De vordering
Hoogwegt c.s. vordert bij vonnis voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I [gedaagde] te veroordelen en te gebieden in tot (i) het verlenen van volledige medewerking aan een onderzoek door [bedrijf 3] naar de verzending van de e-mails met bedrijfs (vertrouwelijke) informatie en (ii) het door [bedrijf 3] laten verwijderen van de e-mails met bedrijfs(vertrouwelijke) informatie binnen vijf dagen na de datum van betekening van het vonnis en (iii) betaling van de met onderzoek door [bedrijf 3] gemoeide kosten, op straffe van verbeurte van een dadelijk opeisbare dwangsom van € 10.000,00 voor iedere overtreding en dwangsom van € 1.000,00 voor iedere dag dat [gedaagde] geen bereidheid toont om medewerking te verlenen aan het onderzoek;
II [gedaagde] te veroordelen en te gebieden om in de toekomst te handelen overeenkomstig de in de arbeidsovereenkomsten overeengekomen geheimhoudingsbedingen en de bedingen inzake bedrijfseigendommen, als ook
par. 5.6 van Hoogwegt’s Code of Conduct en de relevante bepalingen van Hoogwegt’s IT Policy op straffe van verbeurte van een dadelijk opeisbare dwangsom van € 5.000,00 voor iedere overtreding en een dwangsom van € 1.000,00 voor iedere dag dat een overtreding door [gedaagde] voortduurt;
a. binnen twee dagen na betekening van het vonnis in deze zaak dan wel binnen een andere in goede justitie te bepalen termijn, de tussen Hoogwegt en Havero respectievelijk en [gedaagde] overeengekomen contractuele boete bij overtreding van de geheimhoudingsbedingen vooruitlopend op een eventuele bodemprocedure, althans als voorschot daarvan, te weten:
i) primair een contractuele boete per e-mail met bedrijfs (vertrouwelijke) informatie, oftewel een boete van 12 x € 25.000,00 = € 300.000,00;
ii) subsidiair een contractuele boete per dag dat [gedaagde] e-mails met bedrijfs(vertrouwelijke informatie) heeft verzonden, oftewel een boete van 3 x € 25.000 = € 75.000,00;
althans een door de voorzieningenrechter te bepalen bedrag;
b. binnen twee dagen na betekening van dit vonnis dan wel binnen een andere in goede justitie te bepalen termijn de kosten van het onderzoek door [bedrijf 3] zoals beschreven onder I van € 15.000,00;
c. de wettelijke rente over het bedrag genoemd onder a. vanaf 14 februari 2024 tot aan de dag van betaling;
d. de buitengerechtelijke kosten van € 3.375,00 dan wel € 1.525,00 vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 14 februari 2024 tot de dag van betaling;
IV [gedaagde] te veroordelen tot betaling van de kosten van deze procedure, een bedrag aan salarisgemachtigde daaronder begrepen, te voldoen binnen 14 dagen na dagtekening van het vonnis en, voor het geval voldoening van de proceskosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt, te vermeerderen met de wettelijke rente, te rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening alsmede nakosten.