. Als een vergunningaanvraag in strijd is met bestemmingsplanregels, dan moet de omgevingsvergunning worden geweigerd.