3.1.[eiseres] vordert na vermeerdering van eis bij vonnis, zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
Primair
I. het bezwaarde vermogen onder bewind te stellen tot het moment waarop het recht van [gedaagde] als bezwaarde eindigt;
II. een professional tot bewindvoerder te benoemen, onder de eventuele voorwaarden en bepalingen als door de rechtbank te bepalen;
III. te bepalen dat de kosten van het bewind voor rekening van [gedaagde] komen (en dus niet ten laste van het bezwaarde vermogen gebracht mogen worden);
IV. [gedaagde] te bevelen om binnen tien dagen na dit vonnis aan [eiseres] af te geven:
a. de aangiftes en aanslagen IB 2020 en 2021 van erflater;
b. een ondertekende en nauwkeurige opgave van het bezwaarde vermogen per 1 januari 2022 tot en met 2024, een overzicht van de goederen die in de plaats zijn gekomen en van de voordelen die de goederen hebben opgeleverd;
c. de bankafschriften van alle bank- en spaarrekeningen van erflater en van [gedaagde] vanaf datum overlijden van erflater tot en met de datum van dit vonnis;
althans de documenten en informatie en/of een termijn als de rechtbank redelijk en passend oordeelt;
Subsidiair
V. [gedaagde] te bevelen om zo lang haar recht als bezwaarde nog niet is geëindigd, jaarlijks uiterlijk 1 maart van ieder kalenderjaar een opgaaf aan [eiseres] te sturen van het bezwaarde vermogen, alsmede een overzicht van de goederen van de nalatenschap die niet meer aanwezig zijn, van goederen die in de plaats zijn gekomen, en van de voordelen die de goederen hebben opgeleverd per 1 januari van dat kalenderjaar, waartoe in ieder geval de volgende bewijsstukken horen:
a. alle bankafschriften van 1 januari tot en met 31 december van het voorafgaande kalenderjaar van de bankrekening waarop het (liquide) bezwaarde vermogen staat;
b. alle facturen van de zaken die niet-consumptief van aard zijn, die [gedaagde] uit het bezwaarde vermogen heeft gekocht;
VI. [gedaagde] te bevelen om het bezwaarde vermogen apart van haar eigen vermogen te blijven administreren, onder meer door het liquide vermogen op een aparte bankrekening te storten;
VII. te bepalen dat [gedaagde] een dwangsom verbeurt per overtreding van € 250,00, met een maximum van € 25.000,00 althans een door de rechtbank te bepalen bedrag, voor iedere dag of dagdeel dat [gedaagde] in verzuim is om aan de bevelen of veroordelingen in V en VI te voldoen, en met bepaling dat de dwangsommen niet in mindering (mogen) komen op het bezwaarde vermogen;
VIII. [gedaagde] te bevelen om de gedane schenkingen zoals vermeld in productie 10 van [eiseres] ongedaan te maken;
Zowel primair als subsidiair
IX. [gedaagde] te bevelen om de notariële boedelbeschrijving van het bezwaarde vermogen per datum overlijden op te (laten) stellen conform productie 11 van [eiseres] , uiterlijk één maand na betekening van dit vonnis, althans op een wijze en binnen een termijn als de rechtbank bepaalt, dan wel voor recht te verklaren dat tot het bezwaarde vermogen een vordering op [gedaagde] van € 124.004,75 behoort vanwege de meerinbreng van het appartement;
X. verklaart voor recht dat tot het bezwaarde vermogen een vordering op [gedaagde] van € 41.500 behoort, te verminderen met de schenkingen die [gedaagde] nog ongedaan maakt en/of met een bedrag dat [gedaagde] vanuit haar privévermogen aan het bezwaarde vermogen vergoedt ter dekking van de geleden schade, althans een bedrag als de rechtbank redelijk en passend oordeelt;
XI. voor recht te verklaren dat er in totaal maximaal € 500,00 per jaar uit het bezwaarde vermogen geschonken mag worden aan derden (niet zijnde de verwachters), althans een bedrag als de rechtbank redelijk en passend oordeelt;
XII. [gedaagde] te veroordelen in de proceskosten en de nakosten, met de wettelijke rente daarover indien zij deze kosten niet binnen zeven dagen na betekening van dit vonnis voldoet, en met bepaling dat deze niet in mindering komen op het bezwaarde vermogen.