Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
uitspraak van de voorzieningenrechter van
in de zaak tussen
[verzoeker 1] en [verzoeker 2], uit [plaats], verzoekers
de burgemeester van Arnhem
Samenvatting
.Sluiting van de woning is in de gegeven omstandigheden niet onevenwichtig. Hierna legt de voorzieningenrechter uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft. Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en bindt de rechtbank in een (eventueel) bodemgeding niet.
Procesverloop
.Verzoekers hebben hiertegen bezwaar gemaakt en de voorzieningenrechter gevraagd om een voorlopige voorziening te treffen.
Totstandkoming van het besluit
Beoordeling door de voorzieningenrechter
a. er is een handelshoeveelheid drugs aangetroffen;
c. er is sprake van een combinatie van middelen als bedoeld in lijst I en lijst II van de Opiumwet;
g. er is handelsgeld in contanten aangetroffen;
h. er zijn (vuur)wapens/verboden wapenbezit als bedoeld in de Wet wapens en munitie aangetroffen;
6.5. Het tijdsverloop tussen het aantreffen van de drugs en het bestreden besluit (ongeveer 5 maanden) acht de voorzieningenrechter nog niet zodanig dat er om die reden geen noodzaak meer is om de woning te sluiten. Daarbij geldt bovendien dat de burgemeester de bestuurlijke rapportage van 6 februari 2025 pas op 28 maart 2025 heeft ontvangen en na ontvangst van de zienswijze niet heeft stilgezeten maar aanvullende vragen heeft gesteld voor tot sluiting over is gegaan. Los van het feit dat het tijdverloop van 5 maanden onvoldoende is om af te doen aan de noodzaak tot sluiting heeft de burgemeester naar het oordeel van de voorzieningenrechter zorgvuldig gehandeld voor tot sluiting is besloten.
Conclusie en gevolgen
Voor vergoeding van het griffierecht of een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.